In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 25 september 2024 een vonnis gewezen in een incident. De eiser, vertegenwoordigd door mr. T.H. Liebregts, heeft een vordering ingediend tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Waterschap Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), vertegenwoordigd door mr. I.M.C.A. Reinders Folmer. De eiser vorderde in de hoofdzaak primair dat de rechtbank zou verklaren dat hij eigenaar is van een strook grond en dat HHNK zou moeten meewerken aan de inschrijving van deze eigendom. Subsidiair vorderde hij dat de rechtbank zou verklaren dat de vordering van HHNK tot opheffing van de onrechtmatige toestand is verjaard. HHNK vorderde in reconventie onder andere dat de rechtbank zou verklaren dat de juridische grenzen tussen de percelen van partijen gelijk zijn aan de kadastrale grenzen en dat eiser zou moeten meewerken aan een grensmarkering.
In het incident ging het om de vraag of de conclusie van antwoord van HHNK, waarin een rapport met bijlagen als integraal herhaald werd beschouwd, in strijd was met de goede procesorde. De rechtbank oordeelde dat de conclusie van HHNK voldoende duidelijk was en dat eiser niet belemmerd werd in zijn verweer. De incidentele vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord in reconventie aan de zijde van eiser, met een verdere beslissing aangehouden.