De moeder legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
In verband met de zorgen van de moeder, heeft de moeder per 24 mei 2024 de zorgregeling alsmede de belmomenten stopgezet.
Vanaf het moment dat de moeder bij de vader is weggegaan wordt zij bestookt met bedreigingen door de vader, wordt zij voortdurend beledigd en wordt zij gestalkt. Eerder heeft de moeder al een code rood op haar woning gekregen en heeft de vader een Voicetracer geplaatst in de auto waar de moeder gebruik van maakt. Op 24 november 2022 heeft de moeder aangifte gedaan van bedreiging met de dood. Op 30 mei 2023 heeft de moeder een aanvullende verhoorverklaring afgelegd bij de politie. Na de aanvullende verklaring heeft er op 13 juni 2023 een stopgesprek plaatsgevonden met de vader in verband met de bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht en smaad dan wel smaadschrift en stalking en belaging. Ondanks het stopgesprek blijft de vader onverminderd doorgaan met het stalken van de moeder. De moeder besluit op 2 september 2023 om hier aangifte van te doen. Bij de aangifte zitten talloze berichten en gemiste oproepen van de vader die de aangifte ondersteunen. Naar aanleiding van de aangifte heeft de politie melding gemaakt bij Veilig Thuis i.v.m. zorgen over de veiligheid van de thuissituatie van [de minderjarige] . De vader chanteert de moeder met een opname die hij in zijn bezit heeft. De vader dreigt de opname te versturen naar derden, zoals de familie van de moeder. Op 10 oktober 2023 heeft de moeder aangifte gedaan van chantage. Op 10 maart 2024 dreigt de vader dat hij de moeder gaat verbranden. Door de aanhoudende bedreigingen voelt de moeder zich niet veilig. Na deze nieuwe bedreiging heeft de moeder een deurbel met een camera aangeschaft. Op 2 april en 28 mei 2024 heeft er een OM verhoor plaatsgevonden over de bedreiging en dwang. De officier van justitie moet hier nog een beslissing over nemen.
De moeder heeft verzocht om de voorlopige voorzieningen te wijzigen naar aanleiding van een incident dat zich tijdens de tweede week van de meivakantie 2024 heeft afgespeeld. De vader heeft zonder medeweten van de moeder contact gelegd met haar halfzus, waar zij zelf al jaren geen contact meer mee heeft gehad. De vader heeft zonder toestemming van de moeder [de minderjarige] meegenomen naar haar halfzus, terwijl [de minderjarige] haar helemaal niet kent. Hierna heeft de vader geprobeerd om een relatie te krijgen met de halfzus van de moeder. Toen dit hem niet lukte, heeft hij in dit contact wederom doodsbedreigingen geuit naar de moeder en haar familie. De vader heeft voorts erkend dat hij schermopnames had gemaakt van een gesprek tussen [de minderjarige] en haar moeder. De halfzus van de moeder heeft toen contact opgenomen met de moeder. De halfzus verklaart dat het contact er vanuit de vader op gericht was om informatie over de moeder te verkrijgen. Inmiddels heeft de moeder wederom aangifte gedaan.
De moeder heeft zich in juni 2023 aangemeld bij de Blijf Groep op advies van CJG. De begeleider van de moeder [begeleider] heeft hierover een verklaring afgelegd en ingediend bij de Raad. Uit de verklaring van [begeleider] volgt dat ondanks herhaalde pogingen van de moeder om samen met de vader het ouderschap gezond vorm te geven, het proces stagneerde. De systeemgesprekken die zijn gevoerd met ouders, Levvel, Blijf Groep en de Waag verliepen stroef en werden uiteindelijk stopgezet omdat de vader meermaals heeft aangegeven niet meer met de moeder te willen communiceren.
Op 14 maart 2024 heeft er een gesprek plaatsgevonden bij de beschermtafel. Naar aanleiding hiervan heeft de Raad besloten om onderzoek te doen. Inmiddels heeft de Raad verzocht om [de minderjarige] onder toezicht te stellen.
De vader stopt niet met doen van negatieve uitlatingen over de moeder in het bijzijn van [de minderjarige] . De vader misbruikt de belmomenten met [de minderjarige] om contact te krijgen met de moeder. Daarbij blijft de vader over de grenzen van [de minderjarige] heen gaan. De vader schreeuwt, scheldt, bedreigt en chanteert de moeder allemaal in het bijzijn van [de minderjarige] . [de minderjarige] kan niet worden ingeschreven voor Kiestraining omdat de vader geen toestemming wil geven. Inmiddels uit [de minderjarige] een grote weerstand tegen het verblijf bij haar vader.
In 2023 heeft de vader pas onder dreiging van een kort geding toestemming gegeven voor de zomervakantie van de moeder met [de minderjarige] . Gedurende de hele vakantie heeft de vader de moeder bestookt met berichten vol dreigementen, zodat zij geen moment kon genieten. Tot op heden weigert de vader toestemming te verlenen voor de geplande vakantie naar Turkijje van 19 juli tot en met 11 augustus 2024.