Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
PRO FORMAaan tot 17 februari 2025;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 september 2024 een beschikking gegeven met betrekking tot de zorg- en omgangsregeling van twee minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het in het belang van de kinderen is dat zij voldoende tijd doorbrengen met hun vader. De rechtbank heeft de zorg-/omgangsregeling uitgebreid, waarbij de vader de kinderen op woensdagmiddag van school kan ophalen en in de oneven weekenden van vrijdagmiddag tot zondag 17:00 uur bij hem kan hebben. De rechtbank heeft de beslissing over de definitieve zorg-/omgangsregeling aangehouden in afwachting van de resultaten van de hulpverlening en een eventueel raadsonderzoek voor de duur van zes maanden.
De procedure is gestart door de vader, die verzocht om een uitbreiding van de omgangsregeling en om mede belast te worden met het gezag over de kinderen. De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen al bepaald dat de vader een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen moet betalen. De moeder heeft zorgen geuit over de gezondheid van de vader en zijn vermogen om voor de kinderen te zorgen, terwijl de vader aangeeft dat hij in staat is om voor zijn kinderen te zorgen met hulp van zijn ouders.
De rechtbank heeft de communicatie tussen de ouders als problematisch ervaren en heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld om te adviseren over de oudercommunicatie en de mogelijkheden voor gezamenlijk gezag. De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat beide ouders een aandeel hebben in het halen en brengen van de kinderen, maar heeft ook rekening gehouden met de gezondheid van de vader en de reisafstand tussen de ouders. De rechtbank heeft de ouders aangespoord om samen te werken aan verbetering van hun communicatie en om het hulpverleningstraject te volgen.