ECLI:NL:RBNHO:2024:8809

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 augustus 2024
Publicatiedatum
27 augustus 2024
Zaaknummer
11040176 BM VERZ 24-749
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot instelling van beperkt bewind over nalatenschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot instelling van een beperkt bewind over de goederen die betrokkene zal verkrijgen uit de nalatenschap van zijn moeder. Verzoeker, de broer van betrokkene, heeft het verzoek ingediend omdat hij als vereffenaar van de nalatenschap de afwikkeling wil regelen, maar geen contact kan krijgen met betrokkene. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift, de bijlagen en de stukken die tijdens de zitting zijn overhandigd. Betrokkene is niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen.

De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs is dat betrokkene geestelijk of lichamelijk niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen waar te nemen. De kantonrechter benadrukt dat een meerderjarigenbewind een ernstige inbreuk op de rechten van betrokkene is en dat er geen bewijsstukken zijn die de geestelijke of lichamelijke toestand van betrokkene onderbouwen. Bovendien blijkt uit de toelichting van verzoeker dat betrokkene als vrijwilliger werkzaam is en cliënten helpt met het invullen van formulieren, wat erop wijst dat hij in staat is om zijn eigen belangen te behartigen.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat verzoeker, indien nodig, een reguliere civiele procedure tegen betrokkene zal moeten voeren om de nalatenschap af te wikkelen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 11040176 BM VERZ 24-749 sc
Uitspraakdatum: 22 augustus 2024

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 9 april 2024;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
  • de op de zitting van 24 juni 2024 overhandigde stukken van verzoeker.
Op 10 juni 2024 en op 24 juni 2024 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Hoewel behoorlijk opgeroepen is betrokkene, zonder bericht van verhindering, niet verschenen. De aangetekende oproep voor de zitting van 24 juni 2024 heeft betrokkene niet afgehaald.

beoordeling

Het verzoek strekt tot instelling van een beperkt bewind over de goederen die betrokkene zal verkrijgen uit de nalatenschap van zijn moeder, [erflaatster] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en overleden te [woonplaats] op [overlijdendsdatum] .
Verzoeker, broer van betrokkene, stelt dat hij vereffenaar is van de hiervoor genoemde nalatenschap en dat instelling van een bewind noodzakelijk is omdat hij de nalatenschap wil afwikkelen maar geen contact krijgt met betrokkene.
De kantonrechter zal het verzoek tot onderbewindstelling van (het vermogen van) betrokkene afwijzen. Gelet op wat verzoeker ter onderbouwing van het verzoek naar voren heeft gebracht, is onvoldoende gebleken dat betrokkene als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. De kantonrechter legt dit uit.
Een meerderjarigenbewind is een vergaande inbreuk op de rechten van betrokkene en een onderbewindstelling mag daarom niet lichtvaardig worden uitgesproken. Enig bewijsstuk waaruit de geestelijke (of lichamelijke) toestand van betrokkene blijkt, is er niet. Daar komt bij dat uit de toelichting van verzoeker blijkt dat betrokkene als vrijwilliger werkzaam is bij [stichting] en dat hij daar cliënten helpt met het invullen van ingewikkelde formulieren. Kennelijk is hij in staat om in ieder geval de belangen van anderen waar te nemen.
Dat betrokkene ontwijkend gedrag vertoont waar het betreft – in ieder geval – de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder en dat het voorstel van verzoeker voor de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van verzoeker en betrokkene in het belang van betrokkene lijkt te zijn, maakt dat niet anders. Zo nodig zal verzoeker (al dan niet in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van moeder) een reguliere civiele procedure tegen betrokkene moeten voeren.

beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter