Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
€ 132,00(1/2 salarispunt plus de verhoging
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiseres, aangeduid als [eisers], een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap World Horse Stables B.V. (WHS) wegens tekortkomingen in de nakoming van een koopovereenkomst. De koopovereenkomst, gesloten op 22 juli 2021, betrof de levering van staldeuren voor een bedrag van € 5.381,65. Eiseres heeft WHS in gebreke gesteld en uiteindelijk de overeenkomst ontbonden op 21 maart 2023, omdat de geleverde staldeuren niet voldeden aan de verwachtingen en gebreken vertoonden. WHS heeft de vordering betwist en aangevoerd dat er geen zakelijke transactie heeft plaatsgevonden tussen haar en eiseres.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat WHS tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat de staldeuren niet de eigenschappen bezaten die eiseres op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De rechter heeft geoordeeld dat de ontbinding van de overeenkomst rechtsgeldig was en dat WHS verplicht is om de koopsom terug te betalen, evenals de kosten voor de inschakeling van een deskundige en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van WHS gesteld. De rechter heeft de vordering van eiseres in zijn geheel toegewezen, met uitzondering van de overige vorderingen die zijn afgewezen.