ECLI:NL:RBNHO:2024:935

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 januari 2024
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
C/15/348180 / FA RK 24-226
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 19 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gericht op de voortzetting van een crisismaatregel die eerder door de burgemeester van Castricum was opgelegd aan de betrokkene, die in een psychische crisis verkeerde. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een enkelvoudige kamer en heeft kennisgenomen van verschillende medische verklaringen en de mondelinge behandeling van de zaak.

De betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, heeft betwist dat er sprake is van een bipolaire stoornis, zoals door de onafhankelijke psychiater was gesuggereerd. De betrokkene heeft aangegeven dat haar problemen voortkomen uit een samenloop van stressfactoren en dat zij sinds september 2023 in ambulante zorg is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende informatie beschikbaar was over de medische voorgeschiedenis van de betrokkene en dat de huidige mentale gesteldheid niet de voortzetting van de crisismaatregel rechtvaardigde.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was voor de betrokkene of anderen, en heeft het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 30 januari 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
(afwijzing)
zaak-/rekestnr.: C/15/348180 / FA RK 24-226
beschikking van de enkelvoudige kamer van 19 januari 2024,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] te [plaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. A.C. Kamphuis, gevestigd te Alkmaar.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 januari 2024, heeft de officier van justitie voortzetting verzocht van de door de burgemeester van Castricum op 17 januari 2024 aan betrokkene opgelegde crisismaatregel.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring van 17 januari 2024.
1.3.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de ondertekende aanvullende verklaring
van 17 januari 2024 van [psychiater] , psychiater, die betrokkene heeft onderzocht en de eerdere medische verklaring van 17 januari 2024, die op basis van een medisch onderzoek via een beeldbelverbinding tot stand is gekomen, onderschrijft.
1.4.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 januari 2024, in voornoemde accommodatie.
1.5.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- [afdelingsarts] , afdelingsarts;
- [begeleider] , begeleider.
1.6.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
In deze zaak ligt voor de vraag of sprake is van een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel en of er een ernstig vermoeden is dat dit nadeel wordt veroorzaakt door een psychische stoornis. De onafhankelijke psychiater is na medisch onderzoek dat aan de crisismaatregel ten grondslag ligt tot de vermoedelijke diagnose gekomen van een bipolaire stoornis met op de voorgrond slaapdeprivatie, motorische onrust, agressie en agitatie.
2.2.
Door en namens betrokkene wordt betwist dat sprake is van een bipolaire stoornis. Volgens betrokkene is een bipolaire stoornis al in februari 2023 uitgesloten. Betrokkene erkent dat sprake is van een samenloop van een aantal stressfactoren (relatieproblemen, een nieuwe baan en een aantal overlijdens in haar omgeving). Betrokkene stelt dat zij sinds september 2023 in ambulante zorg is en dat haar behandelaar ermee akkoord is dat zij (vooralsnog) geen medicatie zal gebruiken. Haar familie maakt zich ten onrechte zorgen over haar. De slaapproblemen van betrokkene in de nacht van de opname waren het gevolg van een aanhoudende hoest. Zij betwist niet dat zij die nacht haar muziek te hard had te staan en geluidsoverlast veroorzaakte, maar haar onrust, agitatie en irritatie hadden vooral te maken met het feit dat haar vader, broer en neef weigerden haar huis te verlaten. Door de overmacht aan mannen in haar huis (familie, de crisisdienst en de politie) voelde betrokkene zich machteloos en overrompeld. Betrokkene wil op haar eigen manier en in haar eigen tempo werken aan haar herstel, bijvoorbeeld door Zumba, meditatie en visolie. Haar problemen zijn niet van dien aard dat een verplichte voortzetting van de opname aan de orde is.
2.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Betrokkene betwist (het vermoeden van) een bipolaire stoornis en het daaruit voortvloeiend ernstig nadeel. Nu informatie over de medische voorgeschiedenis van betrokkene en informatie van haar ambulant behandelaar volledig ontbreekt, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel onvoldoende is onderbouwd. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de arts ter zitting betrokkene heeft geadviseerd de opname voort te zetten zodat nader diagnostisch onderzoek kan worden verricht, maar tevens heeft aangegeven op basis van de huidige mentale gesteldheid van betrokkene geen aanleiding te zien haar daar middels een machtiging voortzetting crisismaatregel toe te dwingen. Er is onvoldoende gebleken van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel naar anderen of voor zichzelf om een voortzetting van de crisismaatregel te rechtvaardigen.
2.4.
Nu niet kan worden geconcludeerd dat is voldaan aan wettelijk vereiste van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, zal de rechtbank het verzoek afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.P. van der Haak, rechter, in tegenwoordigheid van T.B.A. Verbeij als griffier en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 januari 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.