In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om de energietoeslag 2022. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Heiloo afgewezen met het besluit van 13 september 2022, en het bestreden besluit van 11 november 2022 bevestigde deze afwijzing. Eiseres, die een Wajong-uitkering ontvangt, verbleef op de peildatum in een Forensische Psychiatrische Afdeling en had geen recht op de energietoeslag omdat zij op dat moment in een inrichting verbleef en de energiekosten niet zelf hoefde te betalen. Eiseres betoogde dat zij wel recht had op de toeslag, omdat zij hoge energiekosten had en een zelfstandige woning bezat, maar de rechtbank oordeelde dat de afwijzing terecht was.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de energietoeslag 2022. De rechtbank ging ook in op de hardheidsclausule in de beleidsregels, maar oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van de beleidsregels af te wijken. Het enkele feit dat eiseres energiekosten had, was onvoldoende om haar recht op de toeslag te onderbouwen. De rechtbank besloot dat eiseres de energietoeslag 2022 niet zou ontvangen en dat zij geen griffierecht of proceskostenvergoeding zou krijgen.
De uitspraak werd gedaan door mr. M. Jurgens, rechter, en mr. H.R.A. Horring, griffier, en werd openbaar uitgesproken op 15 juli 2024. Eiseres werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.