ECLI:NL:RBNHO:2024:9337

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 augustus 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
11195396 \ CV EXPL 24-1891
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgverzekeringspremie en ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon is verschenen. De vordering betreft een bedrag van € 402,25, voortvloeiend uit een hoofdsom van € 672,25, met rente en kosten. De gedaagde heeft de vordering erkend, maar de kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst getoetst op oneerlijke bedingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de omstandigheden die de gedaagde aanvoert voor het niet betalen van de hoofdsom voor haar rekening en risico komen. De kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf 21 juni 2024. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Zilveren Kruis vastgesteld op € 390,38, die de gedaagde dient te betalen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11195396 \ CV EXPL 24-1891
Uitspraakdatum: 22 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.
gevestigd te Utrecht
eiseres
verder te noemen: Zilveren Kruis
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verschenen in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Zilveren Kruis heeft tegen [gedaagde] een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding van 25 juni 2024.
1.2.
[gedaagde] heeft op de rolzitting van 25 juli 2024 mondeling geantwoord en heeft daarbij de vordering erkend.

2.Het geschil

2.1.
Zilveren Kruis vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 402,25 (bestaande uit een hoofdsom van € 672,25 en rente van € 30,00 en waarop € 300,00 in mindering strekt), te vermeerderen met de wettelijke rente van over € 372,25 vanaf 21 juni 2024. Daarnaast vordert zij veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

3.De beoordeling van het geschil

De hoofdsom
3.1.
[gedaagde] heeft de vordering erkend. De door Zilveren Kruis gevorderde hoofdsom wordt daarom toegewezen. Dat [gedaagde] door omstandigheden niet in staat was de hoofdsom te betalen, maakt dat niet anders. Deze omstandigheden komen voor haar rekening en risico.
Ambtshalve toetsing van de Voorwaarden Basis Budget 2022/2023, Basis zeker 2022/2023 en Basis Exclusief 2022/2023 (hierna: de Algemene Voorwaarden)
3.2.
Zilveren Kruis heeft gesteld dat op de verzekeringsovereenkomst de Algemene Voorwaarden van toepassing zijn.
3.3.
Ondanks dat [gedaagde] de vordering erkent, moet de kantonrechter ambtshalve beoordelen of in de Algemene Voorwaarden geen bedingen zijn opgenomen die oneerlijk zijn ten opzichte van een consument, in de zin van artikel 3 van de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn), omdat dit gevolgen kan hebben voor (de hoogte van) de vordering. Dit artikel is in het Nederlandse recht tot uitdrukking gebracht in artikel 6:233 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW), waarin kort gezegd is bepaald dat een beding dat onredelijk bezwarend is, vernietigbaar is.
3.4.
De kantonrechter moet in dit verband beoordelen of bedingen, waaraan een consument gebonden is zonder dat daarover afzonderlijk is onderhandeld, in strijd met de goede trouw het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoren. In dat geval moet de kantonrechter daar consequenties aan verbinden, met de bedoeling dat de consument erop kan vertrouwen dat de ‘kleine lettertjes’ niet oneerlijk voor hem uitpakken – en dat hij wordt beschermd als hij zijn handtekening heeft gezet onder een overeenkomst waarin oneerlijke bedingen blijken te zijn opgenomen.
3.5.
De kantonrechter voegt hier nog aan toe dat het gaat om een beoordeling van de bedongen afspraken, die de rechten en plichten van partijen over en weer vastleggen en waar de consument door het sluiten van de overeenkomst contractueel aan kan worden gehouden. Of de eisende partij de consument ook daadwerkelijk aan die afspraken houdt, of in de praktijk alleen naleving van wettelijke bepalingen verlangt, is in dit verband niet relevant. De omstandigheid dat een eisende partij alleen een beroep doet op wettelijke bepalingen ontslaat de kantonrechter namelijk niet van de verplichting om ambtshalve te toetsen. In dat laatste geval heeft de eisende partij ook geen recht op de gevorderde wettelijke vergoeding. Dat geldt voor de gevorderde hoofdsom, maar ook voor bijkomende vorderingen, zoals de gevorderde vergoedingen voor gemaakte buitengerechtelijke incassokosten of rente.
3.6.
Samenvattend moet de kantonrechter in iedere procedure over ieder onderdeel van de vordering beoordelen of daarover in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet eerlijk zijn ten opzichte van de consument. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak niet eerlijk is, moet het beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen (ook als de eisende partij in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak).
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
3.7.
In de van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden is in artikel 9.2 het volgende beding opgenomen.
“(…) Als u (verzekeringnemer) niet op tijd betaalt, kunnen wij administratiekosten, invorderingskosten (waaronder incassokosten) en de wettelijke rente aan u (verzekeringnemer) in rekening brengen.
De kantonrechter moet beoordelen of dit beding in de Algemene Voorwaarden oneerlijk is ten opzichte van de consument.
3.8.
Zilveren Kruis maakt geen aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, maar wel op vergoeding van de wettelijke rente vanaf 21 juni 2024.
3.9.
De kantonrechter vindt het beding voor wat betreft de wettelijke rente niet oneerlijk, voor zover deze rente wordt berekend over de verschuldigde premie. Uit de overeengekomen betalingstermijn volgt namelijk dat [gedaagde] (de verzekeringnemer) zonder ingebrekestelling in verzuim is als de premie niet op tijd wordt betaald. De rente wordt daarom toegewezen op de wijze zoals onder de beslissing is vermeld.
Opschorting
3.12.
Het opschortingsbeding in de Algemene Voorwaarden is door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Premiewijziging
3.13.
Het premiewijzigingsbeding in de Algemene Voorwaarden is door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Proceskosten
3.14.
[gedaagde] wordt overwegend in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten (inclusief de nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten van Zilveren Kruis worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 137,38
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 82,00
- nakosten € 41,00 (plus de kosten van betekening zoals
vermeld in de beslissing)
Totaal: € 390,38

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Zilveren Kruis van € 402,25, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten (inclusief de nakosten), die de kantonrechter aan de kant van Zilveren Kruis tot en met vandaag vaststelt op € 390,38, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter