Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie
- de akte met producties van [gedaagde] van 20 augustus 2024.
2.De feiten
KOSTEN VAN DE HUISHOUDING
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 9 oktober 2024, gaat het om een geschil tussen twee ex-partners, [eiser] en [gedaagde], over de huur van een woning en vergoedingsrechten op basis van een samenlevingsovereenkomst. [Eiser], die sinds 1998 de woning huurt, heeft een vordering ingesteld om de huur niet langer voort te zetten door [gedaagde], die in 2009 bij hem is ingetrokken. De ex-partners hebben een samenlevingsovereenkomst gesloten waarin de kosten van de huishouding en vergoedingsrechten zijn geregeld. De relatie tussen hen is verslechterd, wat heeft geleid tot een juridische procedure.
De kantonrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen. [Eiser] heeft aangevoerd dat hij meer belang heeft bij het behoud van de woning vanwege zijn gezondheidsproblemen en zijn geworteldheid in de buurt. [Gedaagde] daarentegen heeft betoogd dat zij financieel beter in staat is om de huur te dragen en dat zij meer gebonden is aan de buurt vanwege haar werk. De rechter heeft vastgesteld dat beide partijen gezondheidsproblemen hebben, maar dat er geen zwaarwegend belang is voor [eiser] om in de woning te blijven, gezien zijn afwezigheid en het gebrek aan een structurele woonoplossing.
Wat betreft de vergoedingsrechten heeft de rechter geoordeeld dat [eiser] geen recht heeft op de gevorderde bedragen, omdat niet is aangetoond dat [gedaagde] onterecht geld van zijn rekening heeft opgenomen. De samenlevingsovereenkomst is pas beëindigd na de opzegging door [gedaagde] op 23 oktober 2023. De rechter heeft de vordering van [eiser] tot betaling van € 6.240,00 afgewezen, evenals de vordering van € 374,50. Wel is de vordering tot afgifte van persoonlijke documenten en kleding toegewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.