Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- het herstelexploot
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met producties
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De beoordeling in het incident
- primair [gedaagde] B.V. te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 112.080,86 (zijnde de herstelkosten voor totaal herstel), te vermeerderen met een bedrag van € 15.696,86 (zijnde aanvullende schadevergoeding), beide te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- subsidiair [gedaagde] B.V. te veroordelen om de vastgestelde gebreken aan de woning [adres] ([postcode] [plaats 1]) binnen 60 dagen na betekening van het vonnis te herstellen op de door de heer [betrokkene 1] aanbevolen wijze zoals bedoeld in zijn rapport daterend van 17 juni 2022 en meer specifiek voor gebrek (i) de kostenraming daterend van 30 januari 2024, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat [gedaagde] B.V. niet volledig aan deze veroordeling heeft voldaan;
3.De beslissing
2 oktober 2024,
23 oktober 2024voor conclusie van antwoord.