ECLI:NL:RBNHO:2024:9185
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ontuchtige handelingen door massagedocent tijdens cursus
Op 3 september 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een massagedocent, die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen tijdens een massagecursus. De verdachte was aangeklaagd voor het betasten van de vagina, de binnenzijde van de dijbenen en de schaamstreek van de aangeefster, die op dat moment op een behandeltafel lag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De aangeefster had op 24 december 2020 aangifte gedaan, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster en een medecursist niet voldoende waren om de beschuldigingen te onderbouwen. De verdachte heeft ontkend seksuele handelingen te hebben verricht en verklaarde dat hij enkel een oefening voordemonstreerde. De rechtbank concludeerde dat de handelingen niet als ontuchtig konden worden gekwalificeerd, omdat er geen bewijs was dat de verdachte met seksuele bedoelingen handelde. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding.