ECLI:NL:RBNHO:2024:8678

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
22 augustus 2024
Zaaknummer
11097418 \ CV EXPL 24-2934
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over lekkages en aansprakelijkheid voor herstelkosten na dakwerkzaamheden

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is er een geschil ontstaan tussen [eiser] en [gedaagde] B.V. over lekkages die zijn ontstaan na dakwerkzaamheden die door [gedaagde] zijn uitgevoerd. [eiser], eigenaar van een woning, had [gedaagde] in augustus 2023 opdracht gegeven om werkzaamheden aan zijn dak uit te voeren vanwege lekkages. Na de uitvoering van deze werkzaamheden zijn er echter opnieuw lekkages geconstateerd. [eiser] stelt [gedaagde] aansprakelijk voor de herstelkosten, terwijl [gedaagde] betwist dat de lekkages het gevolg zijn van ondeugdelijk werk.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis op 28 augustus 2024 besloten dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen dat [gedaagde] gebrekkig werk heeft geleverd en dat de lekkages door zijn werkzaamheden zijn veroorzaakt. Daarom heeft de kantonrechter besloten een deskundige te benoemen om de situatie te onderzoeken en te beoordelen of er sprake is van gebrekkig werk en of dit de oorzaak is van de lekkages. Beide partijen krijgen de gelegenheid om hun standpunten en vragen aan de deskundige voor te leggen.

De zaak is complex, met verschillende partijen en deskundigen die betrokken zijn bij de beoordeling van de schade en de oorzaak van de lekkages. De kantonrechter heeft de partijen aangespoord om te proberen tot een minnelijke regeling te komen, gezien de tijd en kosten die met het deskundigenonderzoek gemoeid zijn. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11097418 \ CV EXPL 24-2934
Vonnis van 28 augustus 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. M.T.W. Wijling,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [plaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde; [gemachtigde], bestuurder
De zaak in het kort
[eiser] heeft [gedaagde] de opdracht gegeven om werkzaamheden aan zijn dak te verrichten vanwege lekkages in zijn woning. Na het uitvoeren van de werkzaamheden door [gedaagde] zijn (opnieuw) lekkages ontstaan. [eiser] stelt [gedaagde] aansprakelijk voor de herstelkosten, voor het vernieuwen van het dak en lekkageschade in de woning. [gedaagde] betwist dat hij ondeugdelijk werk heeft verricht en dat de lekkages en de schade door zijn werkzaamheden zijn veroorzaakt. De kantonrechter kan op basis van de op dit moment beschikbare informatie en stukken niet vaststellen of [gedaagde] gebrekkig of ondeugdelijk werk heeft geleverd en of zijn werk de schade heeft veroorzaakt. Daarom zal de kantonrechter een deskundige benoemen om dit te beoordelen. Beide partijen krijgen de mogelijkheid om zich uit te laten over de vragen die de kantonrechter aan de deskundige zal stellen. De kantonrechter verlangt van [gedaagde] dat hij een
kopie van de offerte voor de werkzaamheden aan de woning van [eiser]aan de rechtbank verstrekt.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het bericht van de Raad voor Rechtsbijstand van 29 januari 2024 over de aan [eiser] verleende toevoeging
- de dagvaarding van 2 mei 2024
- het antwoord van 12 juni 2024, gedateerd op 4 juni 2024
- het tussenvonnis van 19 juni 2024
- de mondelinge behandeling van 5 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is eigenaar van een woning aan [adres] te [plaats 1] (hierna: de woning). [gedaagde] is een in 1994 opgerichte onderneming die zich bezighoudt met werkzaamheden op het gebied van dakdekken, het bouwen van dakconstructies en de algemene burgerlijke en utiliteitsbouw. De heer [gemachtigde] (hierna: de heer [gedaagde]) is enig aandeelhouder en bestuurder van [gedaagde].
2.2.
[eiser] heeft [gedaagde] in Augustus 2023 opdracht gegeven om werkzaamheden aan het dak van zijn woning uit te voeren. Omdat de werkzaamheden door de heer [gemachtigde] persoonlijk zijn uitgevoerd zal Degelijk hierna als mannelijk worden aangeduid, hoewel de gedaagde partij, een vennootschap vrouwelijk is. Deze werkzaamheden bestonden onder meer uit het voorzien van het dak van een nieuwe toplaag van bitumen, het aanbrengen van een nieuwe bedekking over de oude laag en het waterdicht inwerken van de hemelwaterafvoer conform de richtlijnen van de leverancier en bureau Dakadvies.
De aanleiding voor het inschakelen van [gedaagde] was dat het dak van de woning door stormschade lekkages vertoonde, waarvan [eiser] wenste dat deze hersteld zouden worden. [gedaagde] heeft zijn werkzaamheden in ongeveer vier dagen in september 2023 uitgevoerd.
2.3.
Op 19 september 2023 heeft [gedaagde] de werkzaamheden aan het dak van de woning afgerond. [eiser] heeft vanwege zijn leeftijd en fysieke gesteldheid de werkzaamheden bij oplevering niet kunnen beoordelen. Diezelfde dag heeft [gedaagde] een eindfactuur gestuurd, waaruit volgt dat [eiser] in totaal een bedrag van € 3.600,- (excl. 21% btw) heeft betaald voor de werkzaamheden. Deze factuur heeft [eiser] ingediend bij zijn opstalverzekeraar, die het bedrag vervolgens (grotendeels) aan [gedaagde] heeft uitgekeerd.
2.4.
Een dag na oplevering van het werk zijn er, na een regenbui, op de bovenverdieping van de woning lekkages ontstaan. [eiser] heeft [gedaagde] hierover geïnformeerd, die enkele dagen later bij de woning is teruggekomen en naar eigen zeggen de lekkages heeft verholpen door de binnenwand van de woning met speciaal stucmiddel waterafstotend te maken (dat dit is gebeurd wordt betwist door [eiser]) zodat er geen vocht meer naar binnen kon doorslaan.
2.5.
In oktober 2023 heeft [eiser] opnieuw lekkages op de bovenverdieping, maar ook op de begane grond in de woning geconstateerd na een behoorlijke regenbui. [eiser] heeft als productie 5 bij dagvaarding foto’s overgelegd van de lekkageschade, die door de kantonrechter op zitting zijn genummerd en besproken.
[eiser] heeft voor het herstellen van deze schade in de woning een timmerman, te weten [betrokkene] (hierna: de timmerman), ingeschakeld. De timmerman heeft voor de naar zijn inzicht noodzakelijke werkzaamheden een offerte uitgebracht voor een bedrag van
€ 1.880,25 (inclusief 9% btw), voor het bewerken van plafonds, muren en tussenkozijnen. [eiser]. De timmerman heeft aan [eiser] verder het bedrijf HMS Multiservice (hierna: HMS) aangeraden om de staat van het dak te beoordelen. Volgens de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is HMS een multiservice bedrijf dat zich (onder meer) bezighoudt met grondverzet, het slopen van bouwwerken en goederenvervoer over de weg.
2.6.
HMS is op het dak van de woning geweest en heeft ter plaatse enkele foto’s gemaakt die bij dagvaarding als producties 4 zijn overgelegd en door de kantonrechter op zitting zijn genummerd en besproken. Naar aanleiding van de opname door HMS van het dak, heeft zij [eiser] geadviseerd om de huidige dakbedekking te verwijderen en het dak opnieuw te laten bedekken. Hiervoor heeft HMS een offerte opgemaakt met een totaalbedrag van € 16.335,- (inclusief 21% btw).
2.7.
[eiser] heeft op 26 november 2023 [gedaagde] per e-mail geïnformeerd over de lekkages en heeft hem in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen de hemelwaterafvoer te vervangen en de lekkage te verhelpen. Ook heeft [eiser] medegedeeld dat hij [gedaagde] aansprakelijk houdt voor de schade.
2.8.
Op 8 januari 2024 heeft de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] ingebreke gesteld en gesommeerd om binnen twee dagen te bevestigen dat hij het dak alsnog binnen vier weken deugdelijk zou herstellen. Nadat de gemachtigde hierover telefonisch contact heeft gehad met [gedaagde], in welk gesprek de aansprakelijkheid door [gedaagde] is afgewezen, is [gedaagde] op 17 januari 2024 bij [eiser] langsgeweest om het dak te controleren en de lekkages te inspecteren. Het standpunt van [gedaagde] naar aanleiding van zijn inspectie is dat de lekkage niet veroorzaakt wordt door het dak van de woning ([gedaagde] constateerde geen vocht tussen de oude en de nieuwe lagen dekbedekking), maar doordat er veel te grote ruimtes zitten tussen de boeidelen van de opbouw van de buren, die zijn geplaatst zonder koppelstukken, waardoor regenwater naar binnen komt bij [eiser]. Als gevolg hiervan heeft [gedaagde] verklaard de lekkages niet te kunnen herstellen, althans niet zonder toestemming van de buren van [eiser].
2.9.
Na de controle door [gedaagde] heeft [eiser], in samenspraak met zijn opstalverzekeraar, [bedrijf] (hierna: [bedrijf]) ingeschakeld die de lekkageschade in kaart heeft gebracht namelijk. In het opnameformulier van [bedrijf] dat op 26 februari 2024 is opgesteld is onder meer opgenomen:

Opdrachtomschrijving –et plafond van de bovenverdieping op veel plaatsen waterschade . dakdekker is komen kijken Schade Lekkage van plafond bovenverdieping op meerderen plekken.dakdekker laten kij ken volgens hem is het dak goed. (…)
1.
Schadeoorzaak
Water
8. Gedetailleerde schadeoorzaak Water
Lekkende dak(en)
(…)
2.
Mogelijke oorzaak
Lekkage op 1e etage en beg grond nadat er in 2023 storm is geweest en daarna het dak vervangen. Dit is dusdanig slecht aangebracht dat er behoorlijke lekkages zijn ontstaan na de 1e regenbui.
Het dak is dusdanig slecht aangebracht dat alles verwijderd moet worden en opnieuw aangebracht zal moeten worden met de nodige materialen.
De boeidelen zullen ook opnieuw aangebracht moeten worden en de uitlopen opnieuw aangebracht.
Tijdens de storm regen het niet, enkel 2 dagen laten begon het tijdens regen te lekken waardoor er op de 1e etage en de begane grond behoorlijke schade is ontstaan.
Op de 1e etage alle plafond behandelen en sausen. Beg grond timmerwerk vervangen en opnieuw schilderen en sausen.(…)
2.10.
Per e-mails van 4 en 13 maart 2024 is het opnameformulier door de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagde] toegestuurd en is hem gevraagd om een reactie. Vanwege het uitblijven van een reactie is de overeenkomst van aanneming van werk door [eiser] op
9 april 2024 per brief ontbonden en is [gedaagde] gesommeerd tot betaling van de herstelkosten als schadevergoeding. Aan deze sommatie is geen gehoor gegeven door [gedaagde].

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat – dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van
I. een bedrag van € 18.215,25 aan schade, te vermeerderen met de schade die op dit moment ontstaat door lekkages,
II. de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding,
III. de buitengerechtelijke incassokosten,
IV. een dwangsom voor iedere dag dat betaling van de schadevergoeding uitblijft van 10% van de nog openstaande vordering en
V. de proceskosten, inclusief nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser].
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Standpunten van partijen
4.1.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen onder de overeenkomst tot aanneming van werk (artikel 7:750 Burgerlijk Wetboek (BW)). Hij vordert op grond van artikel 6:74 BW vergoeding van de schade die hij heeft geleden als gevolg van deze toerekenbare tekortkoming. De toerekenbare tekortkoming bestaat erin dat [gedaagde] zich heeft verplicht om het dak deugdelijk te herstellen en hij die verplichting niet is nagekomen. Vanwege dat feit is de overeenkomst ontbonden en vordert [eiser] alle schade die is ontstaan uit de tekortkoming in de nakoming. De schade berekent [eiser] op € 18.215,25, bestaande uit de herstelkosten ten aanzien van het opnieuw bedekken van het dak zoals begroot door HMS (zie: overweging 2.6) en de herstelkosten van de timmerman (zie: overweging 2.5).
4.2.
Het verweer van [gedaagde] tegen de vorderingen van [eiser] richt zich op de deugdelijkheid van de door hem opgeleverde werkzaamheden en het oorzakelijk verband tussen zijn werkzaamheden en de door [eiser] gevorderde schade. [gedaagde] betwist namelijk dat de werkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd nu deze conform de richtlijnen van bureau Dakadvies en Vebidak zijn uitgevoerd. Bovendien heeft [gedaagde] zelf vastgesteld dat er tussen de oude en nieuwe lagen dakbedekking geen vocht zit. Ook betwist [gedaagde] dat de lekkages door zijn werkzaamheden zijn veroorzaakt, omdat deze volgens hem veroorzaakt worden door een opbouw van de buren van [eiser]. De boeidelen van deze opbouw zijn volgens [gedaagde] namelijk met veel te grote tussenruimtes geplaatst en zonder koppelstukken. Hierdoor loopt regenwater via de boeidelen achter het opgaande werk en de opstanden van de woning van [eiser]. Verder trekt [gedaagde] de deskundigheid van HMS in twijfel omdat dit een sloopbedrijf is en geen gespecialiseerd bedrijf, zoals Vebidak of Bureau Dakadvies. Verder heeft [gedaagde] op de zitting aangevoerd dat een deel van de lekkages(schade) al aanwezig was voorafgaande aan zijn werkzaamheden. [gedaagde] is namelijk ingeschakeld naar aanleiding van lekkages die waren veroorzaakt door stormschade.
Het oordeel van de kantonrechter
4.3.
Gelet op de discussie tussen partijen in de stukken en op zitting is voor de kantonrechter duidelijk dat partijen vooral van inzicht verschillen over de vragen of (i) het door [gedaagde] opgeleverde werk gebrekkig of ondeugdelijk is en (ii) er een oorzakelijk verband bestaat tussen enerzijds het door [gedaagde] opgeleverde werk en anderzijds de lekkages en de schade van [eiser].
4.4.
[eiser] heeft zijn bevestigende antwoorden op deze vragen onderbouwd met de offerte van HMS en het opnameformulier van [bedrijf]. [gedaagde] heeft zijn ontkennende antwoorden op deze vragen toegelicht met zijn eigen bevindingen ter plaatse en het noemen van een alternatieve oorzaak voor de lekkages, namelijk de opbouw van de buren van [eiser].
4.5.
De kantonrechter is van oordeel dat zij op grond van de op dit moment beschikbare informatie en documenten niet kan vaststellen of de opgeleverde werkzaamheden gebreken vertonen en zo ja, of deze (mede) de oorzaak zijn van de ontstane lekkages en schade in de woning van [eiser]. De kantonrechter ligt dit hierna toe.
4.6.
De informatie die [eiser] van HMS heeft overgelegd is niet meer dan een offerte voor het opnieuw laten bedekken van het dak van de woning. Daaruit blijkt alleen van de kosten van het opnieuw bedekken van het dak. Uit de offerte blijkt echter bijvoorbeeld niet welke gebreken het werk van [gedaagde] volgens HMS vertoont, dat de lekkages veroorzaakt zijn door gebreken aan het dak of waarom het noodzakelijk is om het dak volledig te vervangen. Er is ook geen verklaring van HMS in het geding gebracht waaruit iets valt op te maken over de gebreken aan het dak of het oorzakelijk verband tussen de gestelde gebreken en de lekkages. Op basis van alleen de offerte van HMS kan de kantonrechter hier niets over vaststellen. Verder is de kantonrechter met [gedaagde] eens dat uit de KvK-inschrijving van HMS blijkt dat HMS een bedrijf is dat zich onder meer bezighoudt met transportdiensten en sloopwerkzaamheden. Hoewel dit op zichzelf geen afbreuk hoeft te doen aan de deskundigheid van HMS, kan de kantonrechter aan de hand van deze informatie de deskundigheid van dit bedrijf op het gebied van dakdekking evenmin vaststellen.
4.7.
Ook op basis van het opnameformulier van [bedrijf] kan de kantonrechter niets vaststellen over de deugdelijkheid van het opgeleverde werk of het oorzakelijke verband met de schade. Het opnameformulier is namelijk een schadeformulier dat in opdracht van de opstalverzekeraar is opgesteld om de omvang van de schade vast te stellen. Uit het opnameformulier blijkt niet dat AC Bost Bouw zelfstandig onderzoek heeft gedaan naar de gestelde gebreken aan het werk of de oorzaak van de vastgestelde schade. Het heeft er alle schijn van dat de [bedrijf] dit onderzoek niet heeft uitgevoerd omdat in het opnameformulier wordt gesproken over ‘mogelijke oorzaken’ van de schade. Uit de bewoordingen van het rapport blijkt ook dat de opsteller niet meer heeft gedaan dan omschreven wat [eiser] heeft vermeld als oorzaak van de schade..
4.8.
Gelet op het voorgaande kan de kantonrechter op dit moment niet vaststellen dat [gedaagde] schadevergoeding dient te betalen aan [eiser]. Daarvoor moet namelijk komen vast te staan dat [gedaagde] gebrekkige werkzaamheden heeft verricht en dat de lekkage(s) hierdoor is/zijn veroorzaakt.
4.9.
De bewijslast van de stelling dat de door [gedaagde] opgeleverde werkzaamheden gebreken vertonen en de aanwezigheid van een oorzakelijk verband tussen werkzaamheden en de lekkages, rust op [eiser]. Hij beroept zich namelijk op de rechtsgevolgen van de gestelde toerekenbare tekortkoming, te weten betaling van een schadevergoeding.
Het deskundigenbericht
4.10.
Gelet op het voorgaande acht de kantonrechter het nodig om een deskundigenbericht in te winnen waarin de deskundige zal moeten beoordelen of sprake is van gebreken in de werkzaamheden van [gedaagde] en zo ja, of de lekkages (mede) zijn veroorzaakt door de gebrekkige werkzaamheden van [gedaagde]. De deskundige zal naar het oordeel van de kantonrechter in ieder geval de volgende vragen moeten beantwoorden:
1. Is er op dit moment een actieve lekkage in de woning van [eiser] waarneembaar? Zo ja, waar?
2. Is vast te stellen of de wijze waarop [gedaagde] in september 2023 zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd, te weten het aanbrengen van een nieuwe toplaag op het dak van de woning van [eiser], gebrekkig is uitgevoerd of dat hij anderszins ondeugdelijk werk heeft geleverd?
Indien sprake is van gebrekkig of anderszins ondeugdelijk werk van [gedaagde] aan het dak van de woning van [eiser]:
3. Waarin zit dit de gebrekkigheid of de ondeugdelijkheid van het werk hem dan precies?
4. Is vast te stellen of met een bepaalde mate van zekerheid te concluderen dat de wijze waarop de werkzaamheden aan het dak zijn uitgevoerd de lekkages op de bovenverdieping en/of in de keuken met aanbouw op de benedenverdieping van de woning heeft veroorzaakt of mede heeft veroorzaakt? Zo ja, wat had [gedaagde] anders kunnen of moeten doen om deze lekkages te voorkomen? Kortom, bestaat er een oorzakelijk verband tussen de ondeugdelijkheid van het uitgevoerde werk en de lekkageschade in de woning van [eiser]?
5. Is vast te stellen of met een bepaalde mate van zekerheid te concluderen dat er (ook) een andere oorzaak bestaat voor de lekkages in de woning van [eiser] en wilt u daarbij in het bijzonder ingaan op de door [gedaagde] als oorzaak van de lekkages genoemde mogelijkheid dat bij de opbouw van de buren de boeidelen met te grote tussenruimtes en zonder koppelstukken zijn geplaatst, waardoor het regenwater via de boeidelen achter het opgaande werk en de opstanden van de woning loopt?
6. Is vast te stellen of met een bepaalde mate van zekerheid te concluderen dat (een deel van) de schade veroorzaakt is door lekkages die zijn ontstaan voorafgaand aan de werkzaamheden van [gedaagde] in september 2023?
7. Als is vast te stellen of met een bepaalde mate van zekerheid geconcludeerd kan worden wat de oorzaak is of de oorzaken zijn van de in de woning van [gedaagde] ontstane lekkages, is dan een inschatting te maken van de herstelkosten daarvan? Zo ja, hoeveel bedragen die kosten? Zou u hiervan een gespecifieerd overzicht willen verstrekken? Kunt u hierbij ingaan op de vraag of het noodzakelijk is dat het dak of de dakbedekking volledig wordt vernieuwd? Als de ondeugdelijke werkzaamheden van [gedaagde] gedeeltelijk de oorzaak zijn van de lekkageschade, is dan aan te geven welk deel van de herstelkosten daarop ziet?
8. Zijn er nog ander punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
4.11.
De kantonrechter zal de zaak verwijzen naar de hieronder te noemen rolzitting om partijen in de gelegenheid te stellen bij akte op deze vragen te reageren en eventueel andere of aanvullende vragen voor te stellen.
4.12.
De kantonrechter heeft partijen op zitting in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het voorgenomen deskundigenonderzoek en de persoon van de te benoemen deskundige. Op zitting zijn partijen tot overeenstemming gekomen over de te benoemen deskundige, namelijk ingenieursbureau Kiwa DBA Dak- en Geveladvies te Gorinchem, zodat de kantonrechter deze partij als deskundige zal benoemen in de beslissing.
4.13.
De griffier heeft kort telefonisch contact opgenomen met dit ingenieursbureau. In dit telefoongesprek heeft een medewerker bevestigd dat het bureau over de noodzakelijke expertise beschikt en bereid is de opdracht te aanvaarden zij het dat de persoon die het onderzoek zal verrichten eerst bekend zal worden gemaakt als blijkt welke expertise nodig is. Ook de kostenindicatie zal dan pas bekend worden gemaakt.
Mede gelet op de voortvarendheid van het verloop van het deskundigenonderzoek zal het onderzoek in dit vonnis worden bevolen en zullen de definitieve vragen geformuleerd worden in een volgend tussenvonnis. In datzelfde tussenvonnis zal naar verwachting ook de naam van de ingeschakelde deskundige van het ingenieursbureau kunnen worden vermeld.
4.14.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt in de wet dat het voorschot op de kosten van de deskundige(n) door [eiser] moet worden betaald als partij op wie de bewijslast rust betreffende het bestaan van het gebrek en het causaal verband. Omdat [eiser] met een toevoeging procedeert, zal echter aan hem geen voorschot worden opgelegd. De hoogte van het voorschot voor de deskundige zal in een afzonderlijk vonnis worden vastgesteld. Partijen zullen eerst in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op een begroting van het voorschot door de deskundige.
4.15.
De kantonrechter wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De kantonrechter zal deze verplichting uitwerken zoals hierna onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de kantonrechter daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
4.16.
Als een partij op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige toestuurt, moet zij daarvan direct een afschrift aan de wederpartij verstrekken.
4.17.
Tot slot ziet de kantonrechter aanleiding om van [gedaagde] te verlangen dat hij de offerte met een specificatie van de werkzaamheden voor [eiser] indient. Op zitting heeft [gedaagde] verklaard dat deze waarschijnlijk op zijn computer is terug te vinden. De rechtbank verlangt van [gedaagde] dat hij deze offerte toestuurt aan de rechtbank
tegelijkmet zijn eventuele reactie op de vragen aan de deskundige bij voorkeur
vóór dinsdag 24 september 2024 om 12.00 uur.Dit document kan namelijk van belang zijn voor de deskundige bij het beantwoorden van de door de kantonrechter gestelde vragen.
4.18.
De kantonrechter houdt in afwachting van de te nemen aktes iedere verdere beslissing aan. De kantonrechter geeft partijen in overweging om opnieuw met elkaar in overleg te treden om te proberen een minnelijke regeling te treffen, met het oog op de tijd en kosten die waarschijnlijk met de bewijsopdracht gemoeid zullen zijn en de reeds gemaakte kosten. Wellicht dat de beoordeling tot nu toe hier handvatten voor biedt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verlangt van
[gedaagde]dat hij
een kopie van de offerte voor de werkzaamheden aan de woning van [eiser]naar de rechtbank toestuurt, bij voorkeur uiterlijk op
dinsdag 24 september 2024 om 12.00 uur;
5.2.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 25 september 2024voor het indienen van een akte door
beide partijenover de aan de deskundige te stellen vragen (weergegeven onder overweging 4.10);
5.3.
verzoekt partijen de te nemen aktes (in tweevoud) voor
dinsdag 24 september 2024 om 12.00 uurnaar de griffie te sturen;
5.4.
beveelt een onderzoek door een deskundige voor de beantwoording van de vragen die definitief geformuleerd zullen worden in een toekomstig (tussen)vonnis van de kantonrechter;
5.5.
benoemt tot deskundige:
een nader te bepalen deskundige die werkzaam is bij
ingenieursbureau Kiwa BDA Dak- en Geveladvieste Gorinchem
dat onderdeel uitmaakt van
Kiwa Services B.V.,
correspondentie- en bezoekadres: Avelingen West 33, 4202 MS te Gorinchem
telefoon: +31 (0)183 669 690
e-mailadres: NL.Groep.BDA@kiwa.com
5.6.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
het voorschot
5.7.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot op de kosten van de deskundige het volgende:
- de deskundige moet, voor zover dit mogelijk is op basis van de voorlopige vragen zoals geformuleerd in overweging 4.10 van dit vonnis,
binnen twee wekenna de datum van deze beslissing een begroting van de kosten opgeven aan de griffie van de kantonrechter, gespecificeerd naar het verwachte aantal te besteden uren, het uurtarief en de eventuele overige kosten,
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen,
- partijen kunnen desgewenst
binnen twee wekenna dagtekening van de brief/het bericht van de griffie schriftelijk bij de kantonrechter bezwaar maken tegen de begroting,
- als niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige worden vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag,
- als wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de hoogte van het voorschot door de kantonrechter worden vastgesteld,
het onderzoek
5.8.
bepaalt dat de griffie- na vaststelling van het voorschot - het procesdossier in afschrift aan de deskundige zal toesturen,
5.9.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
5.10.
bepaalt dat de deskundige, met kennisgeving aan de kantonrechter, uiterlijk op woensdag 6 november 2024 met partijen een afspraak moet hebben gemaakt voor het tijdstip van het te verrichten onderzoek en bepaalt dat een verzoek tot uitstel van (het maken van de afspraak voor) het tijdstip van het te verrichten onderzoek met opgave van redenen aan de kantonrechter moet worden gedaan,
5.11.
wijst de deskundige erop dat:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl),
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact opneemt met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht vermeldt of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid moet bieden dit onderzoek bij te wonen; als slechts één partij (althans niet alle partijen) bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- als partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
5.12.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken als de deskundige daarom vraagt, de deskundige toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid moeten geven om het onderzoek te verrichten,
het schriftelijk rapport
5.13.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na deze beslissing een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, met een gespecificeerde declaratie,
5.14.
wijst de deskundige erop dat:
- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, waarna partijen de gelegenheid krijgen om binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
5.15.
bepaalt dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
5.16.
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen van
woensdag 23 oktober 2024voor vonnis vaststelling voorschot,
5.17.
draagt de griffier op om na ontvangst ter griffie van het rapport de zaak zo snel mogelijk op de rol te plaatsen voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiser] op een termijn van vier weken,
5.18.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kleij en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.