ECLI:NL:RBNHO:2024:901

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10859042 \ KG EXPL 23-193
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning wegens ernstige overlast door huurder

In deze zaak vordert de stichting Woningstichting Van Alckmaer voor Wonen in kort geding ontruiming van de woning van de huurder, omdat deze structureel ernstige overlast aan omwonenden veroorzaakt. De kantonrechter wijst de vordering toe, oordelend dat de huurder in strijd handelt met haar verplichtingen als goed huurder. De overlast, die onder andere bestaat uit schreeuwen, schelden en het veroorzaken van geluidsoverlast, heeft geleid tot herhaalde klachten van omwonenden en interventies van de politie. Ondanks dat de huurder psychische problemen heeft en recent hulpverlening is gestart, is er onvoldoende zicht op verbetering. De belangen van de overige huurders en hun woongenot wegen zwaarder dan de persoonlijke omstandigheden van de huurder. De kantonrechter oordeelt dat de ontruiming gerechtvaardigd is en stelt een termijn van drie maanden voor de ontruiming vast, zodat de huurder de tijd krijgt om passende woonruimte te vinden. Daarnaast wordt de huurder veroordeeld tot betaling van huurachterstand en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie [woonplaats]
Zaaknr./rolnr.: 10859042 \ KG EXPL 23-193
Uitspraakdatum: 7 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting Woningstichting Van Alckmaer voor Wonen
gevestigd te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: Van Alckmaer
gemachtigde: mr. D.A.E. Potveer
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. R. Kiewitt
[toevoeging verleend onder nummer 4PO2817]
De zaak in het kort
In deze zaak vordert een verhuurder van woonruimte in kort geding ontruiming van de woning, omdat de huurder structureel ernstige overlast aan omwonenden veroorzaakt. De kantonrechter wijst de vordering toe. De huurder handelt in strijd met haar verplichting om zich als goed huurder te gedragen. Deze tekortkoming van de huurder is naar het oordeel van de kantonrechter zo ernstig dat deze de ontruiming rechtvaardigt. De verhuurder moet ook de belangen van haar overige huurders beschermen en hun woongenot waarborgen. Dat de overlast (mogelijk) het gevolg is van psychische problemen van de huurder en dat recent hulpverlening is gestart, leidt niet tot een ander oordeel. Er is onvoldoende concreet zicht op verbetering om van de verhuurder te mogen verwachten dat zij de situatie laat voortduren.

1.Het procesverloop

1.1.
Van Alckmaer heeft [gedaagde] op 15 januari 2024 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 januari 2024. Op de zitting zijn namens Van Alckmaer [consulent 1] en [consulent 2] (beiden consulent sociaal beheer) en haar gemachtigde verschenen. Namens [gedaagde] zijn [hulpverlener 1] en [hulpverlener 2] (ambulante hulp Esdégé Reigersdaal) en haar gemachtigde verschenen. [gedaagde] was niet aanwezig op de zitting. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft de gemachtigde van [gedaagde] stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt sinds 16 september 2013 van (de rechtsvoorganger van) Van Alckmaer de woning aan het [adres] in [woonplaats] (hierna: de woning), tegen een huurprijs van op dit moment € 783,07 per maand. Het gehuurde is gelegen in een appartementencomplex.
2.2.
Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden voor woonruimte van Mooiland, de rechtsvoorganger van Van Alckmaer, van toepassing.
2.3.
Van Alckmaer heeft op 31 december 2019 de rechtpositie van haar voorganger, Mooiland, overgenomen.
2.4.
Van Alckmaer heeft per e-mail van 26 oktober 2021 aan [gedaagde] laten weten dat bewoners hebben geklaagd over haar hond, die los over de galerij loopt en een bewoner heeft gebeten, dat de politie daarvoor bij haar aan de deur is geweest en dat dit onacceptabel is.
2.5.
Op 22 en 23 augustus 2022 heeft Van Alckmaer van omwonenden klachten ontvangen over [gedaagde] . Op 29 augustus 2022 heeft Van Alckmaer per brief aan [gedaagde] bericht dat zij wederom een fors aantal klachten heeft ontvangen van bewoners van haar wooncomplex, dat meerdere keren de politie, Vangnet en Advies en de dierenpolitie is ingeschakeld en dat de situatie met het woongedrag van [gedaagde] niet is verbeterd, sterker nog dat de klachten heviger zijn dan voorheen. In de brief wordt [gedaagde] gesommeerd een einde te maken aan de overlast.
2.6.
[gedaagde] is in september 2022 opgenomen geweest in het ziekenhuis vanwege een herseninfarct.
2.7.
Op 5, 6 en 22 september 2022 heeft Van Alckmaer van omwonenden klachten ontvangen over [gedaagde] . Van Alckmaer heeft per brief van 26 september 2022 aan [gedaagde] laten weten:
“Na de sommatie van 29 augustus 2022 is gebleken dat u nog steeds onophoudelijk overlast veroorzaakt en met name ’s nachts. De politie is meerdere keren bij u langs geweest om de overlast te stoppen. Meerdere bewoners in uw wooncomplex hebben veel last van uw gedrag, van uw omgang met uw hond en het blaffen van uw hond.(…)Meerdere bewoners ondervinden de volgende overlast:- Geluidsoverlast; met name in de avond en nacht schreeuwen, schelden van u naar omwonenden en blaffen van de hond. Wakker houden van andere bewoners.- Spullen vanaf uw balkon naar beneden gooien.- Omgang met de hond; plassen in de hal/gangen, hond buitensluiten op het balkon.- Verward gedrag. Hiervoor is Vangnet en Advies meerdere keren bij u langs geweest om hulp te bieden maar worden zij niet door u toegelaten.- De politie is meerdere keren bij u langs geweest na meldingen van bewoners.Het gegeven dat u uw ziekenhuis opname op eigen initiatief heeft afgebroken (met nog aanwezig letsel) maakt andere bewoners in het complex nog onzekerder en zij voelen zich hierdoor onveilig.(…)Meerdere keren is de politie, Vangnet en Advies en de dierenpolitie ingeschakeld zonder dat het enige verbetering heeft opgeleverd. U laat zich niet helpen door Vangnet en Advies terwijl dit juist heel belangrijk is voor u. Wij verzoeken u dringend om de hulp van Vangnet en Advies te aanvaarden.(…)Omdat u ondanks vele waarschuwingen uw gedrag niet verbetert en niet meewerkt tot verbetering zijn wij genoodzaakt het overlastdossier over te dragen aan onze advocaat.(…)”
2.8.
Op 30 januari 2023 heeft een zogenaamd Individueel Casuïstiek Overleg plaatsgevonden over [gedaagde] , waarbij aanwezig waren Vangnet en Advies, de wijkagent, het Veiligheidshuis, woonurgentie gemeente [woonplaats] en Van Alckmaer. Ook op 7 maart en 11 april 2023 hebben overleggen plaatsgevonden.
2.9.
In december 2022 en januari 2023 heeft Van Alckmaer diverse klachten van omwonenden ontvangen over [gedaagde] . De gemachtigde van Van Alckmaer heeft op 31 januari 2023 [gedaagde] gesommeerd de overlast te staken en erop gewezen dat een procedure zal worden gestart tot ontbinding van de huurovereenkomst als niet wordt voldaan aan de sommatie.
2.10.
Ook in februari 2023 heeft Van Alckmaer diverse klachten van omwonenden ontvangen over [gedaagde] . Op 2 maart 2023 heeft de gemachtigde van Van Alckmaer aan [gedaagde] laten weten dat de ernstige overlast doorgaat gelet op de klachten die Van Alckmaer blijft ontvangen, dat diverse hulpverleners hebben geprobeerd met haar in contact te komen maar elk contact door haar wordt vermeden en dat Van Alckmaer ter voorkoming van een procedure bereid is haar in de gelegenheid te stellen binnen een week contact op te nemen met Vangnet en Advies en/of Brijder om een afspraak te maken.
2.11.
In maart, april en mei 2023 heeft Van Alckmaer klachten ontvangen over [gedaagde] van omwonenden. De gemachtigde Van Alckmaer heeft per brief van 25 mei 2023 aan de gemachtigde van [gedaagde] bericht dat zij niets meer van [gedaagde] heeft vernomen, de overlast voortduurt, omwonenden hun woning ontvluchten en hulpverlening met enig serieus zicht op verbetering niet van de grond is gekomen; ter voorkoming van een procedure wordt [gedaagde] de gelegenheid gegeven de huurovereenkomst vrijwillig op te zeggen.
2.12.
De gemachtigde van [gedaagde] heeft op 7 juni 2023 aan de gemachtigde van Van Alckmaer laten weten dat [gedaagde] de huurovereenkomst niet vrijwillig zal opzeggen en dat zij zich niet herkent in de verwijten.
2.13.
[gedaagde] is per vonnis van deze rechtbank op 16 augustus 2023 bij verstek veroordeeld tot betaling van achterstallige huurtermijnen van € 1.551,27.
2.14.
De gemachtigde van Van Alckmaer heeft op 14 september 2023 per e-mail aan de gemachtigde van [gedaagde] bericht dat een procedure zal worden gestart, omdat de huurovereenkomst niet is opgezegd.
2.15.
In het weekend van 13 september 2023 zijn medewerkers van Van Alckmaer en politie vanwege overlastmeldingen ter plaatse geweest, maar mochten van [gedaagde] niet binnen komen.
2.16.
Van Alckmaer heeft op 19 september 2023 een buurtonderzoek uitgevoerd en de verklaringen van omwonenden op een formulier genoteerd. Veertien omwonenden hebben toestemming gegeven voor het delen van hun verklaring. Twee omwonenden hebben aangegeven geen overlast te ondervinden van [gedaagde] .
2.17.
Op 28 september 2023 heeft opnieuw een Individueel Casuïstiek Overleg plaatsgevonden, waarbij aanwezig waren Van Alckmaer, Veilig Thuis, politie en openbare orde en veiligheid van de gemeente [woonplaats] . Vangnet en Advies heeft schriftelijk input voor het overleg gegeven.
2.18.
Op 12 en 29 september en 2 oktober 2023 zijn klachten binnengekomen bij Van Ackmaer over [gedaagde] . Een medewerker van Van Alckmaer heeft verklaard dat zij op 2 oktober 2023 contact heeft opgenomen met een omwonende over overlast vanaf 28 september 2023 en dat deze omwonende haar liet weten zondagavond (1 oktober 2023) door de ambulance te zijn opgehaald omdat hij hartklachten kreeg van de situatie met [gedaagde] .
2.19.
Van Alckmaer heeft per e-mail van 5 oktober 2023 aan de gemachtigde van [gedaagde] de ernst van de situatie benadrukt en erop gewezen dat [gedaagde] zich moet onthouden van het veroorzaken van overlast om escalatie te voorkomen.
2.20.
Op 17 oktober en 14 november 2023 en 8 januari 2024 heeft Van Alckmaer opnieuw klachten van een omwonende over overlast van [gedaagde] ontvangen.
2.21.
Deurwaarder Snijderincasso heeft op 5 januari 2024 aan de gemachtigde van [gedaagde] bericht dat de openstaande vordering van Van Alckmaer op [gedaagde]
€ 2.248,69 is. Dit bedrag is inclusief de huurachterstand tot en met oktober 2023, vervallen termijnen tot en met januari 2024 en ontvangen betalingen.
2.22.
Een medewerker van Vangnet en Advies van GGD Hollands Noorden heeft op 22 januari 2024 verklaard dat hulpverlening niet op gang kwam, maar dat daarin sinds september 2023 verandering is gekomen: medewerkers van Mantelmeeuw komen wekelijks bij [gedaagde] thuis, [gedaagde] heeft toestemming verleend om middels diagnostiek te kijken waarom zij onder meer de afgelopen jaren toenemend overlast veroorzaakt. Er is sprake van drugsgebruik en overmatig alcoholgebruik in het verleden, persoonlijkheidsproblematiek en niet aangeboren hersenletsel na een herseninfarct. Verder staat in de verklaring dat Vangnet en Advies hoopt om hulpverlening verder op te tuigen en dat met diagnostiek vanuit Julianaoord passende woonruimte kan worden gevonden en [gedaagde] eventueel in aanmerking komt voor beschermd wonen. Als [gedaagde] dakloos raakt, is het risico groot dat de maatschappelijke teloorgang verergert en wat nu is opgebouwd teniet wordt gedaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Van Alckmaer vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde] veroordeelt tot ontruiming van de woning op straffe van een dwangsom, en tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Van Alckmaer legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat sprake is van ernstige mate van overlast aan omwonenden, bestaande uit (nachtelijk) schreeuwen, schelden, bonken, gooien met spullen over het balkon, het plaatsen van spullen in de gemeenschappelijke ruimte en het verwaarlozen van de woning met stankoverlast en hinder tot gevolg. Dit is in strijd is met de verplichtingen uit de wet en de huurovereenkomst. De overlast is structureel en heeft een grote impact op omwonenden en de politie moet regelmatig daarvoor ter plaatse komen. [gedaagde] is herhaaldelijk door Van Alckmaer, de wijkagent en politie erop gewezen de overlast te staken, maar [gedaagde] is niet in staat daaraan te voldoen. Daarbij heeft [gedaagde] alle handreikingen van (hulp)organisaties afgewezen. Er is geen zicht op verbetering. Verder heeft [gedaagde] een huurachterstand laten ontstaan, waarvoor zij bij verstek is veroordeeld. Daarna is de huurachterstand verder opgelopen en bedraagt inmiddels bijna zeven maanden.
3.2.
[gedaagde] betwist de vordering. [gedaagde] voert aan – samengevat – dat zij geen overlast veroorzaakt, althans niet in de die mate dat ontruiming van de woning is gerechtvaardigd. [gedaagde] ontkent het schreeuwen, schelden en gooien van spullen en het slaan op de verwarming en bonken op de muren. Zij is een goed huurster, de woning is niet verwaarloosd en van stankoverlast is geen sprake. Daarnaast speelt een medisch aspect en kost het [gedaagde] moeite zich staande te houden in de maatschappij. Zij lijdt aan afasie. Daarom krijgt zij ambulante begeleiding en staat de GGD haar bij. [gedaagde] is dan ook niet zorg mijdend. Verder klopt de hoogte van de gestelde huurachterstand niet en staat er bovendien een huisbezoek gepland van Zaffier (team vroeg-signalering), zodat een schuldhulpverleningstraject kan worden geadviseerd.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als Van Alckmaer daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is het geval, omdat het hier gaat om een vordering tot ontruiming wegens ernstige overlast voor omwonenden. Het primaire verweer van [gedaagde] wordt dan ook verworpen.
4.2.
Ontruiming van een woning is een ingrijpende maatregel. Toewijzing van zo’n vordering in kort geding is daarom alleen aan de orde als met een grote mate van waarschijnlijkheid valt te verwachten dat in een nog te voeren gewone procedure (de bodemprocedure) de huurovereenkomst wordt ontbonden en dat [gedaagde] daarbij zal worden veroordeeld om de woning te ontruimen.
4.3.
Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de aan die vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk zijn. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding in beginsel geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
4.4.
Op grond van de wet en de huurovereenkomst is [gedaagde] verplicht zich ten aanzien van het gebruik van het gehuurde als een goed huurster te gedragen. Dit houdt onder meer in dat [gedaagde] zich moet onthouden van gedragingen die ontoelaatbare overlast veroorzaken.
4.5.
Van Alckmaer heeft voldoende onderbouwd dat [gedaagde] in elk geval vanaf 2021 structureel ernstige overlast veroorzaakt aan omwonenden. Dit blijkt uit de overgelegde schriftelijke klachten die Van Alckmaer heeft ontvangen van vijf bewoners van het appartementencomplex (waarvan vier geanonimiseerd en aangeduid met klager A, B, C en D) en uit acht (geanonimiseerde) verklaringen van omwonenden. Deze omwonenden zijn ook huurders van Van Alckmaer. De klachten betreffen met name geluidsoverlast in de vorm van schreeuwen, schelden, op muren bonken en gooien van spullen. De overlast vindt volgens de omwonenden zowel overdag als ’s nachts plaats. Verschillende omwonenden melden dat zij begaan zijn met [gedaagde] en dat [gedaagde] professionele hulp nodig heeft of begeleid wonen op zijn plaats is. Omwonenden melden ook dat zij slaap tekort komen, geen woonplezier meer hebben, stress ervaren, de situatie onhoudbaar is en dat zij stress ervaren. De verklaringen van de omwonenden komen met elkaar overeen en schetsen tezamen een duidelijk beeld van het overlast gevend gedrag dat [gedaagde] in toenemende mate vertoont. De ernst van de overlast blijkt ook uit 14 door Van Alckmaer ingevulde en door de ondervraagden ondertekende formulieren tijdens een buurtonderzoek onder omwonenden.
4.6.
[gedaagde] betwist de (mate van) overlast, maar heeft deze betwisting niet gespecificeerd of gemotiveerd. [gedaagde] ontkent alleen de (mate van) overlast en stelt dat zij zelf overlast van haar benedenbuurman ervaart en zich niet herkent in de klachten van omwonenden. Gelet op de hoeveelheid klachten, waarschuwingsbrieven van Van Alckmaer, de verklaringen van omwonenden en de resultaten van het buurtonderzoek is dit onvoldoende. Dat een groot deel van de klachten en verklaringen zijn geanonimiseerd maakt dit niet anders. De klagers zijn bekend bij Van Alckmaer en de inhoud van de klachten komt overeen met de meldingen van een niet geanonimiseerde klaagster en de resultaten uit het buurtonderzoek.
4.7.
[gedaagde] wijst erop dat een politierapport ontbreekt, maar zij heeft niet weersproken dat de politie regelmatig voor haar deur heeft gestaan wegens meldingen over geluidsoverlast. Dat omwonenden ten onrechte de politie hebben gebeld heeft [gedaagde] niet onderbouwd en is ook niet gebleken.
4.8.
Gelet op het vorenstaande heeft [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd weersproken dat zij ernstige overlast (heeft) veroorzaakt. Daarmee moet worden aangenomen dat [gedaagde] heeft gehandeld in strijd met haar wettelijke en contractuele verplichting om zich als goed huurster te gedragen. Er is dus sprake van een tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen door [gedaagde] .
4.9.
De kantonrechter onderkent dat ontruiming van de woning ingrijpend voor haar is. [gedaagde] kampt met (psychische) problemen en het is aannemelijk dat de overlast die zij veroorzaakt te maken heeft met deze problemen. Maar tegenover de belangen van [gedaagde] staan de belangen van de omwonenden. Van Alckmaer voert terecht aan dat zij ook de belangen van haar overige huurders moet beschermen en hun woongenot moet waarborgen. Deze huurders ondervinden al in ieder geval meer dan twee jaar structureel ernstige overlast van [gedaagde] . De persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] leggen daartegenover onvoldoende gewicht in de schaal om te concluderen dat de gevorderde ontruiming niet gerechtvaardigd is.
4.10.
Daarbij is van belang dat uit het dossier blijkt dat Van Alckmaer zich de belangen van [gedaagde] heeft aangetrokken en heeft geprobeerd met haar in gesprek te gaan om tot een oplossing te komen. Ook heeft Van Alckmaer aan [gedaagde] herhaaldelijk geadviseerd hulp in te schakelen van Vangnet en Advies en/of Brijder, heeft Van Alckmaer verschillende laatste kansen geboden en verschillende zogenaamde Individueel Casuïstiek Overleggen gevoerd met hulpverlenende instanties om tot een oplossing te komen. Verder heeft Van Alckmaer [gedaagde] in de gelegenheid gesteld de huurovereenkomst zelf op te zeggen om een gerechtelijke procedure te voorkomen. De overlast is desondanks doorgegaan. Uiteindelijk heeft dit pas in september 2023 geleid tot aanvaarding van hulp, maar ook daarna heeft [gedaagde] overlast veroorzaakt. Hoewel [gedaagde] heeft onderbouwd dat hulpverlening inmiddels is opgestart, stelt de kantonrechter vast dat uit de verklaring van een medewerker van Vangnet en Advies en medische stukken blijkt dat sprake is van persoonlijkheidsproblematiek en niet aangeboren hersenletsel na een herseninfarct en dat [gedaagde] zich niet herkent in de klachten over overlast. [gedaagde] heeft onvoldoende weersproken dat zij vanwege haar problematiek niet op haar plaats is in de woning. Dat hulpverlening zal leiden tot verbetering van haar woongedrag heeft [gedaagde] niet aannemelijk gemaakt. Zoals uit overgelegde verklaring van een medewerkster van de GGD Noord- Holland blijkt is de hulpverlening erop gericht om voor [gedaagde] passende woonruimte te vinden, daarbij wordt ook gedacht aan beschermd wonen.
4.11.
De kantonrechter acht het gezien het voorgaande in hoge mate waarschijnlijk dat een vordering tot ontruiming (en ontbinding van de huurovereenkomst) in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. De in dit kort geding gevorderde ontruiming zal daarom worden toegewezen. Van Alckmaer vordert ontruiming binnen drie dagen na betekening van dit vonnis. De kantonrechter ziet echter aanleiding om de ontruimingstermijn te bepalen op een ruimere termijn en wel drie maanden na betekening van dit vonnis. Dit heeft ermee te maken dat de opgestarte hulpverlening nog voldoende tijd krijgt om passende woonruimte voor [gedaagde] te onderzoeken. Onder deze omstandigheden weegt het belang van [gedaagde] om nog enige tijd in de woning te kunnen blijven wonen zwaarder dan het belang van Van Alckmaer om de woning zo snel mogelijk te kunnen ontruimen.
4.12.
De gevorderde dwangsom wordt afgewezen. Vanwege de (psychische) problematiek van [gedaagde] vindt de kantonrechter het niet passend om een dwangsom op te leggen als prikkel voor haar om tot ontruiming over te gaan. Daarbij is van belang dat Van Alckmaer zo nodig zelf met behulp van de deurwaarder de ontruiming van de woning kan bewerkstelligen.
4.13.
Verder vordert Van Alckmaer betaling van achterstallige huur van € 3.502,74 en toekomstige termijnen vanaf 1 februari 2024. Tijdens de zitting heeft Van Alckmaer aangevoerd dat de huurachterstand inmiddels € 4.372,60 is en heeft zij een specificatie daarvan laten zien. Zij heeft echter niet haar eis schriftelijk gewijzigd, zodat voorbij wordt gegaan aan de op zitting aangevoerde huurachterstand. Verder heeft [gedaagde] de in dagvaarding gestelde huurachterstand gemotiveerd betwist met verwijzing naar een overzicht met betalingen aan Van Alckmaer en de e-mail van de deurwaarder dat de huurachterstand
€ 2.248,69 bedraagt. Van Alckmaer heeft vervolgens niet aannemelijk gemaakt dat de huurachterstand hoger is dan € 2.248,69. Dit bedrag zal daarom worden toegewezen. De vordering tot betaling van toekomstige huur van € 783,07 per maand vanaf 1 februari 2024 tot en met de maand waarin de ontruiming zal plaatsvinden zal eveneens worden toegewezen.
4.14.
De proceskosten, die worden begroot op € 136,72 voor de dagvaarding, € 372,00 voor griffierecht, € 543,00 voor salaris gemachtigde en € 135,00 voor nakosten, komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt. Wat betreft het griffierecht geldt dat een gedeelte van het gevorderde bedrag niet toewijsbaar is, zodat [gedaagde] slechts kan worden veroordeeld tot betaling van het griffierecht dat verschuldigd is voor het toe te wijzen bedrag, te weten € 372,00. Het meerdere, dat op grond van de dagvaarding aan Van Alckmaer in rekening is gebracht, moet voor haar rekening blijven.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie maanden na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en ontruimd te houden en te verlaten de woning aan [adres] [woonplaats] , met alle zich daarin van haar, de haren en derden aanwezige personen en zaken, zodanig dat de woning leeg en bezemschoon wordt opgeleverd onder afgifte van alle sleutels aan Van Alckmaer;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Van Alckmaer van € 2.248,69, te vermeerderen met € 783,07 voor iedere maand of gedeelte daarvan dat de woning niet is ontruimd, vanaf 1 februari 2024 totdat de woning is ontruimd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de termijnen opeisbaar zijn geworden tot aan de dag van de gehele betaling;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Van Alckmaer tot en met vandaag vaststelt op € 1.186,72;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. Blokland en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter