ECLI:NL:RBNHO:2024:9819

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
25 september 2024
Zaaknummer
11024851 BM VERZ 24-765
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Instelling van bewind ondanks bezwaar van betrokkene en zijn familie

Op 24 september 2024 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, een beschikking gegeven inzake de instelling van bewind over de goederen van betrokkene. Het verzoek tot instelling van bewind werd ingediend door verzoeker, gevestigd te Castricum, op 2 april 2024. Betrokkene, die lijdt aan psychiatrische en licht verstandelijke beperkingen, heeft sinds zijn ontslag uit de kliniek in september 2023 moeite om zijn financiën te beheren. Ondanks het verzet van betrokkene en zijn familie, die van mening zijn dat hij zelf in staat is zijn financiën te beheren, oordeelt de kantonrechter dat betrokkene door zijn geestelijke toestand niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen adequaat waar te nemen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene nog steeds begeleiding ontvangt van verzoeker en dat er sprake is van ernstige persoonlijke problematiek. De kantonrechter benoemt BeauFin B.V. tot bewindvoerder en stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast op € 621,00 (exclusief btw). De beschikking is openbaar uitgesproken en tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer: 11024851 BM VERZ 24-765 jb
Uitspraakdatum: 24 september 2024

Beschikking van de kantonrechter

Op verzoek van:
[verzoeker],
gevestigd te Castricum,
hierna ook te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 2 april 2024;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
  • het verweer van betrokkene, zijn ouders en broers, ingekomen op 16 april 2024;
  • de reactie van maatschappelijk werker [maatschappelijk werker] namens verzoeker, ingekomen op 3 mei 2024.
Op 17 september 2024 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig mevrouw [maatschappelijk werker] namens verzoeker, betrokkene en zijn moeder [moeder] en de heer [medewerker] namens de beoogd bewindvoerder.

beoordeling

Het verzoek strekt tot instelling van bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren. [maatschappelijk werker] heeft daartoe namens verzoeker het volgende aangevoerd. Zij is als maatschappelijk werker werkzaam bij verzoeker en kent betrokkene nu drie jaar. Twee jaar daarvan, met een korte onderbreking, heeft zij betrokkene meegemaakt en hem ondersteuning geboden tijdens zijn opnames in verschillende afdelingen van de kliniek van verzoeker, vanwege zijn psychiatrische en lvb-problematiek. In deze periode hebben [maatschappelijk werker] en andere begeleiders geconstateerd, dat betrokkene stress ervaart als hij post ontvangt die hij niet begrijpt. Hij kan dan boos en dreigend worden en dat kan leiden tot automutilatie.
Betrokkene is ook onbekend met wet- en regelgeving rondom uitkeringen waardoor hij tijdens zijn opnames te veel uitkering had ontvangen, wat hem ook veel stress opleverde. Uiteindelijk heeft betrokkene door interventie van verzoeker de schuld aan de gemeente niet terug hoeven te betalen.
Betrokkene heeft geen schulden maar heeft ook geen spaargeld achter de hand voor onvoorziene uitgaven. Betrokkene leent ook regelmatig geld van zijn moeder.
Sinds zijn ontslag uit de kliniek in september 2023 woont betrokkene bij Odion. [maatschappelijk werker] is hem daarna nog blijven ondersteunen omdat er nog financiële zaken waren die afgerond moesten worden. [maatschappelijk werker] heeft gemerkt dat betrokkene na zijn ontslag maar moeilijk kan rondkomen van zijn inkomen, regelmatig rood staat op zijn rekening en moeder nog steeds bijspringt. [maatschappelijk werker] voorziet financiële problemen als betrokkene geen ondersteuning meer heeft bij zijn financiën.
Betrokkene en zijn familieleden hebben bezwaar gemaakt tegen instelling van een bewind.
Ten eerste vinden zij het vreemd dat [verzoeker] het verzoek heeft gedaan terwijl betrokkene daar niet meer verblijft.
Ten tweede zijn zij van mening dat betrokkene zelf zijn financiën kan beheren. Betrokkene voert aan dat hij al sinds 2005 op zichzelf woont en vanaf dat moment ook zelf zijn financiën beheert. Hij heeft wel eens hulp nodig maar dat vraagt hij dan aan de maatschappelijk werker die dan op de werkvloer is.
Betrokkene wil beslist niet dat een ander de baas over zijn geld wordt. Bovendien kost het bewind ook nog veel geld.
De kantonrechter oordeelt nu als volgt. Allereerst is de kantonrechter van oordeel dat verzoeker bevoegd is het onderhavige verzoek in te dienen ondanks dat betrokkene niet meer bij verzoeker verblijft. [maatschappelijk werker] heeft verklaard dat het Fact-team van verzoeker ten tijde van indiening van het verzoek en nu nog steeds, aan betrokkene begeleiding biedt, hetgeen ook door betrokkene ter zitting is erkend. [maatschappelijk werker] heeft ook ter zitting een print van de zorgtoewijzing aan betrokkene overgelegd, waaruit blijkt dat nog geen einddatum aan de ambulante begeleiding is vastgesteld en begeleiding dus nog doorloopt.
Vervolgens is de kantonrechter van oordeel dat betrokkene als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Betrokkene is door zijn psychiatrische problematiek langdurig in de kliniek opgenomen geweest en heeft nog steeds begeleiding vanuit verzoeker. Betrokkene heeft ter zitting ook erkend dat hij wel angstig werd wanneer hij post ontving.
Daarnaast heeft de moeder van betrokkene aangegeven dat de eerder verleende zorgmachtiging voor de duur van een jaar is verlengd. Een zorgmachtiging wordt alleen verleend of verlengd als dat noodzakelijk is en verplichte zorg de enige manier is om ernstig nadeel (dat voortvloeit uit een psychiatrische stoornis) weg te nemen voor een betrokkene of voor een ander. Hieruit blijkt ook dat er nog steeds sprake is van ernstige persoonlijke problematiek.
Nu [maatschappelijk werker] heeft verklaard betrokkene niet langer te kunnen ondersteunen vanuit haar functie en dat vanuit Odion ook geen financiële begeleiding, slechts woonbegeleiding, geboden kan worden, acht de kantonrechter het van groot belang dat betrokkene professionele financiële ondersteuning krijgt. Het is heel belangrijk voor betrokkene dat hij stabiel blijft en beschermd bij Odion kan blijven wonen zonder in de stress te raken van de post, wat weer kan leiden tot ontregeling . Een begeleider van Odion had ook al tegenover [maatschappelijk werker] verklaard dat het ‘roodstaan’ van betrokkene een bron van stress voor hem is.
De kantonrechter is het met [maatschappelijk werker] eens dat zij betrokkene een rustig, stabiel leven gunt waarin hij zich niet hoeft druk te maken over zijn financiën. Zoals de beoogd bewindvoerder al ter zitting heeft verklaard, is het zijn doel om betrokkene financieel te ontlasten maar hem ook toe te leiden naar zelfredzaamheid. Als dat doel bereikt is kan om opheffing van het bewind verzocht worden.
Overigens heeft betrokkene nog aangevoerd dat het bewind hem veel geld zal gaan kosten, maar de verwachting is dat de bewindvoerderskosten vanuit de bijzondere bijstand door de gemeente worden voldaan.
Tegen benoeming van de voorgestelde bewindvoerder bestaat geen bezwaar.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw).

beslissing

De kantonrechter:
  • stelt de goederen, die (zullen) toebehoren aan eerder genoemde [betrokkene] onder bewind wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand;
  • benoemt tot bewindvoerder: BeauFin B.V. t.h.o.d.n. Beaufin Bewindvoering & Budgetbeheer, Kvkno. 53654676, correspondentieadres: Postbus 9407 te 1006 AK Amsterdam;
  • bepaalt dat deze uitspraak wordt ingeschreven in het openbaar Centraal curatele- en bewindregister;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 621,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat). OBB04