ECLI:NL:RBNHO:2024:9225

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
23/7619
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Canta op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo)

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een gesloten buitenwagen (Canta) op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem heeft op 21 augustus 2023 de aanvraag van eiser afgewezen, en bij besluit van 1 februari 2024 is deze afwijzing gehandhaafd. Eiser heeft medische beperkingen en heeft verzocht om een Canta, maar het college heeft geconcludeerd dat de bestaande voorzieningen, waaronder een pas voor collectief vervoer en een scootmobiel, voldoende zijn.

De rechtbank heeft het beroep op 22 augustus 2024 behandeld. Eiser betoogt dat de huidige voorzieningen niet adequaat zijn en dat het medisch advies van Argonaut tekortschiet. De rechtbank oordeelt dat het advies zorgvuldig tot stand is gekomen en dat er geen belangrijke informatie is gemist. Eiser heeft geen medische onderbouwing geleverd voor zijn klachten en de rechtbank concludeert dat het college terecht heeft geoordeeld dat de aan eiser toegekende voorzieningen adequaat zijn. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 24/888

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 september 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit Haarlem, eiser

(gemachtigde: mr. B. Mous),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, verweerder (het college),
(gemachtigden: R.C.F. de Vos en I.P.M.L. Harsveld).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een gesloten buitenwagen (Canta) op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo).
1.1.
Met het besluit van 21 augustus 2023 heeft het college deze aanvraag van eiser afgewezen. Met het besluit van 1 februari 2024 op het bezwaar van eiser is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven (het bestreden besluit).
1.2.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 22 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigden van het college.

Totstandkoming van het bestreden besluit

2. Eiser heeft medische beperkingen. In verband daarmee heeft het college hem een maatwerkvoorziening voor verplaatsen toegekend in de vorm van een pas voor collectief vervoer met de RegioRijder en een scootmobiel.
3. Eiser heeft op 2 januari 2023 bij het college gemeld dat hij een probleem heeft met vervoer en gevraagd of hij een Canta kan krijgen. Het college heeft op 13 februari 2023 een onderzoekgesprek gevoerd met eiser, waarbij de beperkingen, behoeften en wensen van eiser in kaart zijn gebracht. Eiser heeft verteld dat hij met de RegioRijder reisziekte ervaart en dat hij met de scootmobiel in koude weersomstandigheden gewrichtsklachten ervaart. Om de medische noodzaak voor het gebruik van een Canta vast te stellen, heeft het college medisch onderzoek laten uitvoeren door Argonaut. De arts van Argonaut heeft een spreekuur gehad met eiser. Daarnaast heeft de arts intercollegiaal overleg gevoerd met de huisarts van eiser. De bevindingen van dit medisch onderzoek zijn in het rapport van 7 juli 2023 opgenomen. Het college heeft vervolgens geconcludeerd dat een Canta voor eiser niet noodzakelijk is, omdat hij met de RegioRijder en een scootmobiel zijn bestemmingen kan bereiken.
4. Met het besluit van 21 augustus 2023 heeft het college de aanvraag van eiser van 7 augustus 2023 voor een Canta op grond van de Wmo, afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser bezwaar gemaakt.
5. Op 9 november 2023 heeft een hoorzitting in bezwaar plaatsgevonden. Vervolgens heeft de Adviescommissie voor bezwaarschriften op 19 januari 2024 een adviesrapport opgesteld waarin is geconcludeerd dat eiser niet op een Canta is aangewezen en dat zijn beperkingen met de RegioRijder in combinatie met de scootmobiel voldoende worden gecompenseerd. In het advies wordt verwezen naar het medisch rapport van 7 juli 2023 van Argonaut. Met het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiser onder verwijzing naar het adviesrapport ongegrond verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

6. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag van eiser. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
7. Het beroep is ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
8. Niet in geschil is dat eiser vanwege zijn medische beperkingen op grond van de Wmo in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening voor verplaatsen. Eiser is in het bezit van een pas voor collectief vervoer in de vorm van de RegioRijder in combinatie met een individuele voorziening in de vorm van een scootmobiel. Het gaat in deze zaak om de vraag of deze voorziening adequaat is.
9. Eiser betoogt dat de huidige voorziening niet adequaat is. Daartoe voert hij aan dat Argonaut tekort is geschoten in het advies door onvoldoende in te gaan op zijn medische beperkingen. Er is geen uitvraag gedaan bij de behandelend sector, waardoor zijn klachten niet in het advies zijn betrokken en sprake is van een incomplete conclusie. Dit terwijl eiser in 2023 nog werd behandeld door de neurochirurg en neuroloog. Volgens eiser bevestigt zijn huisarts in de brief van 23 februari 2024 dat eiser in de ritten met de regiotaxi misselijk werd als gevolg van een operatie aan zijn hals en dat medicatie de misselijkheid niet wegneemt. Daarnaast voert eiser aan dat de afstanden die hij moet overbruggen te groot zijn voor de scootmobiel. Dit betekent dat hij zijn hond niet kan uitlaten in de duinen. Ook ervaart eiser in koude weersomstandigheden op zijn scootmobiel fysieke beperkingen, omdat hij verkrampt. Onder de huidige omstandigheden moet eiser inleveren aan autonomie, terwijl hij een actief sociaal leven had waarbij hij zijn familie bezocht in IJmuiden en Schalkwijk. Eiser wijst ten slotte op een soortgelijk voorbeeld van de gemeente Amsterdam waar het persoonsgebonden budget voor een scootmobiel kon worden ingezet voor de aanschaf van een Canta.
10. De arts van Argonaut heeft in het rapport van 7 juli 2023 vermeld dat eiser bekend is met een aandoening van de nekwerkvels, waardoor sprake is van een neurologisch ziektebeeld. Hiervoor heeft eiser een operatieve ingreep ondergaan. Uit de beschikbare medische informatie blijkt volgens de arts tevens dat sprake is van een functioneel neurologisch ziektebeeld. Gezien deze aandoeningen wordt voldoende plausibel geacht dat er medische beperkingen zijn ten aanzien van de mobiliteit van eiser. De arts concludeert dat de door eiser genoemde klachten in verband met vervoer met de RegioRijder en vervoer in de buitenlucht met de beschikbare informatie onvoldoende worden geobjectiveerd. Volgens de arts is de aard en ernst van de reisziekte van eiser niet diagnostisch vastgesteld. De klachten die eiser aangeeft met betrekking tot het vervoer in de buitenlucht, kunnen volgens de arts onvoldoende worden verklaard vanuit de onderliggende ziektebeelden.
11. Volgens vaste rechtspraak mag het college zich bij het nemen van besluiten zoals deze baseren op een medisch advies indien dit zorgvuldig tot stand is gekomen, inzichtelijk is en begrijpelijk gemotiveerd. Het is dan vervolgens aan de aanvrager om feiten en omstandigheden te stellen op basis waarvan aannemelijk is dat de medische beoordeling onjuist is. In beginsel zijn daarvoor medische stukken nodig.
12. De rechtbank is van oordeel dat het advies van Argonaut zorgvuldig tot stand is gekomen, inzichtelijk is en begrijpelijk is gemotiveerd. De arts heeft eiser op spreekuur gesproken, overleg gevoerd met de huisarts van eiser en de aangeleverde medische stukken bestudeerd. Uit het rapport blijkt dat de arts acht heeft geslagen op de klachten van eiser, het (functioneel) neurologische ziektebeeld van eiser en de operatieve ingreep die hij heeft moeten ondergaan. Niet gebleken is dat belangrijke informatie is gemist, die bij de beoordeling had moeten worden betrokken.
13. De rechtbank ziet in hetgeen eiser heeft aangevoerd geen aanleiding om aan de juistheid van de medische beoordeling door Argonaut te twijfelen. Eiser heeft geen medische informatie verschaft over de aard en de ernst van zijn misselijkheidsklachten. Ter zitting heeft eiser weliswaar gesteld dat de reisziekte volgens zijn neuroloog wordt veroorzaakt door de blokjes die bij de operatie in zijn hals zijn geplaatst en dat tegen de misselijkheid niets te doen valt, maar eiser heeft dat niet met medische stukken, zoals bijvoorbeeld een verklaring van zijn neuroloog, onderbouwd. De brief die eiser heeft overgelegd van de huisarts volstaat niet. De brief bevat namelijk enkel een weergave van de misselijkheidsklachten zoals deze op 13 februari 2024 door eiser aan de huisarts zijn verteld. Daarnaast is niet gebleken dat eiser onder behandeling is (geweest) voor de reisziekte en/of daarvoor (naast primatour) medicatie (heeft) gebruikt. Eiser heeft ook geen medische stukken overgelegd ter onderbouwing van de door hem gestelde beperkingen op de scootmobiel bij koude weersomstandigheden. Uit de stukken in het dossier begrijpt de rechtbank dat eiser herhaaldelijk wegens pech met de scootmobiel lang in de kou heeft moeten wachten. Hoewel dat uiterst vervelend is voor eiser, leidt die omstandigheid niet tot twijfel aan de juistheid van de medische beoordeling. De arts van Argonaut heeft er bovendien op gewezen dat eiser bij koude weersomstandigheden gebruik kan maken van beschermende kleding en dat sprake is van een planbare vervoersbehoefte, waardoor eiser niet verplicht is naar buiten te gaan bij slechte weersomstandigheden.
14. De rechtbank is daarom van oordeel dat het college zich op grond van het medisch advies van Argonaut terecht op het standpunt heeft gesteld dat de aan eiser toegekende voorziening adequaat is en dat eiser niet is aangewezen op een Canta. Dat de voorziening niet adequaat is vanwege de met de scootmobiel af te leggen afstanden, heeft eiser niet onderbouwd. Tot slot blijkt uit het door eiser genoemde voorbeeld van de gemeente Amsterdam niet dat de huidige maatwerkvoorziening van eiser niet adequaat is. Wat eiser daarover aanvoert, leidt dus niet tot een ander oordeel.
15. De beroepsgronden slagen niet.

Conclusie en gevolgen

16. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.M. van Diepen, rechter, in aanwezigheid van mr. I.E. Molin, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 september 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.