ECLI:NL:RBNHO:2024:9589

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
10972118 CV EXPL 24-1592
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van de koopsom wegens gebrek aan bewijs van levering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Alektum Capital V AG, de eisende partij, en een gedaagde die een product had besteld bij Zalando. De vordering van Alektum tot betaling van de koopsom van € 254,95 werd afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld dat het bestelde product daadwerkelijk aan de gedaagde was geleverd. De procedure begon met een dagvaarding van 16 februari 2024, waarna beide partijen schriftelijk hun standpunten hebben toegelicht. De gedaagde betwistte de ontvangst van het product en voerde aan dat hij de factuur niet had betaald omdat hij het product nooit had ontvangen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand en dat Alektum niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de levering van het product heeft plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat de enkele track & trace-melding van DHL niet voldoende was om te concluderen dat de gedaagde het pakket daadwerkelijk had ontvangen. Aangezien Alektum niet aan zijn bewijslast heeft voldaan, werd de vordering afgewezen. De kosten van de procedure werden aan Alektum opgelegd, aangezien zij in het ongelijk zijn gesteld. De gedaagde heeft geen kosten gemaakt, waardoor de proceskosten aan zijn zijde op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Handel, Kanton en Insolventie
Locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10972118 CV EXPL 24-1592
Uitspraakdatum: 25 september 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
Alektum Capital V AG
gevestigd te Zug (Zwitserland)
de eisende partij
hierna te noemen: Alektum
gemachtigde: R. Slagman, gerechtsdeurwaarder
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats], gemeente [gemeente],
de gedaagde partij
hierna te noemen: [gedaagde]
verschenen in persoon
De zaak in het kort
De vordering tot betaling van de koopsom wordt afgewezen omdat niet vastgesteld kan worden dat het door koper bestelde product daadwerkelijk aan hem is (af)geleverd.

1.De procedure

1.1.
Alektum heeft bij dagvaarding van 16 februari 2024 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Alektum heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] op zijn beurt een schriftelijke reactie heeft gegeven. Hierna heeft Alektum nog eenmaal schriftelijk gereageerd.

2.De feiten

2.1.
Op of omstreeks 9 januari 2023 heeft [gedaagde] een product besteld bij Zalando, te weten een ‘zwemshorts – nero’ voor een bedrag van € 254,95 inclusief btw. Bij de bestelling is het woonadres van [gedaagde] als factuuradres en leveringsadres opgegeven. Het bestelnummer is [nummer 1].
2.2.
[gedaagde] heeft de factuur van 9 januari 2023, die betrekking heeft op de onder 2.1 genoemde bestelling, niet betaald.
2.3.
Bij e-mail van 18 januari 2023 heeft ‘service@zalando.nl’ onder meer het volgende bericht aan [gedaagde]:
“(..) Wat vervelend dat je het pakket van bestelling [nummer 1] niet hebt ontvangen, excuses daarvoor!
We hebben een onderzoek opgestart bij DHL, onze bezorgpartner, en zij hebben bevestigd dat de koerier je pakket geleverd op het leveringsadres op 9 januari 2023. Aangezien je hebt aangegeven dat dit niet het geval is, wil ik je graag vragen de juridische verklaring die bij deze e-mail is gevoegd in te vullen en deze naar mij op te sturen. (..)”
2.4.
Op 8 februari 2024 heeft [gedaagde] een zogenaamde Rechtsverklaring – Levering van Zalando ingevuld, waarin hij verklaart de bestelling met bestelnummer [nummer 1] en track & trace code [nummer 2] in zijn geheel niet te hebben ontvangen.
2.5.
Op enig moment heeft Zalando haar vorderingen op [gedaagde] verkocht en gecedeerd aan Zalando Payments GmbH in Berlijn. Zalando Payments GmbH heeft de vorderingen weer verkocht en gecedeerd aan Alektum. [gedaagde] is daarvan bij brief van 30 mei 2023 door Alektum op de hoogte gesteld en [gedaagde] is meegedeeld dat hij vanaf dat moment enkel bevrijdend kan betalen aan Alektum.
2.6.
Op 20 juni 2023 heeft Alektum een aanmaning verstuurd naar het adres van [gedaagde]. Daarin wordt hij gesommeerd om binnen veertien dagen na ontvangst van de brief over te gaan tot betaling van een bedrag van € 254,95, vermeerderd met € 40,00 aan incassokosten als hij niet tot betaling overgaat. [gedaagde] heeft geen gehoor gegeven aan deze sommatie.

3.Het geschil

3.1.
Alektum vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling aan haar van een bedrag van € 308,48, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Hij geeft – kort gezegd – aan de vordering van Alektum niet te willen betalen, omdat hij het door hem bestelde product nooit heeft ontvangen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Toetsing algemene voorwaarden
4.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, i, j, o en p en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat Alektum voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de informatieplichten.
4.3.
De bedingen die voor de beoordeling van de vordering relevant zijn, te weten artikel 15.4 van de Algemene Voorwaarden van de Nederlandse Thuiswinkel Organisatie (1 juni 2014) en artikel 3.3 van de Algemene en Aanvullende Voorwaarden van Zalando, zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Is [gedaagde] de koopsom aan Alektum verschuldigd?
4.4.
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde] het gevorderde bedrag uit hoofde van de koopovereenkomst aan Alektum is verschuldigd. Artikel 7:26 lid 2 BW bepaalt dat de koopsom betaald moet worden ten tijde van de aflevering. [gedaagde] betwist dat hij de bestelling heeft ontvangen. Daarmee betwist hij de opeisbaarheid van de koopsom.
4.5.
Op grond van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rust op Alektum de bewijslast van zijn stelling dat de levering van het door [gedaagde] bestelde product heeft plaatsgevonden. Gezien de gemotiveerde betwisting daarvan door [gedaagde], ligt het op de weg van Alektum om zijn stelling nader te onderbouwen.
4.6.
Ter nadere onderbouwing heeft Alektum bij repliek een screenshot van DHL in het geding gebracht. Op dat screenshot is te lezen dat het pakket met zendingsnummer [nummer 2] en track & trace code [nummer 2] op maandag 9 januari 2023 om 17:19 bij [gedaagde] in zijn brievenbus is bezorgd. Deze gegevens corresponderen met de bestelgegevens zoals door [gedaagde] zijn ingevuld in zijn ‘Rechtsverklaring – Levering’ (2.4).
Anders dan Alektum stelt, is de kantonrechter niet van oordeel dat Alektum (althans Zalando) hiermee heeft voldaan aan de contractuele verplichtingen die voortvloeien uit de koopovereenkomst. [gedaagde] heeft immers geen handtekening gezet voor de ontvangstneming van het pakketje en een ander bewijs van inontvangstneming door [gedaagde] ontbreekt. Uit de enkele track & trace-melding dat het pakket in de brievenbus van [gedaagde] is bezorgd, volgt niet dat de goederen
feitelijkop het adres van [gedaagde] zijn bezorgd en in zijn bezit zijn gekomen. Alektum heeft dan ook niet voldaan aan de op hem rustende bewijsplicht. Bij gebreke aan een gespecificeerd bewijsaanbod zal Alektum bovendien niet worden toegelaten tot het leveren van (nader) bewijs.
4.7.
Uit het voorgaande blijkt dat niet vastgesteld kan worden dat de levering aan [gedaagde] daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De vordering van Alektum zal daarom worden afgewezen. Omdat de gevorderde hoofdsom wordt afgewezen, zullen de daarmee samenhangende nevenvorderingen van vergoeding van de buitengerechtelijke kosten en rente eveneens worden afgewezen.
De kosten
4.8.
Alektum zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten zullen aan de kant van [gedaagde] worden begroot op nihil, omdat [gedaagde] zonder bijstand van een gemachtigde heeft geprocedeerd en gesteld noch gebleken is dat hij in het kader van deze procedure op andere wijze kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering van Alektum af,
5.2.
veroordeelt Alektum in de kosten van het geding, die aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
1467