ECLI:NL:RBNHO:2024:9761

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
23 september 2024
Zaaknummer
C/15/350226 / HA ZA 24-151
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident over omvang processtuk en goede procesorde in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 25 september 2024 een vonnis gewezen in een incident. De eiser, vertegenwoordigd door mr. T.H. Liebregts, heeft een vordering ingediend tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Waterschap Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), vertegenwoordigd door mr. I.M.C.A. Reinders Folmer. De eiser vorderde in de hoofdzaak primair dat de rechtbank zou verklaren dat hij eigenaar is van een strook grond en dat HHNK zou moeten meewerken aan de inschrijving van deze eigendom. Subsidiair vorderde hij dat de rechtbank zou verklaren dat de vordering van HHNK tot opheffing van de onrechtmatige toestand is verjaard. HHNK vorderde in reconventie onder andere dat de rechtbank zou verklaren dat de juridische grenzen tussen de percelen van partijen gelijk zijn aan de kadastrale grenzen en dat eiser zou moeten meewerken aan een grensmarkering.

In het incident ging het om de vraag of de conclusie van antwoord van HHNK, waarin een rapport met bijlagen als integraal herhaald werd beschouwd, in strijd was met de goede procesorde. De rechtbank oordeelde dat de conclusie van HHNK voldoende duidelijk was en dat eiser niet belemmerd werd in zijn verweer. De incidentele vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord in reconventie aan de zijde van eiser, met een verdere beslissing aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/350226 / HA ZA 24-151
Vonnis in incident van 25 september 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats], gemeente [gemeente],
eiser in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. T.H. Liebregts te Arnhem,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
WATERSCHAP HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER,
zetelend te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en HHNK genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties,
  • de incidentele conclusie tot buiten behandelingverklaring dan wel vaststelling omvang verweer,
  • de antwoordakte inzake incidentele vordering.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
[eiser] vordert in conventie in de hoofdzaak - samengevat – primair dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor recht zal verklaren dat hij eigenaar is van de strook grond als bedoeld in de dagvaarding, met veroordeling van HHNK om mee te werken aan inschrijving van die verkregen eigendom in de openbare registers. Subsidiair vordert hij dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat de vordering van HHNK tot opheffing van de onrechtmatige toestand is verjaard. Zowel primair als subsidiair met veroordeling van HHNK in de kosten van het geding.
2.2.
HHNK vordert in reconventie in de hoofdzaak - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad onvoorwaardelijk (i) voor recht zal verklaren dat de juridische grenzen tussen de percelen van partijen gelijk zijn aan de kadastrale grenzen, (ii) zal gebieden dat een grensreconstructie en/of aanwijs door het kadaster wordt uitgevoerd, (iii) [eiser] zal veroordelen conform artikel 5:46 BW mee te werken aan een grensmarkering op de kadastrale grens, (iv) [eiser] zal veroordelen binnen 2 maanden na het vonnis het gebruik van het waterschapsgrond percelen [nummer 1] en [nummer 2] voor zover niet behorend tot zijn onderhoudsplicht te staken en te ontruimen, op straffe van een dwangsom en voorwaardelijk (v) voor zover de rechtbank tot het oordeel komt dat [eiser] de grondstrook van percelen [nummer 1] en [nummer 2] van het HHNK in bezit heeft genomen vanaf 22 mei 2021, voor recht zal verklaren dat [eiser] hierdoor onrechtmatig handelt jegens HHNK en te kwader trouw en schadeplichtig is, (vi) voor zover de rechtbank tot het oordeel komt dat [eiser] de grondstrook van percelen [nummer 1] en [nummer 2] van het HHNK in bezit heeft genomen, voor recht zal verklaren dat [eiser] dat te kwader trouw heeft gedaan en gehouden is een schadevergoeding te betalen aan HHNK tot tenminste een bedrag van € 100.875,-, te vermeerderen met wettelijke rente. Tot slot vordert HHNK zowel onvoorwaardelijk als voorwaardelijk veroordeling van [eiser] in de proceskosten en onderzoekskosten binnen dit conflict gemaakt door HHNK.
2.3.
[eiser] vordert voor alle weren in reconventie dat de rechtbank de conclusie van antwoord van HHNK in strijd met de goede procesorde zal verklaren en deze buiten beschouwing zal laten, dan wel zal vaststellen op welk deel van deze conclusie [eiser] moet reageren, dan wel HHNK in de gelegenheid zal stellen binnen een door de rechtbank te bepalen termijn een aangepast processtuk in te dienen en in alle gevallen [eiser] een nieuwe termijn te gunnen om te reageren op de conclusie van HHNK, met veroordeling van HHNK in de kosten van het incident.
2.4.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat de conclusie van HHNK in strijd is met de goede procesorde en in de vorm zoals HHNK hem heeft ingekleed niet mag worden opgenomen in de procedure. Hij wijst er op dat HHNK een inhoudelijke conclusie heeft genomen van elf pagina’s, maar daarnaast een omvangrijk rapport heeft overgelegd van in totaal circa 190 pagina’s, waarvan zij in randnummer 1.4 van haar conclusie stelt
‘Het gestelde in het verjaringsrapport met bijlagen wordt integraal overgenomen en geldt als hier integraal herhaald in deze conclusie van antwoord.’
2.5.
[eiser] benadrukt dat het aan HHNK is om in het processtuk stellingen en onderbouwingen op te nemen en dat met een algemene verwijzing naar een zeer omvangrijke productie met bijlagen, opgesteld door een adviseur en niet door een advocaat, niet aan dat voorschrift wordt voldaan en de schijn gewekt wordt van het omzeilen van de verplichte procesvertegenwoordiging. Dit geldt te meer omdat HHNK in een eerder stadium [eiser] heeft gevraagd ermee in te stemmen deze procedure te mogen voeren bij de kantonrechter, maar daarover hebben partijen geen overeenstemming bereikt.
[eiser] stelt dat door het rapport met bijlagen integraal in te lassen het voor hem onvoldoende duidelijk is waartegen hij zich precies moet verweren.
2.6.
HHNK voert verweer. Zij stelt dat zij in de conclusie inhoudelijk verweer heeft gevoerd, onder meer aan de hand van en onder verwijzing naar het overgelegde deskundigen-rapport met 13 bijlagen van een verjaringsspecialist. Zij wijst er op dat in haar conclusie verwijzingen zijn opgenomen naar de randnummers uit het deskundigenrapport en naar de bijlagen waar zij haar stellingen op baseert en stelt dat [eiser] die verwijzingen gewoon kan volgen en aflopen.
2.7.
Daarnaast stelt HHNK dat in de hoofdzaak akte niet dienen verleend moet worden voor het niet dienen van antwoord in reconventie door [eiser], omdat hij niet heeft voldaan aan de in het rolreglement gegeven peremptoire termijn van 7 augustus 2024.
2.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.9.
De rechtbank is van oordeel dat de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van HHNK geen strijd oplevert met de goede procesorde. HHNK heeft haar verweer duidelijk geformuleerd in de conclusie van antwoord en voor zover zij een beroep doet op delen van het overgelegde rapport of bijlagen daarbij heeft zij dat concreet aangeduid. [eiser] kan deze punten aflopen in zijn conclusie van antwoord en wordt hierdoor op geen enkele wijze belemmerd in zijn verweer tegen de vordering in reconventie.
De mededeling van HHNK dat het volledige rapport met bijlagen als herhaald en ingelast dient te gelden in de conclusie maakt dat niet anders. Het mag bij (de advocaten van) partijen bekend verondersteld worden dat een dergelijke passage zinledig is als niet concreet wordt aangeven welke passage/welke bijlage dient ter onderbouwing van welk standpunt.
2.10.
De incidentele vordering van [eiser] wordt afgewezen. [eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het incident aan de zijde van HHNK, tot op heden begroot op € 614,00 aan salaris advocaat.
De beoordeling in de hoofdzaak
2.11.
In het door [eiser] opgeworpen incident ziet de rechtbank geen aanleiding om akte niet dienen te verlenen voor de conclusie van antwoord in reconventie in de hoofdzaak. De zaak zal voor die conclusie aan de zijde van [eiser] worden verwezen naar de rol van na te noemen datum.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst het gevorderde af,
3.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van € 614,00 aan HHNK ter zake van de proceskosten,
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rol van
6 november 2024voor conclusie van antwoord in reconventie aan de zijde van [eiser],
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024. [1]

Voetnoten

1.type: 1155