Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 2],
[eiser 3],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
zodat ook zij zich over de vorderingen kunnen uitlaten. Verder zijn [gedaagden] in de gelegenheid gesteld om de in het tussenvonnis onder 5.7. genoemde rode map (althans kopieën van de inhoud daarvan) in het geding te brengen, waarna [eiser 1], [eiser 2] en [eiser 3] bij akte mochten reageren op hetgeen door [gedaagden] is overgelegd.
[eiser 1] heeft onvoldoende specifiek toegelicht welke informatie hij nog niet van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] heeft ontvangen. Het betoog van [eiser 1] komt er met name op neer dat de verklaringen die [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben gegeven in strijd met de waarheid zijn, maar dat rechtvaardigt niet dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden veroordeeld om nogmaals verantwoording af te leggen. [eiser 1] kan namelijk niet afdwingen dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] anders verklaren dan dat zij tot nu toe hebben gedaan.
178,00(plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld)