In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder, de broer van betrokkene, en benoeming van een professionele bewindvoerder, BMCS B.V. Betrokkene heeft aangevoerd dat de communicatie met zijn broer, die als bewindvoerder fungeert, verstoord is en dat hij niet meer prettig vindt dat zijn broer zijn zaken behartigt. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek, het verweer van de huidige bewindvoerder en een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juli 2024 is de situatie verder toegelicht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er in 2022 een bewind is ingesteld over de goederen van betrokkene vanwege zijn geestelijke of lichamelijke toestand, waarbij zijn broer als bewindvoerder is benoemd. Betrokkene heeft echter aangegeven dat de verhoudingen tussen hem en zijn broer zijn verslechterd, wat heeft geleid tot een gebrek aan communicatie en frustraties aan beide zijden. De huidige bewindvoerder heeft zijn taak naar eigen zeggen naar eer en geweten uitgevoerd, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat er goede redenen zijn om een andere bewindvoerder aan te stellen. Dit is in het belang van beide broers, zodat zij niet langer in een conflictueuze situatie hoeven te verkeren.
De kantonrechter heeft besloten om de huidige bewindvoerder te ontslaan en BMCS B.V. te benoemen als nieuwe bewindvoerder. De beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de nieuwe bewindvoerder is vastgesteld op € 621,00 (exclusief btw). De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.