Op 11 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen voor een periode van zes maanden, tot 23 juli 2024, in afwachting van minimale afspraken tussen de ouders over de uitoefening van het gezag. De vader is niet verschenen op de zitting, waardoor de kinderrechter niet op de hoogte is van zijn standpunt. De zaak is van belang omdat de minderjarige opgroeit in een onveilige thuissituatie, gekenmerkt door conflicten tussen de ouders. De gezinsvoogd heeft aangegeven dat de zorgen over de minderjarige en haar thuissituatie onvoldoende zijn weggenomen, en dat de hulpverlening in het vrijwillig kader moet worden gewaarborgd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om samen te werken aan de opvoeding van de minderjarige, wat leidt tot onduidelijkheid en onrust voor haar. De kinderrechter heeft de regie van de gezinsvoogd noodzakelijk geacht totdat er minimale afspraken zijn gemaakt over de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2024.