In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland geoordeeld over een vordering van AirHelp Germany GmbH tegen British Airways Plc. De vordering betreft compensatie voor passagiers wiens vlucht BA443 van Amsterdam naar Londen op 17 augustus 2022 is geannuleerd. AirHelp, die de vorderingsrechten van de passagiers heeft overgenomen, stelt dat de annulering niet gerechtvaardigd was en dat de vervoerder compensatie moet betalen op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder, British Airways, heeft echter aangevoerd dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een capaciteitsreductie op Londen Heathrow door slechte weersomstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende bewijs heeft geleverd voor deze omstandigheden en dat de annulering gerechtvaardigd was. De rechter heeft geoordeeld dat de vervoerder niet aansprakelijk is voor de compensatie, omdat hij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te beperken. De vordering van AirHelp is afgewezen en de proceskosten zijn voor rekening van AirHelp.