ECLI:NL:RBNHO:2024:9597

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 september 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
C/15/356407 / FA RK 24-4467
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 september 2024 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene die zich niet bereid toonde om ter zitting te verschijnen. De rechter heeft de betrokkene in zijn cel bezocht, waar deze aanvankelijk weigerde te spreken, maar via een handgebaar aangaf het niet eens te zijn met het verzoek. Uiteindelijk gaf de betrokkene aan geen bezwaar te hebben tegen voortzetting van de crisismaatregel, mits dit verantwoord kon worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor de betrokkene of anderen aanwezig was, veroorzaakt door een psychische stoornis. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om dit nadeel af te wenden, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de mogelijkheid tot verlenging. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is op 10 september 2024 vastgesteld. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
zaak-/rekestnr.: C/15/356407 / FA RK 24-4467
beschikking van de enkelvoudige kamer van 5 september 2024,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. E. Boskma, gevestigd te Alkmaar, waarnemend voor mr. B. Roodveldt, gevestigd te Zaandam.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 september 2024, heeft de officier van justitie voortzetting verzocht van de door de burgemeester van Zaanstad op 30 augustus 2024 aan betrokkene opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring van 30 augustus 2024;
- een afschrift van de politiemutaties van 2 september 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 september 2024, in voornoemde accommodatie.
1.3.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- de arts, [arts] .
1.4.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich ter zitting te doen te doen horen. Betrokkene weigerde zijn cel uit te komen om de zitting bij te wonen. Daarop is de rechter naar de cel van betrokkene gegaan. Betrokkene weigerde aanvankelijk te spreken en reageerde alleen non-verbaal. Daartoe uitgenodigd door de rechter gaf betrokkene middels een handgebaar (duim naar beneden wijzend) aan dat hij het niet eens was met het verzoek. Uiteindelijk heeft betrokkene gezegd dat hij zijn straf (bijna) had uitgezeten en dat hij er geen problemen mee had om in [verblijfplaats] te blijven als de rechter dat voor zichzelf kon verantwoorden. Betrokkene bleef bij zijn wens om de zitting niet bij te wonen, waarna de zitting buiten zijn aanwezigheid is gehouden.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.2.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten: een paranoïde-psychotisch toestandsbeeld, in het kader van een schizofreniespectrumstoornis, al dan niet samenhangend met een post traumatische stressstoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van bewegingsvrijheid;
  • het insluiten van betrokkene;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • opnemen in een accommodatie.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke voorwaarden voor afgifte van de machtiging met de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg wordt voldaan.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen voornoemde vormen van verplichte zorg.
2.6.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.3 zijn genoemd;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
26 september 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.P. van der Haak, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Bos als griffier en in het openbaar uitgesproken op 5 september 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 september 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.