Op 1 augustus 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en (spoed)uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [de minderjarige 1], [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om deze maatregelen vanwege zorgen over vermoedelijk seksueel misbruik van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] door de (ex-)partner van de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om de kinderen voorlopig onder toezicht te stellen en hen uit huis te plaatsen in een veilige omgeving.
De moeder, die het ouderlijk gezag over de kinderen heeft, heeft aangegeven dat er chaos en onduidelijkheid in de thuissituatie heerst. De kinderen verblijven momenteel in pleeggezinnen, waar zij zich veilig voelen. De kinderrechter heeft de verklaringen van de minderjarigen en de zorgen van de Raad voor de Kinderbescherming serieus genomen. De moeder ontkent de zorgen over seksueel misbruik, maar de kinderrechter heeft geconcludeerd dat de veiligheid van de kinderen in het geding is.
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] verlengd tot 22 oktober 2024, in het belang van hun verzorging en opvoeding. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht een eventueel hoger beroep. De kinderrechter heeft benadrukt dat er nader onderzoek moet worden gedaan naar de thuissituatie en de relatie van de moeder met haar (ex-)partner, om de veiligheid van de kinderen te waarborgen.