ECLI:NL:RBNHO:2024:9371

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
C/15/355767 / FA RK 24-4151
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 2 september 2024 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten recidiverende psychotische episodes, met daarbij misbruik van cannabis en alcohol. De officier van justitie had op 12 augustus 2024 een verzoekschrift ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging, naar aanleiding van een heftige terugval van betrokkene aan het begin van het jaar, die verregaande gevolgen had voor zijn leven. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene op dat moment nog erg kwetsbaar was en een beperkt ziekte-inzicht had, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreepte.

Tijdens de mondelinge behandeling op 2 september 2024, waarbij betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, is de situatie van betrokkene besproken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel voor betrokkene of anderen te voorkomen. De rechtbank heeft de verzoeken van de advocaat om de zorgmachtiging af te wijzen, afgewezen, en heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 2 maart 2025.

De rechtbank heeft daarbij de verschillende vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid, en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 16 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/355767 / FA RK 24-4151
beschikking van de enkelvoudige kamer van 02 september 2024,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. M.P. Lettinga, gevestigd te Amsterdam

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 augustus 2024, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 5 augustus 2024;
  • het zorgplan van 1 augustus 2024;
  • de zorgkaart;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 9 augustus 2024.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 september 2024, in het kantoor van het FACT te Beverwijk.
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [casemanager] , waarnemend casemanager.
1.5.
Tevens is ten behoeve van betrokkene telefonisch bijstand verleend door een tolk in de Engelse taal.
1.6.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten: recidiverende psychotische episodes, met daarbij misbruik van cannabis en alcohol.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
- ernstige psychische schade;
- ernstige immateriële schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De advocaat heeft verzocht om het verzoek af te wijzen omdat betrokkene al 9 maanden vrijwillig meewerkt met de behandeling. Het risico als gevolg van de woonsituatie op de boot is geweken nu betrokkene met ingang van heden is verhuisd naar een eigen woning in IJmuiden. Dit betoog slaagt niet gelet op het volgende.
2.4.1
Betrokkene heeft aan het begin van het jaar een heftige terugval gehad met verregaande gevolgen voor het leven van betrokkene. Het heeft enige tijd geduurd voordat betrokkene na zijn ontslag in maart 2024 stabiel werd. Er is op dit moment sprake van een pril en wankel evenwicht en betrokkene is nog erg kwetsbaar. Daarnaast heeft betrokkene een beperkt ziekte-inzicht. Dit alles, in samenhang met de verhuizing van betrokkene, is de rechtbank van oordeel dat verplichte zorg nog noodzakelijk is. Daarmee is gebleken dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
2.5.
Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
- het beperken van bewegingsvrijheid;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en zal de machtiging worden verleend.
2.9.
De rechtbank stelt daartoe vast dat betrokkene de afgelopen maanden vrijwillig met de hulpverlening heeft meegewerkt en de verwachting is ook dat betrokkene dit zal blijven doen. De rechtbank gaat daarom mee met het verzoek van de advocaat om de machtiging te beperken tot zes maanden, zodat over een half jaar een nieuw toets moment kan plaatsvinden over de vraag of een zorgmachtiging nog noodzakelijk is. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend voor de duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 2 maart 2025.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.5. is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.5. een kortere duur is vermeld.
- bepaalt dat deze machtiging geldt
tot en met 2 maart 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Ok, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Anema als griffier en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 september 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.