ECLI:NL:RBNHO:2024:9959

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
27 september 2024
Zaaknummer
10561260 \ CV EXPL 23-3679
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben passagiers compensatie gevraagd van de vervoerder, Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, voor een geannuleerde vlucht van Miami naar Amsterdam op 19 januari 2022. De vervoerder stelde dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk de uitrol van het 5G-netwerk op de luchthaven, wat zou leiden tot problemen met de communicatieapparatuur van het vliegtuig. De passagiers betwistten deze claim en voerden aan dat de 5G-signalen alleen invloed hadden op de automatische piloot en dat dit van tevoren bekend was. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de annulering noodzakelijk was door de 5G-uitrol. De vordering van de passagiers werd toegewezen, waarbij de vervoerder werd veroordeeld tot betaling van € 1.417,80, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter stelde vast dat de vervoerder niet had aangetoond dat de annulering het gevolg was van een omstandigheid waarop hij geen invloed had.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10561260 \ CV EXPL 23-3679
Uitspraakdatum: 25 september 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1],2. [eiser 2]beiden wonende te [plaats]eisers

hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A.C. Telkamp (EUclaim B.V.)
tegen
de buitenlandse vennootschap
Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft
gevestigd te Keulen, Duitsland
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigden: mr. F.B. Mahabali en mr. J. Nooij (Russell Advocaten)
De zaak in het kort
De passagiers hebben van de vervoerder compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Volgens hem zou de uitrol van het 5G-netwerk op de luchthaven tot problemen met de communicatieapparatuur leiden en moesten de voorgaande vlucht en de vlucht in kwestie daarom worden geannuleerd. De passagiers hebben gemotiveerd aangevoerd dat de 5G-signalen alleen van invloed waren op de werking van de automatische piloot en dat dit van tevoren al bekend was. Daarom heeft de vervoerder onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de vlucht geannuleerd moest worden vanwege de uitrol van het 5G-netwerk. De vordering van de passagiers wordt toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- De dagvaarding;
- De conclusie van antwoord;
- De conclusie van repliek;
- De conclusie van dupliek;
- De akte overlegging producties eisers;
- De akte overlegging producties gedaagde;
- De aanvullende akte overlegging producties gedaagde;
- De mondelinge behandeling van 30 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 19 januari 2022 vervoeren van Miami International Airport, Verenigde Staten, via Frankfurt International Airport, Duitsland naar Amsterdam-Schiphol Airport, met de vluchtcombinatie LH463 en LH988.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht LH463 van Miami naar Frankfurt (hierna: de vlucht) geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 januari 2022, althans vanaf de datum van ingebrekestelling dan wel de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 217,80 dan wel 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 1.200,00 (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening).

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.3.
Volgens de vervoerder maakte de vlucht in kwestie onderdeel uit van de rotatievlucht Frankfurt – Miami – Frankfurt (vluchten LH462 en LH463). De annulering van de vlucht was het gevolg van de uitrol van het 5G-netwerk. Bepaalde vliegtuigtoestellen, waaronder het onderhavige toestel, zouden hierdoor bij het landen hinder kunnen vinden. Voor deze toestellen was het te risicovol om te landen op een luchthaven in de Verenigde Staten die niet tot de bufferzone behoorde. De luchthaven van Miami behoorde niet tot die bufferzone. De signalen van het 5G-netwerk zouden de radioberichten kunnen verstoren, waardoor de communicatie tussen het vliegtuig en de luchtverkeersleiding weg zou kunnen vallen. Ook zou een verstoring kunnen optreden bij de radiohoogtemeters. Op 18 januari 2022 heeft Boeing een e-mail aan haar afnemers verzonden waarin werd geadviseerd om met 747-8 toestellen niet te landen op vliegvelden die geen Global Alternative Method of Compliance (G-AMOC) toestemming hadden. Op de dag voordat de vlucht in kwestie zou plaatsvinden heeft daarom een crisisoverleg plaatsgevonden. Daarin is besloten dat er geen vluchten naar de Verenigde Staten zouden plaatsvinden met het toesteltype Boeing 74H, waaronder de voorgaande vlucht LH462 van Frankfurt naar Miami. Daarom moest ook de vlucht in kwestie geannuleerd worden, aldus de vervoerder, onder verwijzing naar door haar overgelegde vluchtrapport, berichten van Boeing en de website van de Amerikaanse luchtvaartautoriteit.
4.4.
De passagiers betwisten dat vlucht LH462 en de vlucht in kwestie zijn geannuleerd vanwege de uitrol van het 5G-netwerk. Zij voeren daartoe aan dat het 5G-netwerk geen problemen met de communicatieapparatuur van het vliegtuig zou kunnen opleveren. Volgens hen blijkt uit een door hen overgelegd bericht van de luchtverkeersleiding (NOTAM) van 13 januari 2022 dat de 5G-signalen alleen invloed zouden kunnen hebben op de radiohoogtemeter van het toestel. Dit heeft niets te maken met de communicatie van het toestel. Een vliegtuig heeft vijf verschillende hoogtemeters. De radiohoogtemeter is daarbij alleen nodig voor het landen van het toestel op de automatische piloot. De door de vervoerder overgelegde waarschuwingen hebben daarom alleen betrekking op het landen met de automatische piloot en daarvoor bestaat alleen noodzaak als sprake is van slecht zicht. Uit het door de passagiers overgelegde weerrapport blijkt echter dat op 19 januari 2022 sprake was van maximaal zicht. Het was dus gewoon mogelijk om vlucht LH462 uit te voeren. Er moest dan alleen handmatig geland worden. Daartoe is iedere piloot in staat en de weersomstandigheden lieten dat ook toe, aldus de passagiers.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat het aan de vervoerder is om aan te tonen dat de annulering van de vlucht in kwestie het gevolg was buitengewone omstandigheden. Een buitengewone omstandigheid is een omstandigheid die niet inherent is aan de uitvoering van het bedrijf van de luchtvaartmaatschappij en waarop de vervoerder geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen. Gelet op de gemotiveerde betwisting hiervan door de passagiers, heeft de vervoerder onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de vlucht geannuleerd moest worden door de uitrol van het 5G-netwerk. Met name heeft hij het betoog van de passagiers onvoldoende weersproken dat de 5G-signalen alleen invloed hadden op het functioneren van de radiohoogtemeter van het vliegtuig, dat dit alleen tot effect zou hebben dat er handmatig moest worden geland en dat dit al van tevoren bekend was. Daarom kan niet geoordeeld worden dat de annulering van de vlucht het gevolg was van een omstandigheid waarop de vervoerder geen daadwerkelijke invloed kon uitoefenen. De annulering is dus niet het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.6.
Daarbij komt dat als al sprake zou zijn geweest van een buitengewone omstandigheid, niet kan worden gezegd dat de vervoerder in de gegeven omstandigheden al datgene heeft gedaan dat van hem kon en mocht worden verwacht. De passagiers hebben aangevoerd dat de vervoerder op basis van de 5G-NOTAM al zes dagen eerder wist dat de uitrol van het 5G-netwerk op 19 januari 2022 zou plaatsvinden en welke gevolgen dit zou hebben. De vervoerder had dus al maatregelen kunnen treffen, onder meer door het inzetten van een ander toestel dat niet aan de door de vervoerder gestelde beperkingen was onderworpen. Dat de vervoerder in een periode waarin de coronamaatregelen nog deels van kracht waren, waardoor de omvang van het vliegverkeer nog beperkt was, op haar thuisbasis Frankfurt geen ander geschikt toestel ter beschikking had om de vlucht naar Miami te maken, ligt niet voor de hand.
4.7.
Gelet op het voorgaande zal de door de passagiers gevorderde hoofdsom worden toegewezen.
4.8.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Daarom moet de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, toetsen aan het rapport Voorwerk II. De passagiers hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven uit het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II. De tarieven uit het Besluit worden redelijk geacht. Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
4.9.
Het gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is ook toewijsbaar, behalve dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding (11 april 2023). De passagiers hebben daar in ieder geval vanaf die datum recht op. Het is niet gesteld of gebleken dat zij dit ook al vanaf een eerdere datum hadden.
4.10.
De vervoerder zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal hij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten en de nakosten wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 1.417,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.200,00 vanaf 19 januari 2022, en over € 217,80 vanaf 11 april 2023, tot aan de dag van voldoening van deze bedragen;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 129,14;
griffierecht € 214,00;
salaris gemachtigde € 612,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 102,00 aan nakosten, voor zover de passagiers daadwerkelijk nakosten zullen maken, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter