6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van het feit
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van zijn zus. Hij heeft haar meermalen met zijn vuisten tegen haar hoofd en gezicht geslagen, om haar vervolgens, nadat hij haar op de grond had gegooid, te trappen en schoppen tegen haar hoofd, gezicht en ribben. De verdachte kon zijn woede kennelijk niet beteugelen en heeft geen respect getoond voor de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, zijn zus. Het slachtoffer heeft ten gevolge van het geweld (kort) haar bewustzijn verloren, pijn geleden en diverse letsels opgelopen. Het neefje van het slachtoffer is getuige geweest van het incident. Slachtoffers en getuigen van een dergelijk geweldsdelict kunnen nog langdurig gevoelens van angst en onveiligheid ervaren. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
Het strafblad van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 1 augustus 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Daarbij komt dat de poging tot zware mishandeling is gepleegd gedurende twee proeftijden die waren opgelegd ter zake van soortgelijke feiten. De rechtbank zal deze omstandigheden ten nadele van de verdachte meewegen bij het bepalen van de duur van de op te leggen gevangenisstraf.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft met betrekking tot de persoon van de verdachte kennisgenomen van onder meer de volgende stukken:
- een pro Justitia-rapportage klinisch multidisciplinair onderzoek van 28 februari 2024, opgesteld door [psycholoog], GZ-psycholoog, en [psychiater], kinder- en jeugdpsychiater (hierna: de deskundigen);
- een reclasseringsadvies tbs met voorwaarden van 27 mei 2023, opgesteld door [reclasseringswerker], reclasseringswerker.
Toerekeningsvatbaarheid
De deskundigen concluderen dat bij de verdachte sprake is van een licht verstandelijke beperking en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken. De beschreven psychopathologie was vanwege het langer durend bestaan ervan ook aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde feit. Gezien de directe samenhang tussen de impulsief agressieve reactie en de psychische problematiek van de verdachte wordt geadviseerd om hem het tenlastegelegde in verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank is van oordeel dat bovengenoemde rapportage van de psychiater en de psycholoog op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat de conclusie van het onderzoek met betrekking tot de toerekenbaarheid worden gedragen door een deugdelijke en inzichtelijke gemotiveerde onderbouwing. De rechtbank neemt de conclusie van de deskundigen, dat het bewezenverklaarde de verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend, dan ook over. De rechtbank houdt hier dan ook rekening mee in de strafoplegging.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, als ook de verminderde toerekenbaarheid acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden. Daarnaast is het volgende van belang.
Volgens de deskundigen is de kans op recidive van gewelddadige feiten bij de verdachte hoog door de combinatie van een verstandelijke beperking en de gediagnosticeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken. Mede gelet op het niet-committeren aan eerdere behandelingen, zou dit de aanloop naar een advies voor tbs met dwangverpleging kunnen zijn. De verdachte is echter nog jong en verdraagt de controle en begeleiding van anderen. De aard van het risico op recidive is concreet en de risico’s en beschermende factoren zijn voldoende geïdentificeerd en te managen binnen een gestructureerde setting. Dat maakt dat deskundigen niet de tbs met dwangverpleging adviseren, maar een tbs met voorwaarden.
Ter terechtzitting heeft de psycholoog [psycholoog] aangevuld dat de deskundigen de verdachte gedurende zeven weken geobserveerd hebben en hebben waargenomen dat samenwerking met de verdachte mogelijk is en dat hij daarvan profiteert. Bij de verdachte zou er geen sprake zijn van een gebrek aan motivatie om zich aan voorwaarden van de tbs te committeren, maar beperkt zijn persoonlijkheidsproblematiek hem hierin. De verdachte heeft tijd nodig in een gesloten instelling om meer probleeminzicht te ontwikkelen.
Uit de rapportage van de reclassering volgt dat de reclassering een tbs met voorwaarden niet afdoende acht. Gezien de houding van de verdachte en voorgeschiedenis van onttrekking schatten zij in dat deze maatregel onvoldoende bescherming biedt om tot een passende behandeling te komen. De reclassering adviseert tot dwangverpleging, met begeleiding binnen een zeer strak en duidelijk kader. Dan kan sneller worden ingegrepen wanneer de verdachte zich onttrekt aan de behandeling. De reclasseringsmedewerkster [reclasseringswerker] heeft ter terechtzitting aangegeven dat het advies van de reclassering ongewijzigd blijft.
De reclassering adviseert, voor het geval de rechtbank desondanks een tbs met voorwaarden oplegt, de volgende voorwaarden:
- Geen strafbaar feit plegen;
- Meewerken aan reclasseringstoezicht;
- Meewerken aan een time-out;
- Niet naar het buitenland;
- Meldplicht bij de reclassering;
- Opname in een zorginstelling;
- Ambulante behandeling;
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- Drugsverbod;
- Alcoholverbod;
- Dagbesteding;
- Meewerken aan middelencontrole.
De op te leggen maatregel
De rechtbank is van oordeel dat het hoge recidiverisico dat uitgaat van de verdachte onvoldoende kan worden ondervangen door de oplegging van bijzondere voorwaarden in het kader van een voorwaardelijk strafdeel, zoals de verdachte zelf graag zou zien. De rechtbank baseert zich hierbij op de eerdergenoemde rapportage van de psycholoog en de psychiater. Uit deze rapportage blijkt dat een eerder reclasseringstoezicht onder bijzondere voorwaarden niet heeft geleid tot gedragsverandering en dat er sprake was van onttrekking aan toezicht. De inschatting is dat de verdachte momenteel wel de wil heeft zich overal aan te committeren, maar vanuit zijn problematiek is er sprake van onvermogen dit vol te houden. Ook de reclassering acht het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke strafdeel niet stevig genoeg. Een strakker kader is dus noodzakelijk.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat een maatregel van terbeschikkingstelling noodzakelijk is. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat wordt voldaan aan de eisen die de wet daaraan stelt, nu bij de verdachte tijdens het begaan van het feit een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, het door de verdachte begane feit een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, en de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van deze maatregel eist. De rechtbank ziet grond om te volstaan met een tbs met voorwaarden in plaats van een tbs met dwangverpleging. Zij hecht daarbij veel waarde aan het feit dat de geraadpleegde deskundigen de verdachte gedurende zeven weken intensief hebben kunnen observeren in een klinische setting en zij hebben geconcludeerd dat de verdachte zich begeleidbaar opstelt. Mede gelet op de leeftijd van de verdachte en de forse stok achter de deur die van deze maatregel uitgaat, acht de rechtbank een tbs met voorwaarden passend en geboden.
De rechtbank zal de in het advies van de reclassering genoemde voorwaarden aan de tbs verbinden. De verdachte heeft zich bereid verklaard zich aan alle gestelde voorwaarden te houden.
De rechtbank kan, op vordering van het openbaar ministerie, bevelen dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd indien de voorwaarden niet worden nageleefd. Het bewezen verklaarde feit [kort gezegd: poging tot zware mishandeling] is een misdrijf dat gericht is tegen, dan wel gevaar veroorzaakt voor, de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat een termijn van een eventuele maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging niet is beperkt tot vier jaren.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Gelet op de noodzaak van behandeling en het gevaar voor recidive zal de rechtbank bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.