Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 augustus 2024 in de zaken tussen
[eisers 2], uit [plaats] , eisers
Inleiding en procesverloop
Overgangsrecht
Achtergrond, feiten en totstandkoming van het besluit
– erfafscheiding – vormt en daarom niet vergunningsvrij is. Dit heeft geleid tot het opleggen op 6 maart 2023 van een last onder dwangsom. Eisers dienen de door verweerder als (tuin)muur aangemerkte verlenging van de zijmuur te verwijderen of te verlagen naar maximaal 2 meter zoals bedoeld in artikel 2 aanhef en onder 12, aanhef en onder b, van Bijlage II bij het Bor. Zij moesten uiterlijk op 4 juni 2023 aan de last voldoen. Zij hebben bezwaar gemaakt, waarop bij besluit op van 6 juli 2023 is beslist. De last onder dwangsom is inmiddels onherroepelijk geworden. De begunstigingstermijn is op verzoek van eisers enkele keren verlengd. [1]
Bezwaar, nader onderzoek en het bestreden besluit
Beoordeling door de rechtbank
Zijn de aan- en uitbouwen vergunningsvrij?
al dan niet functioneel ondergeschikt”aan de bepaling toe te voegen. Anders dan eisers stellen, hebben de inspecteurs zich volgens verweerder niet uitgelaten over de vraag of de aan- en uitbouwen passen binnen de regels van de Pilots. Verder hebben eisers volgens verweerder een fout gemaakt bij het invullen van de vergunningencheck. Bovendien kunnen zij aan de vergunningencheck geen rechten ontlenen, aldus steeds verweerder.
Op het achtererfgebied
aangebouwd bijbehorend bouwwerk” en voor “
meer dan 4 meter” heeft ingevoegd: “
al dan niet functioneel ondergeschikt aan het hoofdgebouw” leidt niet tot een andere uitleg, reeds omdat die toevoeging in de Pilot 2021 niet staat. Overigens brengt die invoeging nog niet mee dat dan de voorwaarden van artikel 2, onder derde en onderdeel b, Bijlage II Bor zouden gaan gelden voor bijbehorende uitbouwen die zich meer dan vier meter achter het hoofdgebouw uitstrekken. De aanwijzing in de Pilots brengt immers juist mee dat de ruimere uitbouw door het vervallen van de vier-metereis juist onder onderdeel a valt. De verwijzing van verweerder naar artikel 7 Bijlage II Bor, waarin is bepaald dat bij een bijbehorend bouwwerk van meer dan vier meter van het hoofdgebouw zonder scheidingswand op die vier meter het geheel functioneel ondergeschikt zou moeten zijn, leidt ook niet tot een andere uitleg, omdat door de verruiming van het vergunningsvrij bouwen tot meer dan vier meter achter het hoofgebouw, zoals reeds overwogen, de voorwaarden uit onderdeel b net meer in beeld komen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 11 januari 2024;
- draagt verweerder op het door eiser betaalde griffiegeld van € 187,- aan eisers te vergoeden;