In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen de luchtvaartmaatschappij Lufthansa naar aanleiding van een annulering van een vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met Cheaptickets voor een reis van Amsterdam naar Maun, Botswana, met meerdere tussenstops. De vluchtcombinatie werd gewijzigd en uiteindelijk geannuleerd door Swiss International Airlines, die de vlucht LX282 zou uitvoeren. De passagier heeft zelf een alternatieve vlucht geboekt en vordert nu compensatie van Lufthansa, die volgens hem verantwoordelijk zou zijn voor de annulering.
Lufthansa heeft echter betwist dat zij de uitvoerende luchtvaartmaatschappij was en heeft aangevoerd dat de passagier zijn vordering bij Swiss moet indienen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verplichtingen uit de Europese Verordening inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers rusten op de uitvoerende luchtvaartmaatschappij, in dit geval Swiss. De passagier heeft onvoldoende bewijs geleverd dat Lufthansa aan de voorwaarden voor aansprakelijkheid voldoet.
De kantonrechter heeft de vordering van de passagier afgewezen, omdat Cheaptickets de contractuele wederpartij is en Lufthansa niet de uitvoerende luchtvaartmaatschappij was. De proceskosten zijn voor rekening van de passagier, die in het ongelijk is gesteld. De beslissing is genomen door de kantonrechter op 31 juli 2024.