Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
[slachtoffer 2]
(telkens) heeft bewogen tot de afgifte van horloge, merk Rolex, in elk geval enig goed,
- zich naar die perso(o)n(en)/ aangever(s), tegenover die perso(o)n(en)/aangever(s) voorgedaan als zijnde een persoon genaamd [naam 1] en/of
- zich naar die perso(o)n(en)/ aangever(s), tegenover die perso(o)n(en)/aangever(s) voorgedaan als zijnde een koper van dat horloge en/of
- daarbij/daarin aan die perso(o)n(en)/aangever(s) een zak met nep (vals) geld heeft overhandigd;
als gevolg waarvan die perso(o)n(en)/aangever(s), werden bewogen tot afgifte van dat horloge, merk Rolex;
hij op of omstreeks 18 september 2018 te Nieuwegein, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk 1079, althans een of meer, bankbiljetten van 500 euro dat/die hij, verdachte, zelf heeft nagemaakt en/of vervalst en/of waarvan de valsheid en/of vervalsing hem, toen hij deze ontving bekend was met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij op 18 september 2018 te Nieuwegein opzettelijk 1079 bankbiljetten van 500 euro waarvan de valsheid hem, toen hij deze ontving bekend was, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven in voorraad heeft gehad.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 45.000,-. Voor het overige zal de vordering (ter zake van het horloge) niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan het resterende deel van haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
150 (honderdvijftig) dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
105 dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
120 (honderdtwintig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 60 dagen hechtenis.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 45.165,- (vijfenveertigduizend honderdvijfenenzestig euro), als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 45.165,- (vijfenveertigduizend honderdvijfenzestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 260 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.