Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
2.Het standpunt van verzoeker
3.De beoordeling
.Daarnaast kan de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd zijn indien sprake is van feiten of omstandigheden die, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de rechter in de hoofdzaak, grond geven om te vrezen dat een rechter niet onpartijdig is, waarbij ook de (te vermijden) schijn van partijdigheid van belang is. Die feiten of omstandigheden moeten zwaarwegende redenen opleveren voor objectiveerbare twijfel aan de onpartijdigheid (de zogenaamde objectieve toets).
dat het hier berust op een abusievelijke foutieve registratie in ons systeem”en op 14 maart 2024 “
dat de rechter-commissaris het verzoekschrift weliswaar kort onder ogen heeft gekregen, maar dat zij geen kennis heeft genomen van de inhoud”.
De rechter-commissaris heeft verder toegelicht waarom zij nog niet gereageerd had op het verzoek om verschoning. Gesteld noch gebleken is dat met deze handelwijze sprake is van een gewekte schijn van objectieve partijdigheid.
4.Beslissing
mr. J.J. Blaisse, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2024.[concipiënt_initialen]