ECLI:NL:RBNHO:2024:9636

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 september 2024
Publicatiedatum
19 september 2024
Zaaknummer
11053426 \ CV EXPL 24-799
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling in consumentenkoop met betrekking tot een koop op afstand via Zalando

In deze zaak heeft Alektum Capital V AG, een vennootschap naar buitenlands recht gevestigd in Zug, Zwitserland, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die in persoon procedeert. De vordering betreft een bedrag van € 98,54, dat bestaat uit een hoofdsom van € 55,21, buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 en rente van € 3,33. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die de gedaagde zou hebben gesloten met Zalando voor de aankoop van een Wood Pour Homme eau de toilette. De gedaagde betwist echter de vordering en stelt dat hij het parfum nooit heeft besteld of ontvangen, en dat de factuur onjuist is. De kantonrechter heeft de vordering van Alektum beoordeeld en vastgesteld dat de gedaagde wel degelijk een bestelling heeft geplaatst bij Zalando, aangezien het verplicht is om een account aan te maken voor het plaatsen van een bestelling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Alektum voldoende heeft aangetoond dat aan de wettelijke informatieplichten is voldaan en heeft de vordering van Alektum toegewezen. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11053426 \ CV EXPL 24-799
Uitspraakdatum: 19 september 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
Alektum Capital V AG
gevestigd te Zug (Zwitserland)
eiseres
verder te noemen: Alektum
gemachtigde: R. Slagman
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Alektum heeft bij dagvaarding van 15 april 2024 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord en dit nadien nog verder schriftelijk aangevuld.
1.2.
Alektum heeft hierop schriftelijk gereageerd. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] niet meer gereageerd.

2.De vordering en het verweer

2.1.
Alektum vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 98,54 (bestaande uit een hoofdsom van € 55,21, buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 en rente van € 3,33), te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 55,21 vanaf 15 april 2024 tot de algehele voldoening en de proceskosten. Zij baseert haar vordering op het volgende. [gedaagde] heeft via de website van Zalando een Wood Pour Homme eau de toilette (hierna: het parfum) gekocht. Het parfum heeft Zalando aan [gedaagde] geleverd. [gedaagde] heeft, ondanks de sommaties, de factuur niet betaald. Daarom is hij ook de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente verschuldigd. Zalando heeft de vordering tot betaling van de koopsom verkocht en overgedragen aan Alektum.
2.2.
[gedaagde] betwist de vordering. [gedaagde] voert aan – samengevat – dat hij niet de contractspartij is, omdat hij het parfum niet heeft besteld en ook heeft hij het parfum nooit ontvangen. Ook heeft hij geen account bij Zalando gehad. Verder voert [gedaagde] aan dat hij nooit een factuur heeft ontvangen. Bovendien is de naam die op de factuur staat onjuist. De voornaam van [gedaagde] is ‘ [voornaam] ’ en geen ‘ [andere naam] ’. De aanmaningen van 4 april 2023 en 8 december 2023 heeft [gedaagde] wel ontvangen. Omdat er veel tijd zat tussen de verstuurde aanmaningen, de aanmaningen verstuurd werden door verschillende bedrijven en uit angst voor fraudeurs heeft [gedaagde] geen contact gezocht met Zalando. Dat komt ook omdat hij in het verleden in een schuldsaneringstraject heeft gezeten en [gedaagde] juist heel blij is dat hij dat heeft afgesloten.

3.De beoordeling

3.1.
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] heeft Alektum de vordering verder onderbouwd. Daarbij is ook ingegaan op het verweer [gedaagde] . [gedaagde] heeft een bestelling geplaatst bij Zalando. De factuur – zie productie 5 van de dagvaarding – heeft betrekking op onderhavige vordering. Op deze factuur is namelijk een duidelijk overzicht te zien van hetgeen door [gedaagde] is besteld. Bovendien is het bij Zalando verplicht een account aan te maken voordat er een bestelling kan worden geplaatst. De gekoppelde gegevens van het onderhavige account zijn, naam: [andere naam] [gedaagde] , factuuradres: [adres] ) [woonplaats] en e-mailadres:
[adres].
3.2.
Nu uit de nadere onderbouwing blijkt hoe de vordering van Alektum is opgebouwd en [gedaagde] daarop niet meer heeft gereageerd en daar dus ook geen bezwaren tegen heeft aangevoerd, zal de kantonrechter de vordering van [gedaagde] toewijzen.
3.3.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, i, j, o en p en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
3.4.
De kantonrechter is van oordeel dat Alektum voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de informatieplichten.
3.5.
De bedingen die voor de beoordeling van de vordering relevant zijn, te weten artikel 15.4 van de Algemene Voorwaarden van de Nederlandse Thuiswinkel Organisatie (1 juni 2014) en artikel 3.3 van de Algemene en Aanvullende Voorwaarden van Zalando, zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Conclusie
3.6.
Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde] de hoofdsom van € 55,21 moet betalen aan Alektum. De gevorderde rente is ook toewijsbaar, omdat [gedaagde] hiertegen geen verweer heeft gevoerd en hij in verzuim is. De vordering ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten wordt eveneens toegewezen. Aan de vereisten van artikel 6:96 van het BW is voldaan. Het toewijsbare bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten wordt vastgesteld volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe [gedaagde] zal worden veroordeeld. Er wordt een bedrag van € 40,00 toegewezen.
3.7.
[gedaagde] is overwegend in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief de nakosten) betalen. De proceskosten van Alektum worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 80,00 (2,00 punten x € 40,00)
- nakosten € 20,00 (plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 343,54

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Alektum van € 98,54, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 55,21 vanaf 15 april 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten € 343,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter