Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 september 2024 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Verzoeker heeft op 19 juli 2024 aangegeven ‘
overdag in de trein te verblijven, de nacht inhalen of slapen. Achter het Zwembad Schagen, meestal na 11 of 12 uur gisteren en vandaag. Douchen doet hij in de haven gratis’.Op 21 juli 2024 schrijft hij om 6 uur ‘s ochtends dat hij gisteren verbleven heeft aan zee Callantsoog en nu in het station aan het wachten is op de eerste trein. Hij heeft heel slecht verbleven, zijn tent is meegenomen.
De medewerker van verweerder schrijft dat dat niet de manier is waarop verzoeker zijn verblijfplaats moet doorgeven en wijst erop hoe dat wel moet. Als verzoeker geen adres heeft kan hij zijn locatie delen via whatsapp.
Verzoeker schrijft vervolgens voor zover van belang dat hij geen bewoner is maar een zwerver en dat hij niks meer de melden heeft. Hij geeft aan dat het heel moeilijk is om zich te melden en dat de medewerker van verweerder welkom is om een dagje te ervaren hoe het is om zonder huis te leven.
In reactie hierop geeft de medewerker van verweerder aan dat verzoeker voor de duur van 14 dagen exact moet doorgeven waar hij overnacht.
Standpunt verzoeker
Daarnaast heeft verweerder de met verzoeker gevoerde gesprekken niet vastgelegd. Dit is onzorgvuldig.
Verder heeft hij volgens hem wel voldaan aan zijn medewerkingsverplichting. Het recht op bijstand kan worden vastgesteld. Hij heeft binnen zijn mogelijkheden over de noodzakelijke aspecten voldoende duidelijkheid verstrekt.
Maar ook al zou verzoeker niet aan de verplichting hebben voldaan dan had verweerder volgens hem alsnog niet integraal tot afwijzing van de aanvraag over mogen gaan. Verzoeker is door verweerder niet gewezen op de vergaande en ingrijpende consequentie van zijn handelen. Hij heeft zich op 24 mei 2024 al bij verweerder gemeld. Toen is hem een onjuist formulier mee gegeven. Op 10 juni 2024 is de aanvraag tot stand gekomen. Pas vanaf 19 juli 2024 gold voor hem een medewerkingsverplichting. Eventuele schending daarvan kan hem over de periode vanaf 24 mei 2024/10 juni 2024 tot 19 juli 2024 dan ook niet worden verweten.
Ter onderbouwing van het spoedeisend belang heeft hij stukken overgelegd waaruit volgt dat er bij uitblijven van betaling voor het gebruik van een postadres via de KAAZ een incassobureau zal worden ingeschakeld en een sms bericht waaruit volgt dat hij zijn telefoonabonnement niet heeft betaald.
Standpunt verweerder
Aan verzoeker is (toen) uitgelegd dat hij een briefadres kan aanvragen bij de gemeente Schagen en zich kan melden bij DNO doen in Den Helder voor begeleiding en hulp. Hij gaf volgens verweerder steeds aan dat hij zich prima kon redden, maar niets anders wilde dan een woning in Schagen. De enige mogelijkheid was daarom zorgen voor een adres en een wit inkomen, in dit geval een bijstandsuitkering. Verzoeker is daarbij op het hart gedrukt dat hij openheid van zaken moet geven en mee moet werken aan het onderzoek naar het recht op uitkering. Dat hij dat toch niet heeft gedaan moet dan ook voor zijn rekening komen.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Heeft verweerder het besluit voldoende gemotiveerd?
Vervolgens heeft verzoeker in de periode na 19 juli 2024 maar twee keer zijn locatie doorgegeven en ook niet op de manier en het moment waarop hij dat moest doen. De overige dagen (van de twee weken) heeft verzoeker geen verblijfplaatsen doorgegeven. Als gevolg daarvan kan dan ook niet worden vastgesteld of verzoeker grotendeels verblijft binnen de gemeente en dus of verzoeker in de gemeente Schagen recht heeft op bijstand.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
27 september 2024.