Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Foreburgh Financiële Planning,
[bedrijf 1],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 mei 2024
- de akte van de zijde van [gedaagde] met 21 producties
- de akte uitlating deskundige van de zijde van H&H
- de akte van de zijde van [gedaagde]
- het B 16 formulier van de zijde van H&H met het verzoek om vonnis te wijzen.
2.De verdere beoordeling
in conventie
- i)
- ii)
- iii)
- iv)
- v)
- vi)
3.De beslissing
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
- partijen kunnen desgewenst
- als niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
- als wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas begint na het bericht van de griffier over betaling van het voorschot,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk moet staken en contact moet opnemen met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,