Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1],
1.Het procesverloop
- conclusie van antwoord tevens eis in reconventie;
- tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling is bevolen;
- akte overlegging producties tevens conclusie van antwoord in reconventie tevens akte wijziging c.q. aanvulling eis;
- brief van [eisers] met aanvullende producties;
- pleitaantekeningen van beide partijen voor de mondelinge behandeling van 30 juli 2024.
2.Feiten
- het stuc- en schilderwerk is gebrekkig vanwege structuur- en vlakheidsafwijkingen in het stuc, banen/strepen in de verf, gemorste verf op kozijnen en tussen tegels en niet behandelde wandelen;
- de gebreken zijn veroorzaakt door onvakkundig/onzorgvuldig aanbrengen van stuc en verf, het niet behandelen van oppervlaktes die behandeld hadden moeten worden, het niet afplakken/beschermen van delen en het niet schuren van oneffenheden voordat het stuc werd geschilderd;
- de onregelmatigheden aan structuur en vlakheidsafwijkingen kunnen worden hersteld met schuurwerk en nieuwe stuc, maar de muren en de plafonds moeten volledig opnieuw geschilderd worden (vanwege de gebruikte mengverf);
- het totale wand- en plafondoppervlakte bedraagt 410,28 m2;
- de totale schade wordt volgens onderstaande specificatie begroot op € 7.288,80 inclusief btw.
3.De (gewijzigde) vordering
primairI) voor recht verklaart dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, dat deze overeenkomst (gedeeltelijk) is ontbonden, althans deze (gedeeltelijk) te ontbinden en dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade die [eisers] lijden;
II) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van:
€ 1.260,72 (teveel betaald stucwerk)
€ 1.080,- (ongedaanmaking terzake van stucwerk)
€ 865,90 (ongedaanmaking terzake van verfmateriaal)
€ 3.098,25 (schade door inschakelen nieuwe schilder)
€ 1.850,- (schade door verplaatsen inboedel, hotel etc tijdens herstel),
III) de bedragen onder II) vermeerdert met de wettelijke rente vanaf 24 april 2023;
IV) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
subsidiairV) [gedaagde] veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst op straffe van een dwangsom.
primair en subsidiairVI) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 2.117,50 aan deskundigenkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2023;
VII) [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, inclusief nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
[eisers] hebben onbetwist gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden toegewezen op basis van de wettelijke staffel als genoemd in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, omdat [eisers] in elk geval vanaf die datum daarop aanspraak kan maken en gesteld noch gebleken is dat dit ook al vanaf een eerdere datum kon.
6.De beslissing
dagvaarding € 130,49
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 595,00
nasalaris € 119,00, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eisers] worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;