ECLI:NL:RBNHO:2024:9958

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
27 september 2024
Zaaknummer
9289528 \ CV EXPL 21-4170
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraagde vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft Flightright GmbH, een rechtspersoon naar Duits recht, compensatie gevorderd van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij United Airlines, Inc. voor een vlucht die meer dan drie uur vertraging had. De vertraging was het gevolg van buitengewone omstandigheden, zoals een tekort aan beschikbare gates op de luchthaven van Chicago en onweer. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van deze buitengewone omstandigheden en dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. De vordering van Flightright is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 25 september 2024 door de kantonrechter S. Kleij in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9289528 \ CV EXPL 21-4170
Uitspraakdatum: 25 september 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar Duits recht
Flightright GmbH
gevestigd te Hamburg, Duitsland
eiser
hierna te noemen: Flightright
gemachtigde Weiss Legal B.V. (Weiss Legal)
tegen
de vennootschap naar Amerikaans recht
United Airlines, Inc.
gevestigd te Wilmington, Verenigde Staten
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigden: mr. R.L.S.M. Pessers en mr. B.E. Struijk (Van Traa Advocaten)
De zaak in het kort
Flightright heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De vervoerder stelt dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk vertraging van een voorgaande vlucht vanwege beperkingen op de luchthaven en onweer. Het betoog van de vervoerder slaagt. De vordering van Flightright wordt afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder haar op 19 juli 2019 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport, via Chicago, Verenigde Staten, naar New York, Verenigde Staten, met de vluchtcombinatie UA908 en UA3536.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht UA908 van Amsterdam naar Chicago (hierna: de vlucht) vertraagd uitgevoerd. De passagier heeft de overstap op de aansluitende vlucht gemist. Zij is omgeboekt naar een alternatieve vlucht waarmee zij met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen.
2.3.
De passagier heeft haar vermeende vorderingsrecht overgedragen aan Flightright.
2.4.
Flightright heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
Flightright vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten.
3.2.
Flightright heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Flightright stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren met een bedrag van € 600,00 (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij voert aan dat de vertraging van de vlucht gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening).

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.3.
De vervoerder heeft aangevoerd dat de vlucht in kwestie onderdeel uitmaakte van de rotatievlucht Chicago – Amsterdam – Chicago (vluchtnummers UA909 en UA908), die uitgevoerd zou worden met hetzelfde toestel. Volgens de vervoerder is vlucht UA909 van Chicago naar Amsterdam met 5 uur en 4 minuten vertraging uitgevoerd vanwege een tekort aan beschikbare gates op de luchthaven van Chicago. Dit tekort aan gates werd veroorzaakt door slechte weersomstandigheden (onweersbuien). Vanwege het onweer werden de platforms op de luchthaven meerdere keren gesloten. Daardoor ontstond een achterstand in het afhandelen van de vertrekkende vluchten. De vertraging van vlucht UA909 werkte door op de vlucht in kwestie, aldus de vervoerder (zie de overgelegde vluchtrapporten en het vertragingsrapport van de luchthaven).
4.4.
Flightright betwist dit. Zij heeft aangevoerd dat het onweer in de ochtend plaatsvond en vlucht UA909 pas ’s middags zou vertrekken. Daarom kan het onweer geen invloed hebben gehad op de uitvoering van vlucht UA909. Daarnaast duidt de aanduiding
‘Lack of gate space avail duet o irrpos’in het door de vervoerder overgelegde vertragingsrapport van de luchthaven erop dat er sprake was van een operationele tekortkoming van de luchtvaartmaatschappij, aldus Flightright.
4.5.
De vervoerder heeft hier tegenin gebracht dat het onweer wel degelijk invloed had op de uitvoering van vlucht UA909 omdat de sluitingen van de platforms het luchtverkeer op de luchthaven van Chicago de gehele dag hebben verstoord, met name doordat er een opeenhoping van vluchten ontstond. De genoemde operationele tekortkoming had betrekking op de tekorten bij de faciliteiten van de luchthaven, aldus de vervoerder.
4.6.
De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder het met de door hem overgelegde stukken en zijn toelichting daarop, voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vertraging van vlucht UA909 het gevolg was van beperkingen op de luchthaven vanwege onweer. Deze beperkingen zijn niet inherent aan de uitoefening van de activiteit van de vervoerder en deze kon hier geen werkelijke invloed op uitoefenen. Daarom was de vertraging van vlucht UA909 voor de duur van 5 uur en 4 minuten het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.7.
Flightright heeft niet betwist dat vertraging van vlucht UA909 doorwerkt op de vlucht in kwestie. De vlucht in kwestie werd met 4 uur en 21 minuten vertraging uitgevoerd. Daarom werkt de vertraging van vlucht UA909 door op de vlucht in kwestie en is de (gehele) vertraging van de vlucht in kwestie het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.8.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen of te beperken. De vervoerder stelt in dit verband dat hij de vertraging van de vlucht niet kon voorkomen maar hij de passagier wel heeft omgeboekt naar de eerst mogelijke alternatieve aansluitende vlucht naar de eindbestemming.
4.9.
Flightright betwist dit. De kantonrechter begrijpt dat zij daartoe aanvoert dat het de vervoerder, vanwege de geruime vertraging van vlucht UA909, al ruim van tevoren bekend moest zijn dat de vlucht met ruime vertraging uitgevoerd zou worden. Gelet daarop had de vervoerder al eerder maatregelen moeten treffen, aldus Flightright. De vervoerder heeft hier tegenin gebracht dat hij wel degelijk de mogelijkheid heeft onderzocht om de passagier al vanaf Amsterdam om te boeken op alternatieve vluchten. Dit was in deze omstandigheden echter de snelste manier om de passagier naar de eindbestemming te vervoeren, aldus de vervoerder.
4.10.
De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging van de passagier te voorkomen en te beperken. Flightright heeft daartegenover onvoldoende gemotiveerd wat er onder deze omstandigheden nog meer of anders van de vervoerder kon worden verwacht. De vordering van Flightright moet daarom worden afgewezen.
4.11.
Flightright zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagier worden gemaakt, te vermeerderen, als betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Flightright tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder
en veroordeelt Flightright tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,te vermeerderen, als betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van dit vonnis.
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kleij, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter