ECLI:NL:RBNHO:2024:9791

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 september 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
C/15/356681 HA RK 24-127
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking verzoek niet-ontvankelijk verklaard na einduitspraak in beroepszaak

Op 19 september 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker uit Almere. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. R.H.M. Bruin, de voorzitter van de rechtbank in een aanhangige bestuursrechtelijke zaak met zaaknummer HAA 24/2064. De verzoeker had op 4 september 2024 om wraking verzocht, maar de wrakingskamer verklaarde hem niet-ontvankelijk. Dit omdat het verzoek was ingediend na de einduitspraak in de beroepszaak, die op 17 juli 2024 had plaatsgevonden. De wrakingskamer benadrukte dat een wrakingsverzoek moet worden gedaan voordat de rechter in de hoofdzaak een einduitspraak doet, wat in dit geval niet was gebeurd.

Daarnaast werd opgemerkt dat het wrakingsverzoek ook niet ontvankelijk was voor zover het betrekking had op de behandeling van de verzetszaak, aangezien er nog geen rechter was aangewezen voor deze zaak. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek niet kon worden ingediend tegen een rechter die niet betrokken was bij de behandeling van de zaak. Tot slot werd opgemerkt dat een procesbeslissing geen grond voor wraking oplevert, wat ook van toepassing was op de beslissing om de verzetszaak nog niet op zitting te plannen. De beslissing van de wrakingskamer werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK

/
Wrakingskamer
zaaknummer: C/15/356681 HA RK 24-127

Beslissing van 19 september 2024

Op het verzoek tot wraking ingediend door:

[verzoeker] ,

te Almere,
verzoeker
het verzoek is gericht tegen:
mr. R.H.M. Bruin.

Procesverloop

1.1
Verzoeker heeft op 4 september 2024 schriftelijk de wraking verzocht van de voorzitter in de bij deze rechtbank, team Bestuursrecht, zittingsplaats Haarlem aanhangige zaak met als zaaknummer HAA 24/2064.
1.2
De wrakingskamer heeft op grond van de onderstaande overwegingen besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van dit verzoek en bepaalt dat vandaag uitspraak zal worden gedaan.

Beoordeling

2. De wrakingskamer verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek. Hierna legt de wrakingskamer uit hoe zij tot dit oordeel komt.
3. In de beroepszaak met zaaknummer HAA 24/2064 is op 17 juli 2024 buiten zitting einduitspraak gedaan. Verzoeker heeft tegen de einduitspraak een verzetschrift ingediend. De verzetszaak is bij deze rechtbank aanhangig onder hetzelfde zaaknummer.
4. In zijn verzoek heeft verzoeker de voorzitter in de zaak HAA 24/2064 gewraakt omdat ongemotiveerd geen uitspraak is gedaan binnen de wettelijke termijn van artikel 8:55e, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Volgens verzoeker kan deze beslissing niet anders dan door vooringenomenheid zijn genomen.
5. Voor zover het wrakingsverzoek gericht is tegen de rechter die de beroepszaak heeft behandeld, geldt het volgende. Om verzoeker in zijn verzoek tot wraking te kunnen ontvangen is vereist dat het verzoek wordt gedaan voordat de rechter in de hoofdzaak einduitspraak doet. Hieraan is niet voldaan. In de beroepszaak is op 17 juli 2024 einduitspraak gedaan en het verzoek is gedateerd op 4 september 2024. Het onderhavige verzoek tot wraking is derhalve gedaan na de einduitspraak in de beroepszaak.
Daarom is het verzoek voor zover gericht tegen de behandeling van de beroepszaak kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor zover het wrakingsverzoek ziet op de behandeling van de verzetszaak, geldt het volgende. Ten eerste wordt opgemerkt dat de rechter in de beroepszaak op grond van artikel 8:55, vijfde lid, van de Awb niet betrokken zal zijn bij de behandeling van de verzetszaak. In de verzetszaak is tot op heden nog geen rechter aangewezen, die deze zaak zal behandelen. Ingevolge artikel 5, tweede lid, onder e van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank kan een wrakingsverzoek niet worden ingediend indien het verzoek geen betrekking heeft op de met de behandeling van de zaak belaste rechter. Daarom is het verzoek voor zover dit betrekking heeft op de behandeling van de verzetszaak eveneens kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Tot slot overweegt de wrakingskamer nog dat voor zover verzoeker zijn verzoek heeft willen richten tegen de procesbeslissing om de verzetszaak nog niet op zitting te plannen, dit verzoek kennelijk ongegrond is, omdat een procesbeslissing volgens vaste rechtspraak geen grond voor wraking oplevert.

Beslissing

De wrakingskamer:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
- beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker, de rechter en de wederpartij in de beroepszaak met zaaknummer HAA 24/2064 een afschrift van deze beslissing toe te zenden.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.A. Pott Hofstede, voorzitter, mr. E. Jochem en
mr. T. van Muijden, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. E. Boon, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2024.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.