In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) voor de kosten van een medisch kussen. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen, met een besluit van 10 november 2022, en het bestreden besluit van 24 februari 2023 bevestigde deze afwijzing. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen daarmee instemden.
Eiser had op 4 juli 2022 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een medisch bed en speciaal kussen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat er een passende en toereikende voorliggende voorziening is, namelijk de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige Zorg (Wlz), die in het algemeen alle noodzakelijke medische kosten dekt. Verweerder stelde dat er geen dringende redenen waren om bijstand te verlenen op grond van artikel 16 Pw.
De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een schrijnende situatie die het verlenen van bijstand onvermijdelijk maakte. De rechtbank concludeerde dat de Zvw als voorliggende voorziening kan worden beschouwd en dat de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand terecht was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving.