ECLI:NL:RBNHO:2024:9110
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag individuele inkomenstoeslag wegens inkomen boven bijstandsnorm en beoordeling hardheidsclausule
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een individuele inkomenstoeslag behandeld. Eiseres, die een Wajong-uitkering ontvangt, had op 8 september 2022 een aanvraag ingediend voor deze toeslag. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Heiloo, omdat het inkomen van eiseres in de referteperiode hoger was dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Eiseres was van 21 oktober 2021 tot 15 augustus 2022 gedetineerd en had gedurende die periode geen recht op haar Wajong-uitkering, wat leidde tot financiële problemen door doorlopende kosten zoals huur en energiekosten.
De rechtbank heeft op 3 juni 2024 de zaak behandeld en beoordeeld of de afwijzing van de individuele inkomenstoeslag terecht was. De rechtbank concludeert dat het inkomen van eiseres in de referteperiode, die loopt van 8 september 2019 tot 8 september 2022, meer bedroeg dan 120% van de bijstandsnorm. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht de aanvraag heeft afgewezen, omdat niet voldaan was aan de voorwaarden die in de verordening zijn vastgesteld.
Daarnaast heeft eiseres betoogd dat de hardheidsclausule van toepassing zou moeten zijn, maar de rechtbank oordeelt dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden niet bijzonder genoeg zijn om de hardheidsclausule toe te passen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de individuele inkomenstoeslag en ook geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. M. Jurgens, rechter, en is openbaar uitgesproken op 15 juli 2024.