Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlasteleggingen
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Strafmotivering
7.Beslag
8.Vordering benadeelde partij
9.Vordering tot tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
een gevangenisstraf van 6 maanden, met bevel dat van deze straf een
gedeelte van 2 maanden nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
opsporingsambtenaar 11990075geleden schade voor een bedrag van
€ 400,-, betreffende immateriële schadevergoeding, en veroordeelt de verdachte tot betaling hiervan, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 20 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de benadeelde partij, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van opsporingsambtenaar 11990075 de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 400,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 20 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
vordering tot tenuitvoerleggingin de zaak met parketnummer 15.004237.19 en gelast de tenuitvoerlegging van de niet ten uitvoer gelegde
taakstraf van 50 uren, opgelegd bij vonnis van de politierechter van deze rechtbank van 13 april 2023. Deze taakstraf wordt vervangen door
25 dagen hechtenisals deze niet (goed) wordt uitgevoerd.