3.3.1Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 (het medeplegen van de invoer van cocaïne)
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de beschikbare stukken en de bewijsmiddelen zoals opgenomen in de bijlage, het volgende vast.
Op 27 januari 2024 ontving de Koninklijke Marechaussee informatie dat er verdovende middelen aan boord van vlucht KL741, afkomstig uit Cartagena (Colombia), zouden zijn en dat deze vlucht om 10:35 uur zou aankomen in Amsterdam. Een zwarte Volkswagen met kenteken [kentekennummer] zou de verdovende middelen ophalen bij het Van der Valk Hotel. Naar aanleiding van deze informatie is de Koninklijke Marechaussee een onderzoek gestart.
Door de Koninklijke Marechaussee wordt gezien dat de verdachte zich op 27 januari 2024 om 08:15 uur samen met [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]) in een zwarte Volkswagen met kenteken [kentekennummer] bevindt op de parkeerplaats bij het Van der Valk Hotel nabij de luchthaven Schiphol. [medeverdachte 1] vertrekt vervolgens om 10:00 uur met de bus naar de luchthaven Schiphol, waarna de verdachte zich omstreeks 16:00 uur met de zwarte Volkswagen in de richting van genoemde luchthaven begeeft. Rond 17:00 uur verlaat de verdachte de luchthaven en gaat naar het Van der Valk Hotel alwaar hij om 17.40 uur wordt aangehouden. Onder hem worden drie telefoons in beslag genomen, te weten een Huawei, een Apple iPhone XR en een Oppo.
Aangetroffen iPhone kan aan de verdachte worden toegeschreven
De verdachte heeft over de onder hem in beslag genomen telefoons (die in de Volkswagen lagen ten tijde van zijn aanhouding) onder meer verklaard dat de Huawei van hem is en dat de iPhone door [voornaam medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) bij hem in de auto waren achtergelaten en dat hij deze niet heeft gebruikt.
De rechtbank stelt vast dat het in de Huawei geregistreerde zogenaamde “eigen nummer”, en daarmee dus het telefoonnummer van de verdachte, hetzelfde telefoonnummer is als het “eigen nummer” zoals opgeslagen in de iPhone. Dit acht de rechtbank een belangrijke aanwijzing voor de omstandigheid dat deze telefoons bij dezelfde persoon in gebruik zijn. Verder is in de iPhone berichtenverkeer aangetroffen met contactpersoon ‘Blessed’ met het telefoonnummer [telefoonnummer]. Ditzelfde telefoonnummer staat genoteerd op de factuur van de door [medeverdachte 1] geboekte kamer in het Van der Valk Hotel, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat dit telefoonnummer van [medeverdachte 1] is en hij derhalve contactpersoon ‘Blessed’ is. De rechtbank acht in dat licht de verklaring van de verdachte dat de onder hem aangetroffen iPhone van [medeverdachte 1] is, ongeloofwaardig. [medeverdachte 1] zou dan immers gesprekken met zichzelf hebben gevoerd en berichten naar zichzelf hebben gestuurd. Tenslotte worden er in de middag van 27 januari 2024 vanaf de iPhone (belastende) berichten gestuurd naar ‘Blessed’, terwijl de verdachte heeft verklaard dat hij op dat moment ook beschikte over de iPhone. Voorgaande omstandigheden laten, in onderling verband en samenhang bezien, geen andere conclusie toe dan dat de verdachte ten tijde hiervan de gebruiker was van de onder hem in beslag genomen iPhone.
Invoer van cocaïne
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat de iPhone belastend materiaal bevat voor een (mede door de verdachte georganiseerd) transport vanuit Cartagena (Colombia) naar Amsterdam op 27 januari 2024. Dit betreft de volgende bevindingen.
In de iPhone van de verdachte zijn onder meer videofragmenten van twee koffers met zwarte pakketten aangetroffen, door de Koninklijke Marechaussee ambtshalve herkent als in totaal 22 blokken met verdovende middelen. Op een videofragment is ook te zien dat in beide koffers vermoedelijk een tracker wordt gestopt. Bij de pakketten ligt een briefje met de tekst “[naam] 15 Baber Colonia 25 enero 2024” (vertaald: [naam] 15 kapper Keulen 25 januari 2024). Deze videofragmenten zijn op 25 januari 2024 verstuurd aan de verdachte. De verdachte heeft verklaard dat hij woonachtig is in Keulen en kapper is van beroep.
Daarnaast is in de iPhone een afbeelding aangetroffen van witte blokken met daarbij een zeer vergelijkbaar briefje, met als enige verschil de datum (16 januari 2024 in plaats van 25 januari 2024). De Koninklijke Marechaussee herkent de witte blokken op die afbeelding als vermoedelijk blokken cocaïne. De rechtbank stelt vast dat de afgebeelde witte blokken (op de foto betreffende 16 januari 2024) qua vorm overeenkomsten vertonen met de afgebeelde zwarte pakketten (op de video betreffende 25 januari 2024). Daarnaast is het de rechtbank ambtshalve bekend dat Colombia, naast Bolivia en Peru, een bronland is van cocaïne. Op grond van het vorenstaande staat voor de rechtbank buiten redelijke twijfel vast dat de zwarte pakketten in de video van 25 januari 2024 cocaïne bevatten.
Verder volgt uit de iPhone van de verdachte dat hij op 27 januari 2024 de hele middag contact heeft onderhouden met ‘Blessed’. Zo stuurt de verdachte aan ‘Blessed’ “
dat draait nog ergens rond, haal dat daar weg, praat met die mensen, straks wordt het gejat. Ik zie alles vanaf hier” en ‘Blessed’ reageert daarop met “
[voornaam verdachte], de issue is dat dat steeds rondjes draait op dezelfde plek”. ‘Blessed’ stuurt daarbij om 14:38 uur een afbeelding waarop volgens de Koninklijke Marechaussee vermoedelijk twee GPS-trackers zijn te zien op een kaart van een gedeelte van de luchthaven Schiphol. De verdachte reageert daarop met “
het is normaal dat hij die kant op loopt want de man die het ging pakken is van daar, dat is wat wij besproken hebben toch (…). Jij zei, de man die het daar ophaalt is met de strepen, hij is van de mollen. Als de mollen het hebben, dan hebben ze het bewaard, wachtend tot het eruit kan”.
Dat in de koffers daadwerkelijk trackers waren gestopt, wordt bovendien ondersteund door het onderzoek naar de onder de verdachte in beslag genomen Oppo telefoon, die de rechtbank ook aan de verdachte toeschrijft, nu op geen enkele manier aannemelijk is geworden dat deze telefoon, aangetroffen in de Volkswagen ten tijde van de aanhouding van de verdachte, door een ander zou zijn gebruikt. Hieruit blijkt dat daarop een applicatie genaamd “Traccar” was geïnstalleerd, die software aanbiedt voor GPS tracking. Deze software stuurt meldingen naar een telefoon en laat live de locatie van, in dit geval, de trackers zien. De Koninklijke Marechaussee heeft in die applicatie ingelogd met de verkregen betreffende gebruikersnaam en wachtwoord, waarna een kaart van Schiphol Plaza te zien was met daarop twee zogenaamde icoontjes (de trackers) die op 27 januari 2024 voor het laatst verbinding hadden gemaakt met een rood gekleurde batterij icoon. Hieruit kan derhalve naar het oordeel van de rechtbank de conclusie worden getrokken dat de koffers met daarin de trackers zich op dat moment op de luchthaven Schiphol bevonden. Dat de icoontjes in het proces-verbaal aanvullende analyse telecom van 1 februari 2024 (dossierpagina’s 63 t/m 69) worden aangeduid als ROCO1 en ROCO2 en in het proces-verbaal bevindingen van dezelfde datum (dossierpagina 70 e.v.) als ROKO en ROKO2 maakt dit niet anders. Nu deze informatie is verkregen met dezelfde inloggegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) gaat de rechtbank ervan uit dat het steeds om dezelfde twee trackers gaat.
De rechtbank leidt uit het berichtenverkeer tussen de verdachte en ‘Blessed’ voorts af dat zij de koffers met de trackers en de cocaïne op Schiphol uiteindelijk niet hebben kunnen vinden. Dit blijkt met name uit het bericht van 12.54 uur van contact ‘Pejaro Piloto’ aan de verdachte met de inhoud: “
My friend there are problems. We are discovered”. Dat de koffers met cocaïne überhaupt niet zijn aangekomen in Nederland, zoals de raadsman stelt, acht de rechtbank onaannemelijk. Op de beschikbare camerabeelden is te zien dat de verdachte na ontvangst van voornoemde berichten naar Schiphol is gegaan en daar op verschillende plekken zoekend heeft rondgekeken. Op basis van de observatie kan worden vastgesteld dat de verdachte toen ongeveer een half uur op de luchthaven is geweest. Ondertussen werden hem door ‘Blessed’ afbeeldingen gestuurd van de twee trackers die aanstraalden op Schiphol, terwijl op de videofragmenten met de zwarte pakketten ook twee koffers met trackers te zien waren. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat er twee koffers met cocaïne met daarin elk één tracker vanuit Cartagena zijn aangekomen in Nederland. Voor zover de raadsman heeft betoogd dat de pakketten met cocaïne, voordat de koffers op Schiphol waren aangekomen, al uit de koffers kunnen zijn gehaald, merkt de rechtbank op dat op geen enkele manier is gebleken, bijvoorbeeld uit berichtenverkeer in de in beslag genomen telefoons, en dan met name de iPhone, dat er eerder door of met de verdachte gecommuniceerd is over mogelijke problemen met dit transport. De rechtbank is dan ook van oordeel dat, ook al zijn de koffers met cocaïne niet aangetroffen, sprake is van een voltooide invoer van cocaïne.
Medeplegen
Gelet op het voorgaande is de rechtbank ook van oordeel dat de verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan het invoeren van de pakketten cocaïne in Nederland. Zo stond zijn naam vermeld op het briefje bij de koffers met de cocaïne, heeft hij hierover diverse berichten gewisseld met [medeverdachte 1] (‘Blessed’) en met ‘Pejaro Piloto’ en was hij zelf op Schiphol aanwezig om de cocaïne af te halen. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met anderen heeft gehandeld en als medepleger is aan te merken.