Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de uitgebrachte dagvaarding van 26 juli 2024
- de akte overlegging producties namens SE met 7 producties
- de akte eiswijziging en aanvullende producties zijdens SE met 2 aanvullende producties
- de conclusie van antwoord zijdens PALLAS met 2 producties (1-2)
- de antwoordakte in reactie op “akte eiswijziging en aanvullende producties” en akte aanvullende productie zijdens PALLAS met 1 productie (3)
- de uitgebrachte dagvaarding van 31 juli 2024 met 6 producties
- de akte eiswijziging en aanvullende producties zijdens SE met 2 aanvullende producties
- de conclusie van antwoord zijdens PALLAS met 1 productie
- de antwoordakte in reactie op “akte eiswijziging en aanvullende producties”
- de incidentele conclusie tot tussenkomst, althans voeging zijdens VDL-KTI
- de (gevoegde) mondelinge behandeling op 29 augustus 2024, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn bijgehouden
- de pleitnota van SE
- de pleitaantekeningen van PALLAS
- de pleitaantekeningen van VDL-KTI.
2.De feiten
The Manufacturing and Delivery of the Reactor Pool, Service Pool, Transfer Canal and Isolation Gate for the PALLAS Project in Petten (NL)(hierna kort gezegd: de Pools).
The Design, Manufacturing and Delivery of two Decay Tanks and a Heavy Water Storage Tank for the PALLAS Project in Petten (NL)(hierna kort gezegd: de Tanks).
Invitation to Tender Guideline(hierna: de Guideline-Pools) is onder meer het volgende opgenomen:
Invitation to Tender Guideline(hierna: de Guideline-Tanks) is onder meer het volgende opgenomen:
Rejection Lettervan 5 juli 2024 (Pools) respectievelijk 11 juli 2024 (Tanks) heeft PALLAS aan SE medegedeeld dat “
Schelde Exotech BV is not appointed as the Preferred Tenderer”, omdat de fictieve inschrijfsom van VDL-KTI in beide aanbestedingen lager was dan die van SE. Tegen deze beslissingen heeft SE bezwaar gemaakt bij brieven van 17 respectievelijk 24 juli 2024, op welke bezwaarbrieven PALLAS bij brieven van 23 juli 2024 (Pools) respectievelijk 26 juli 2024 (Tanks) heeft gereageerd.
3.Het geschil
gecursiveerdworden weergegeven, en de verschillen voor de Tanks ten opzichte van de Pools ook
vetgedrukten tussen rechte haken worden vermeld.
1.Primair:
PALLAS te gebieden de gunningsbeslissing d.d. 5 juli 2024[
11 juli 2024]
inzake de aanbesteding voor het project “The Manufacturing and Delivery of the Reactor Pool, Service Pool, Transfer Canal and Isolation Gate[c.q.
the Design, Manufacturing and Delivery of two Decay Tanks and a Heavy Water Storage Tank]
for the PALLAS Project in Petten (NL)” in te trekken en ingetrokken te houden, en
8a], [en uitsluitend voor Pools:]
6a, 6b en 10a, en PALLAS te gebieden de aanbestedingsprocedure na indiening van de BAFO-inschrijvingen voort te zetten, conform de Guideline, mits PALLAS de opdracht nog wenst te verstrekken;
Subsidiair:
PALLAS te gebieden de gunningsbeslissing d.d. 5 juli 2024[
11 juli 2024]
inzake de aanbesteding voor het project “The Manufacturing and Delivery of the Reactor Pool, Service Pool, Transfer Canal and Isolation Gatec.q. [
the Design, Manufacturing and Delivery of two Decay Tanks and a Heavy Water Storage Tank]
for the PALLAS Project in Petten (NL)” in te trekken en ingetrokken te houden, en
Meer subsidiair: een andere maatregel te treffen die in goede justitie redelijk is en recht doet aan de belangen van Schelde Exotech;
In alle gevallen: PALLAS te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen een redelijke tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand van eiseres, alsmede de nakosten (zonder of met betekening) van het in deze zaak te wijzen vonnis, met de aantekening dat als niet binnen veertien (14) kalenderdagen na wijziging van het vonnis aan de proceskostenveroordeling is voldaan daarover de wettelijke rente verschuldigd is vanaf de vijftiende (15e) kalenderdag na dagtekening van het vonnis van UEA Voorzieningenrechter tot aan de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
In het incident
relatiefbeoordeeld door deze met elkaar te vergelijken, terwijl in de Guidelines een
absolute(op eigen merites) beoordeling daarvan is voorgeschreven. Die relatieve beoordeling blijkt volgens haar uit de motivering bij de gunningsbeslissingen, waarin dat met zoveel woorden zou zijn opgenomen.
motiveringvan de gunningsbeslissing op onderdelen een vergelijking is gemaakt tussen de inschrijvingen van SE en VDL-KTI maakt nog niet dat de
beoordelingook relatief in plaats van absoluut heeft plaatsgevonden, aldus PALLAS.
unaniemescores toegekend in plaats van de in de Guideline aangekondigde
gemiddeldescores. De beoordeling heeft dus niet plaatsgevonden conform de beschreven procedure in de Guideline-Pools (zie hierboven in 2.4), maar zoals die beschreven is in de Guideline-Tanks (zie hierboven in 2.5). PALLAS heeft de beoordeling dus niet uitgevoerd zoals beschreven, aldus SE.
afteran evaluation meeting”) de scores zouden worden toegekend. Doordat de individuele scores van de leden van de beoordelingscommissie unaniem waren, waren deze feitelijk gelijk aan het gemiddelde van de individuele scores, aldus PALLAS.
gemiddeldenlijken te zijn. Ook het feit dat sprake is van unanieme scores geeft in beginsel steun aan de stelling van SE dat ten onrechte de beoordelingssystematiek van de Tanks-aanbesteding (consensus) is gevolgd. Ter zitting heeft de door PALLAS voor de aanbestedingen aangestelde
procurement law supervisorechter verklaard dat wel degelijk de procedure zoals omschreven in de Guideline-Pools is gevolgd. De beoordelaars hebben de sterke en zwakke punten van de inschrijvingen eerst op eigen merites beoordeeld. Vervolgens heeft een evaluatievergadering plaatsgevonden, aan het eind waarvan alle commissieleden is gevraagd welk cijfer zij wilden geven op elk van de drie kwalitatieve subgunningscriteria. Uiteindelijk hebben alle leden op alle onderdelen, zowel inzake de inschrijving van SE als die van VDL-KTI, dezelfde cijfers gegeven. Dat heeft weliswaar geleid tot een unanieme score (die daarmee feitelijk gelijk is aan het gemiddelde), maar dat was geen voorwaarde. Het had dus ook gekund dat er wél afwijkende scores waren gegeven, aldus nog steeds de supervisor.
overall qualityvan haar Technical Plan. De gunningsbeslissingen zijn daarom volgens SE onvolledig.
overall qualitydaarvan, waarbij
qualityis gedefinieerd als de mate waarin het plan aansluit op de (hoofd)doelen opgenomen in paragraaf 5.6.1.1. Het Technical Plan als geheel moest bijdragen aan deze (hoofd)doelen en zo is het Technical Plan van SE ook door de beoordelingscommissie beoordeeld.
Objective 1-3) geformuleerd. Uit het door de inschrijvers ingediende Technical Plan zou moeten blijken hoe de inschrijver die doelen zal bereiken. De methode waarop dat Technical Plan wordt beoordeeld volgt uit paragraaf 5.6.1.3 van de respectieve Guidelines (zie 2.9), te weten de
overall quality. Dat de inschrijvers volgens paragraaf 5.6.1.2 van de Guidelines (hierboven niet geciteerd, maar partijen bekend) ook nog aanvullende informatie dienden te verschaffen bij hun
inschrijving, betekent niet dat PALLAS ook gehouden is om in haar gunningsbeslissing nader te motiveren hoe de inschrijvingen op al die punten bijdragen aan de score. Van PALLAS kan immers niet worden geëist dat zij een nauwkeurige samenvatting verstrekt van de wijze waarop elk detail van de inschrijving bij de evaluatie ervan in aanmerking is genomen. [1] Het Technical Plan werd volgens (par. 5.6.1.3 van) de Guidelines immers niet beoordeeld op al die losse elementen, maar op de
overall qualityvan dat plan, gemeten naar de mate waarin het Technical Plan bijdraagt aan het behalen van de in paragraaf 5.6.1.1 beschreven doelen.
Project Planningen
Key personnel descriptionontbreekt, zodat PALLAS niet de belangrijkste kenmerken en relatieve voordelen van de inschrijving van VDL-KTI heeft verstrekt en de gunningsbeslissing dus niet voldoet aan art. 2:130 Aw.
Project Planningen
Key personnel descriptiongeen kenmerken en relatieve voordelen van de inschrijving van VDL-KTI heeft opgenomen. Anders dan SE is de voorzieningenrechter echter van oordeel dat dit enkele gegeven niet leidt tot de conclusie dat de motivering van de gunningsbeslissing daarmee niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Zoals VDL-KTI ter zitting terecht heeft betoogd, strekt de motiveringsplicht immers niet zover dat andere inschrijvers in staat moeten worden gesteld om de inhoud of de beoordeling van de winnende inschrijving over te doen. PALLAS heeft de scores van de inschrijving van VDL-KTI verstrekt, de kenmerken van die inschrijving ten aanzien van de gunningscriteria en een op verschillende onderdelen daarvan voldoende expliciete beschrijving van de relatieve voordelen van de inschrijving van VDL-KTI. Uit de motivering van de gunningsbeslissing voor het Project Management Plan blijkt dat de relatieve voordelen van VDL-KTI betrekking hebben op het
risk managementen de concreet beschreven
risks and mitigation measures.De voorzieningenrechter is van oordeel dat SE met haar motiveringen bij de gunningsbeslissingen ook op dit punt voldoende in staat moet worden geacht om te beoordelen of het zinvol is om een juridische procedure te starten (zie ook hiervoor in 4.16). Daarmee is de gunningsbeslissing voldoende gemotiveerd en faalt dit bezwaar.
hogerekwaliteit, omdat SE daarmee de beste partijen inzet. Dat standpunt adresseert PALLAS ten onrechte niet, aldus SE.
objective 2: a realistic, reliable and predictive manufacturing plan that minimizes the risks during manufacturing.In de motivering van de gunningsbeslissingen komt naar voren dat PALLAS outsourcing als een risico ziet. Met dat laatste hoeft SE het uiteraard niet eens te zijn, maar dat PALLAS een andere risico-inschatting gemaakt heeft, maakt de motivering van de gunningsbeslissingen nog niet gebrekkig. Daar komt bij dat in de motivering van de gunningsbeslissingen tevens is opgenomen dat SE het mitigeren of voorkomen van dat risico naar het oordeel van de beoordelingscommissie niet voldoende heeft gemotiveerd in haar Technical Plan. PALLAS heeft toegelicht dat dit heeft geleid tot een lagere score voor het Technical Plan. Hoewel het begrijpelijk is dat SE dat laatste niet heeft gedaan omdat zij outsourcing als zodanig zelf in het geheel niet als een risico (maar juist als een pluspunt) ziet, is het oordeel van de beoordelingscommissie op dit punt niet onbegrijpelijk. Dat uit de gunningsbeslissingen niet blijkt op welke wijze de commissie heeft laten meewegen dat outsourcing een middel kan zijn om de hoogst haalbare kwaliteit te leveren, betekent niet dat de beslissingen onvolledig zijn. Bij een beoordeling van de
overall qualityhoeft uit de motivering van de gunningsbeslissing immers niet te blijken hoe alle onderdelen van een inschrijving zijn meegewogen. Ook dit bezwaar faalt daarom.
overall qualityvan het Technical Plan op grond van paragraaf 5.6.1.3 en de mate waarin dat plan bijdraagt aan de in 5.6.1.1 beschreven (hoofd)doelen. De minimalisering van risico’s (waaronder dus van outsourcing) blijkt uit die doelen, aldus nog steeds PALLAS.
overall qualityvan het Technical Plan door de beoordelingscommissie op grond van paragraaf 5.6.1.3 in samenhang bezien met 5.6.1.1 brengt met zich dat daarin óók de minimalisering van risico’s in het algemeen en ‑ zo volgt uit paragraaf 5.6.1.2 van beide Guidelines - het risico van (o.a.) outsourcing in het bijzonder betrokken worden. Van de introductie van een nieuw beoordelingsaspect is dan ook geen sprake. Ook dit bezwaar van SE treft geen doel.
welding on sitezal uitvoeren en (eventueel) haar zusterbedrijf als onderaannemer erbij zal betrekken, zodat de werkzaamheden rechtstreeks onder haar eigen ASME-certificaat vallen, aldus SE.
integration and welding on sitevoldoen aan de daaraan gestelde ASME-eisen, omdat dit onvoldoende blijkt uit de inschrijving van SE. Ook uit de
ASME-certificate holders’ databaseblijkt niet dat de onderaannemer/zusteronderneming van SE in het bezit is van het vereiste ASME-certificaat, terwijl voor onderaannemers geldt dat deze daarover (zélf) dienen te beschikken om werkzaamheden uit te mogen voeren als onderaannemer van de inschrijver. Daarbij maakt het geen verschil of die onderaannemer een zusteronderneming van SE is. Omdat PALLAS niet heeft kunnen vaststellen dat de desbetreffende onderaannemer zelfstandig aan de ASME-eisen voldoet, heeft zij dit terecht als een zwak punt in het Technical Plan van SE aangemerkt, aldus PALLAS.
Subcontracts (…) shall be made only to subcontractors holding a valid U2 Certificate of Authorization.”). Ook ter zitting is gesteld noch gebleken dat de door SE voorgestelde onderaannemer over het desbetreffende certificaat beschikt. Dat die onderaannemer tevens een zusterorganisatie van SE is, maakt het voorgaande niet anders. Dat PALLAS dit in de motivering bij de gunningsbeslissing beschouwt als “
not fully in line with the technical specifications” is dan ook begrijpelijk. Eveneens begrijpelijk is het oordeel van de beoordelingscommissie om dit deel van het Technical Plan “
(…) partially in line with objective 1 (…)” te beoordelen. SE lijkt nu ook te stellen dat de medewerkers van de onderaannemer door haar worden ingehuurd en dus voor SE werken, maar dat zij dit ook al in haar inschrijving heeft gemeld is door PALLAS betwist en door SE niet onderbouwd. Het bezwaar van SE is daarom ongegrond.
manufacturing sequence. Het staat PALLAS vrij om dat een zwaardere weging te geven, maar niet onaangekondigd (dus zonder dat dit uit de aanbestedings-stukken volgt). Bovendien voldoet SE wél aan de
eisvan
vertical assembly, maar heeft zij ervoor gekozen om af te wijken van het
uitgangspuntvan
vertical manufacturing, aldus SE.
manufacturing sequenceniet alleen afgeweken van de door PALLAS gestelde minimumeisen, maar ook heeft SE nagelaten te beschrijven hoe zij de daarbij behorende risico’s minimaliseert. De eisen aan de
manufacturing sequencezijn neergelegd in paragraaf 11 van de
Service Pool – Manufacturing specification, terwijl uit paragraaf 13 daarvan volgt dat eventuele wijzigingen in de eisen van paragraaf 11 alleen mogen worden geïmplementeerd na goedkeuring van of namens PALLAS, welke toestemming nooit is gegeven. De beoordelingscommissie heeft dit punt dan ook terecht zwaar laten meewegen, omdat het Technical Plan van SE daarmee onvoldoende aansluit op de (hoofd|)doelen 1 tot en met 3, aldus PALLAS.
overall qualityvan het Technical Plan van de inschrijvers zou beoordelen. De elementen genoemd in paragraaf 5.6.1.2 zijn de minimumeisen waaraan het Technical Plan moest voldoen, maar zijn geen sub-gunningscriteria, aldus VDL-KTI.
Manufacturing sequencedoor SE) als zwaarwegend heeft beoordeeld, levert naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook geen introductie op van een nieuw beoordelingscriterium, maar past binnen de beoordeling van de
overall qualityvan het Technical Plan van SE op grond van het bepaalde in de Guideline. Dat in een beoordeling van de
overall qualityvan het Technical Plan bepaalde onderdelen zwaarder zullen meewegen dan andere, is evident. Voorts had SE uit het feit dat van de voorgeschreven
Manufacturing sequencealleen zou kunnen worden afgeweken na goedkeuring van PALLAS of haar vertegenwoordiger kunnen afleiden dat dit een belangrijk punt zou kunnen zijn bij de beoordeling. Het betoog dat PALLAS hier op voorhand op had moeten wijzen, wordt verworpen. Van een nieuw beoordelingsaspect is geen sprake. Ook dit bezwaar faalt daarom.
welding on site’ heeft SE in haar inschrijving een periode van 22 werkdagen gepland, hetgeen door PALLAS in de gunningsbeslissing als ‘te optimistisch’ is omschreven. Volgens SE is haar planning echter in overeenstemming met de ‘
Indicative timeline after contract’ van PALLAS zelf, die bij de aanbestedingsstukken was gevoegd. Zij hoefde er geen rekening mee te houden dat zij door PALLAS op haar planning zou worden afgerekend zolang zij zich aan de planning van PALLAS houdt, aldus SE.
Schedule 2 ‘Contractor Schedule and Milestones’ en niet op voornoemde indicatieve planning. Tussen die twee documenten zit weliswaar een onderlinge tegenstrijdigheid (één maand in de
Indicative timelineten opzichte van twee maanden in
Schedule 2), maar als SE daar vragen over had gehad, had het op haar weg gelegen om die aan PALLAS te stellen. Daar komt bij dat SE op grond van paragraaf 5.6.3.2 van de Guideline-Pools in haar Project Management Plan een geavanceerde front end planning van de benodigde werken (inclusief herstelplan) moest opnemen, terwijl de beoordelingscommissie die planning op grond van paragraaf 5.6.3.3 zou beoordelen op basis van drie aspecten, waaronder de (hoofd)doelen van PALLAS (zie hierboven in 2.9). SE heeft de beoordelingscommissie er niet van kunnen overtuigen dat de geplande periode van 22 dagen reëel is, gelet op alle (andere) werkzaamheden die in die periode moeten worden uitgevoerd, aldus nog steeds PALLAS.
Schedule 2 Contractor Schedule and Milestones’opgenomen planning en niet op de ‘
Indicative timeline after contract signing’.Dat volgt alleen al uit de benaming van beide documenten
.Uit de gunningsbeslissing blijkt dat de voor ‘
integration and welding on site’ door SE gemaakte inschatting van 22 dagen “
seems too optimistic in the opinion of the assessment committee, given all tasks that need to be performed during this period and is therefore considered as a risk for the feasibility of this planning”, met als gevolg dat het Project Management Plan van SE op dit punt ‘
sufficiently in line with objective 1” wordt geacht door de beoordelingscommissie. Hoewel deze planning – ook volgens PALLAS – weliswaar binnen de (indicatieve) tijdlijn van PALLAS valt, betekent dat nog niet dat de beoordelingscommissie dat ‘dus’ niet als een risico heeft kunnen bestempelen, zoals SE lijkt te betogen. Dat SE zich niet kan vinden in die beoordeling als zodanig en in het feit dat de beoordelingscommissie gegeven alle opdrachten die moeten worden uitgevoerd een risico ziet in de (strakke) planning van SE, betekent niet dat de beoordeling of de motivering daarvan tekortschiet. Ook dit bezwaar faalt.
a project specific organization chart could have provided more insights here”), terwijl dat organogram niet is gevraagd. Daarmee wordt SE afgerekend op onbekende beoordelings-aspecten in strijd met het transparantiebeginsel, terwijl de gegeven motivering de gegeven score niet ondersteunt, aldus SE.
overall qualityvan haar Project Management Plan, aldus PALLAS.
there will be a dedicated project team for this project” op zich goed vindt, maar dat SE daar meer inzicht in had kunnen geven. Ter verdere uitleg wat SE dan (bijvoorbeeld) had kunnen doen om dat ontbrekende inzicht te verschaffen, heeft PALLAS in haar gunningsbeslissing een organogram genoemd (“…
a project specific organization chart could have provided more insight here.”). Zoals PALLAS terecht heeft betoogd, stond het SE uiteraard ook vrij om de wijze waarop zij de beschreven doelen zou bereiken op een andere manier SMART te maken. Het betoog van SE dat het ontbreken van een organogram bepalend is geweest voor de onderbouwing van de score en – als dat niet zo zou zijn – dat niet duidelijk is wat wel de grondslag voor de score is geweest, berust op een onjuiste en beperkte lezing van de motivering van de beslissing. Het bezwaar is ongegrond.
…the overview of foreseen risks and mitigations is not very extensive. Only five risks have been identified, which seems inadequate for a project of this scale. (…) VDL-KTI describes their risk management procedure as well and provide an extensive overview of 20 foreseen risks and mitigation measures.” Hiermee heeft PALLAS volgens SE een kwantitatief in plaats van een kwalitatief oordeel gegeven. Omdat uit de Guideline niet blijkt dat PALLAS een hogere score zou toekennen als er meer risico’s zouden worden benoemd, volgt PALLAS niet haar eigen aanbestedingsstukken.
onbenoemd heeft gelaten. De risico’s die SE in haar inschrijving wél heeft benoemd, zijn bovendien zeer algemeen van aard. Het had op de weg van SE gelegen om het overzicht van geïdentificeerde risico’s SMART te maken. Uit paragraaf 5.6.3 van de Guideline-Pools volgt dat van inschrijvers verwacht werd dat zij ín het Project Management Plan zouden ingaan op geïdentificeerde risico’s en beheersmaatregelen, én dat zij daarop zouden worden beoordeeld.
wich seems inadequate for a project of this scale” en VDL-KTI 20, berust op een te beperkte lezing van de gunningsbeslissing. SE gaat eraan voorbij dat in de gunningsbeslissing ook is uiteengezet dat “
also the risk level for these identified risks is not specified. In that sense Schelde Exotic does not show they are using their own described model in this plan. This could have been more specific, giving more insight and comfort in how Schelde Exotic would achieve objective 3”.Alleen al hieruit volgt dat van een kwantitatieve beoordeling geen sprake is. Het bezwaar wordt verworpen.
risk levelsin de inschrijving van SE, terwijl in de aanbestedingsstukken niet is gevraagd om risiconiveaus. Bovendien heeft SE in de beschrijving van de risk management procedure beschreven dat zij werkt met risiconiveaus en hoe deze tot stand komen. Daarmee is het oordeel van PALLAS volgens SE ook nog eens onbegrijpelijk en inhoudelijk onjuist.
risk management procedureheeft beschreven en dat zij daarin risiconiveaus heeft genoemd. Deze beschrijving is volgens PALLAS door de beoordelingscommissie positief gewaardeerd. Wel heeft de commissie daarbij de kanttekening geplaatst dat zij een koppeling heeft gemist tussen deze risiconiveaus en de door SE geïdentificeerde risico’s en dat SE haar plan op dit punt meer SMART had kunnen maken, aldus PALLAS.
objectives) voor de drie kwalitatieve subgunningscriteria volgt ondubbelzinnig dat het minimaliseren van risico’s belangrijk is. De plannen zouden alle worden beoordeeld op de mate waarin deze zouden bijdragen om (onder meer) dat doel te bereiken. Dat in die beoordeling niet alleen een rol zou spelen welke risico’s door de inschrijvende partij worden onderkend maar ook welke risiconiveaus daarvoor gelden en hoe die risico’s zullen worden beheerst, moet voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver duidelijk zijn. Dit volgt ook uit het feit dat SE er op wijst dat zij in haar eigen risk management procedure ook werkt met risiconiveaus. Daarom valt niet in te zien waarom PALLAS in de aanbestedingsstukken expliciet had moeten vragen om risiconiveaus.
Risk management procedure and overview of foreseen risks and mitigationsin (nagenoeg) identieke bewoordingen onder meer het volgende opgenomen:
risk levels). Daarmee is de inschrijving van SE dus beoordeeld op een onderwerp dat niet is uitgevraagd, wat neerkomt op een wijziging van de elementen van het criterium Project Management Plan. PALLAS voegt daarmee dus een relevant beoordelingsaspect toe, wat in strijd is met het transparantiebeginsel. In haar inschrijving heeft SE in algemene bewoordingen haar
risk management procedurebeschreven. Pas tijdens de uitvoering van de overeenkomst – wanneer zij zal beschikken over relevante informatie, die zij nu nog niet heeft – zal SE specifiek voor de beide projecten een
risk management plan(kunnen) opstellen, wat een verdieping en verdere analyse van de opdracht is. Dat kan geen onderdeel zijn van de inschrijving, aldus SE.
risk management procedurein het Project Management Plan van SE positief gewaardeerd, maar heeft SE haar plan – door daarin niet te laten zien hoe zij haar eigen
risk management procedureook daadwerkelijk toepast en ook anderszins niet uit te werken hoe zij de impact van de door haar geïdentificeerde risico’s inschat – onvoldoende SMART gemaakt. Dat is geen kwestie van het introduceren van een nieuw beoordelingsaspect, maar slechts van een oordeel over de door SE zelf geïntroduceerde risiconiveau’s, althans de mate waarin zij die concreet heeft gemaakt. Dat valt binnen de beoordelingsruimte die toekomt aan de beoordelings-commissie, aldus PALLAS.
VDL-KTI heeft aangetoond dat zij haar risicomanagementprocedure gebruikt zoals toegelicht”.
risk management procedurevan SE positief (“
well described and shown in the Project Management Plan”) wordt beoordeeld maar dat de
risk levelsdaarin niet gespecificeerd zijn, zodat SE niet laat zien hóe zij haar eigen beschreven model gebruikt in dat plan. Dat had meer specifiek gemaakt kunnen worden, waarmee SE meer inzicht had verschaft hoe zij doel 3 zou bereiken. Hier heeft de beoordelingscommissie SE dus niet afgerekend op de afwezigheid van
risk levels, maar op de mate waarin zij die heeft uitgewerkt en SMART gemaakt, zoals ook beschreven in de Guidelines. Van de introductie van een nieuw beoordelingsaspect is dan ook geen sprake, zodat ook het laatste bezwaar strandt.
nieuwebeoordelingscommissie – geen bespreking.