ECLI:NL:RBNHO:2024:8664

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 januari 2024
Publicatiedatum
22 augustus 2024
Zaaknummer
C/15/341470 / HA RK 23-96
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking benoemen deskundige in civiele procedure over gebreken aan woning

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 januari 2024 een tussenbeschikking gegeven in een zaak waarin verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], een deskundige willen laten benoemen om gebreken aan een woning te onderzoeken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een ander verzoek tot benoeming van een deskundige is ingediend dat betrekking heeft op hetzelfde object. Om dubbele deskundigenrapportages te voorkomen, heeft de rechtbank besloten dat er één deskundige zal worden benoemd voor beide zaken. De behandeling van de zaak is aangehouden zodat partijen zich kunnen uitlaten over de kosten van de deskundige. De rechtbank heeft ook de procedure beschreven, waarin onder andere de communicatie tussen partijen en de rechtbank is vastgelegd. De verzoekers hebben in het verleden een woning verkocht, maar zijn nu aansprakelijk gesteld door de kopers vanwege gebreken aan de woning, waaronder vochtproblemen en schimmelvorming. De rechtbank heeft de deskundige gevraagd om een kostenbegroting op te stellen en heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op deze begroting. De rechtbank heeft de beslissing aangehouden tot 31 januari 2024, in afwachting van de reacties van partijen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/341470 / HA RK 23-96
Beschikking van 18 januari 2024
in de zaak van

1.[verzoeker 1] ,

2.
[verzoeker 2],
beiden wonende te [plaats] ,
verzoekers,
advocaat mr. S. Hartog te Alkmaar,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WILLEMSEN VEENENDAAL B.V.,
gevestigd te Veenendaal,
verweerster,
advocaat mr. J.W. Mouthaan te Ede (Gld).
Verzoekers zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als “ [gedaagden] ”. Verweerster zal hierna worden aangeduid als “Willemsen”.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft op 11 juli 2023 het verzoekschrift ontvangen, met producties
1 tot en met 22. [gedaagden] hebben bij indiening van het verzoekschrift tevens een verweerschrift bij de rechtbank ingediend in het dossier bij de rechtbank bekend C/15/339971/ HA RK 23-75 (hierna: het dossier [naam 1] / [gedaagden] ). Dit betreft het dossier waarin [naam 1] (hierna: kopers), kopers van de woning aan de [adres] , aan de rechtbank hebben verzocht een voorlopig deskundige te benoemen. [gedaagden] hebben verzocht de beide procedures tegelijk wordt behandeld. Bij brief van 1 augustus 2023 heeft de rechtbank in het dossier [naam 1] / [gedaagden] meegedeeld dat de verzoeken niet tegelijk behandeld zullen worden.
1.2.
Op 16 augustus 2023 ontving de rechtbank van [gedaagden] een e-mail met als bijlage een TNO-rapport van 19 augustus 2013.
1.3.
Op 17 september 2023 ontving de rechtbank het verweerschrift, met producties 1 tot en met 22.
1.4.
Bij brief van 13 oktober 2023 heeft de rechtbank [gedaagden] gevraagd of zij, gelet op het verweer, een mondelinge behandeling wensen en of zij zich kunnen uitlaten over de door verweerder genoemde persoon van de deskundige en vraagstelling.
1.5.
[gedaagden] hebben per e-mail van 17 oktober 2023 op de brief van 13 oktober 2023 van de rechtbank gereageerd en onder meer aangegeven geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling als de rechtbank zich voldoende voorgelicht acht om tot een benoeming en een vraagstelling te komen.
1.6.
Bij bericht van 27 oktober 2023 heeft mr. Mouthaan geïnformeerd naar de stand van zaken in het dossier en daarbij verwezen naar de beschikking die in het dossier het dossier [naam 1] / [gedaagden]
1.7.
Bij e-mail van 17 november 2023 heeft de rechtbank partijen geïnformeerd over de voortgang in dit dossier en het dossier [naam 1] / [gedaagden] Op diezelfde datum heeft de rechtbank een e-mail aan de te benoemen deskundige in het dossier [naam 1] / [gedaagden] gestuurd en daarin de voorlopig geformuleerde vragen in het onderhavige dossier opgenomen. De rechtbank heeft de deskundige gevraagd of naar zijn mening de onderzoeken in beide dossiers kunnen worden gecombineerd zodat dat kan leiden tot een goede begroting van de kosten van de deskundige voor alle partijen.
1.8.
De deskundige heeft op 17 november 2023 per e-mail gereageerd en gevraagd waarom het onderzoek in het onderhavig dossier niet wordt gecombineerd met het dossier [naam 1] / [gedaagden]
1.9.
Het verzoekschrift was door mr. Hartog mede namens [naam 2] ) ingediend. Bij e-mail van 21 november 2023 heeft mr. Hartog zich onttrokken als advocaat van [naam 2] .
1.10.
Per brief van 27 november 2023 heeft de rechtbank partijen zowel in onderhavig dossier, als in het dossier [naam 1] / [gedaagden] , verzocht te onderzoeken of zij tot een gezamenlijke vraagstelling kunnen komen.
1.11.
Naar aanleiding van bij partijen gerezen vragen heeft de rechtbank per brief van 8 december 2023 een nadere toelichting gegeven en de vragen die de rechtbank al in de beschikking van 20 oktober 2023 had opgenomen, ook aan mr. Mouthaan gezonden.
1.12.
Per bericht van 14 december 2023 heeft mr. Van der Linden in het dossier [naam 1] / [gedaagden] de rechtbank geïnformeerd dat partijen er niet in zijn geslaagd om tot een gezamenlijke vraagstelling aan de deskundige te komen. Mr. Van der Linden verzoekt de rechtbank een beslissing te nemen die haar geraden voorkomt.
1.13.
Op verzoek van de rechtbank heeft de deskundige aan de hand van een door de rechtbank opgestelde gezamenlijke vraagstelling in beide dossiers een kostenbegroting opgesteld en die op 3 januari 2024 aan de rechtbank gezonden.

2.Feiten

2.1.
[gedaagden] heeft in 2016 een woning laten ontwerpen op de [adres] (hierna: de woning). [naam 2] is als architect betrokken geraakt bij de bouw van de woning.
2.2.
In 2017 heeft [naam 2] contact gezocht met Willemsen en dit heeft er uiteindelijk in geresulteerd dat Willemsen als aannemer betrokken is geraakt bij de bouw van de woning.
2.3.
Tijdens de bouw van de woning heeft zich vocht in de constructie van de woning kunnen ophopen. Dit heeft onder meer geleid tot zwam- en schimmelvorming. Partijen verschillen van mening over de oorzaak van deze vochttoetreding en wie daarvoor verantwoordelijk is.
2.4.
[gedaagden] heeft de woning bij koopovereenkomst van 28 oktober 2022 verkocht aan kopers. De woning is op 5 december 2022 aan kopers geleverd.
2.5.
Kopers hebben [gedaagden] bij brief van 25 april 2023 aansprakelijk gesteld voor gebreken in de woning. Volgens kopers is sprake van de volgende gebreken:
de woning verkeert in een instabiele onveilige toestand;
de woning is op vele plekken aangetast door gevaarlijke schimmels en zwam;
er zijn ontoelaatbare zettingen in de overstekken;
e vloeren zijn deels verrot en hebben op de tweede verdieping gaten die de schijfvorming onderbreken. De gebruikte platen zijn van inferieure kwaliteit zodat zij niet bijdragen aan de stijve opbouw en stabiliteit;
de gevelopbouw is niet geschied conform voorschriften, waardoor er schimmels en vocht in de spouw is ontstaan.
2.6.
Op 12 mei 2023 heeft er een bespreking plaatsgevonden in de woning, waarbij in ieder geval [gedaagden] , Willemsen en kopers aanwezig waren. Tijdens deze bespreking zijn de gebreken bekeken en besproken.
2.7.
Naar aanleiding van de bespreking op 12 mei 2023 heeft Willemsen op 17 mei 2023 een e-mail gestuurd. Willemsen concludeert dat de woning technisch en bouwfysisch geen gebreken kent, behoudens de bevestiging van enkele stabiliteitswanden. De oorzaak daarvan is vochttoetreding tijdens de bouw.
2.8.
Op 1 september 2023 heeft er een zitting plaatsgevonden bij de voorzieningenrechter te Amsterdam tussen [gedaagden] en [naam 2] enerzijds en kopers en Willemsen anderzijds. Partijen zijn ter beëindiging van het kort geding onder meer overeengekomen:

Uiterlijk op dinsdag 5 september 2023 zullen [gedaagden] , [naam 1] en Willemsen, elk een technisch deskundige aanwijzen. Die deskundigen zullen op hun beurt zo spoedig mogelijk gezamenlijk één deskundige aanwijzen die het geschil tussen partijen zal onderzoeken. Indien één van partijen op 5 september 2023 geen deskundige aandraagt (zoals hiervoor bepaald) of indien de drie deskundigen gezamenlijk niet binnen zeven dagen geen overeenstemming bereiken over de te benoemen deskundige, dan zullen partijen in de thans lopende verzoekschriftprocedures benoeming van eenzelfde deskundige verzoeken, waarbij ook partij Willemsen nog de gelegenheid zal krijgen om haar standpunt in te brengen als belanghebbende.
2.9.
Bij beschikking van 20 oktober 2023 heeft de rechtbank in het dossier [naam 1] / [gedaagden] overwogen voornemens te zijn de heer [naam 3] van EBCM Nederland B.V. (hierna: [naam 3] ) als deskundige te benoemen. De rechtbank heeft in deze beschikking besloten welke vragen aan de deskundige dienen te worden gesteld. De rechtbank heeft partijen in deze zaak in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het voorschot van de te benoemen deskundige.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen. [gedaagden] stellen dat de (theoretische) oorzaken van de schade voor rekening en risico komen van Willemsen. Willemsen was de ontwerper van de houtskeletbouw en degene die de houtskeletbouw heeft gemonteerd. [gedaagden] betwisten dat de vochttoetreding tijdens de bouw toegerekend moet worden aan [gedaagden] .
3.2.
Willemsen verzet zich niet tegen het verzoek een voorlopig deskundige te benoemen. Willemsen betwist dat zij aansprakelijk is voor de problemen in de woning. Zij stelt dat [naam 2] als (hoofd)aannemer/ directievoerder is opgetreden en niet alleen als architect. Volgens Willemsen kan [naam 2] aansprakelijk worden gehouden.
3.3.
Omdat er geen verweer wordt gevoerd tegen het verzoek en er belang is bij het voorlopig deskundigenonderzoek, zal het verzoek worden toegewezen.
Persoon deskundige
3.4.
Mr. Hartog heeft in de e-mail van 16 augustus 2023 namens [gedaagden] aangegeven dat hij voorstelt dat dezelfde deskundige wordt benoemd als in het dossier [naam 1] / [gedaagden] Hij geeft aan dat in een eerdere vergelijkbare kwestie TNO is benoemd. Benoeming van twee deskundigen is volgens mr. Hartog sterk onwenselijk omdat daardoor het risico bestaat dat er tegenstrijdige conclusies worden getrokken. Daarnaast kan het buitensporig hogere kosten veroorzaken.
3.5.
In het verweerschrift geeft Willemsen aan er geen bezwaar tegen te hebben als de heer [naam 4] van EBCM Nederland B.V. als deskundige zal worden benoemd. De rechtbank begrijpt dat Willemsen bedoelt de heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ). Willemsen refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
3.6.
Naar het oordeel van de rechtbank dient in deze zaak dezelfde deskundige te worden benoemd als in het dossier [naam 1] / [gedaagden] De rechtbank heeft in de beschikking van 20 oktober 2023 in dat dossier reeds geoordeeld voornemens te zijn [naam 3] als deskundige te benoemen. [naam 3] voldoet naar het oordeel van de rechtbank aan de voorwaarden die [gedaagden] aan een deskundige stellen. De rechtbank zal dus ook in onderhavige zaak [naam 3] als deskundige benoemen.
Vraagstelling
3.7.
Partijen verschillen over de aan de te benoemen deskundige te stellen vragen.
3.8.
De door [gedaagden] in het onderhavige dossier gestelde vragen zijn gelijk aan de vragen die [gedaagden] in het dossier [naam 1] / [gedaagden] heeft geformuleerd. In de in die zaak genomen (tussen)beschikking van 20 oktober 2023 heeft de rechtbank een oordeel over deze vragen gegeven. Dat oordeel komt er op neer dat de vragen van [gedaagden] door de rechtbank worden overgenomen, met uitzondering van vraag e., waarbij [gedaagden] (kort weergegeven) de vraag stelt welke kosten door kopers sowieso gemaakt moeten zijn in het kader van de door hen gewenste ingrijpende verbouwingsplannen. De rechtbank is, gelet op de samenhang met het dossier [naam 1] / [gedaagden] gelijk het oordeel in die zaak, ook ten aanzien van deze zaak van oordeel dat deze vraag buiten de reikwijdte van het deskundigenonderzoek valt.
3.9.
[gedaagden] vindt de door Willemsen voorgestelde vragen aan de deskundige suggestief en richtinggevend. Volgens [gedaagden] wordt in de vragen gesteld dat er sprake zou zijn van geperforeerde gevels en naden in de isolatie en dat er sprake is geweest van een korte blootstelling aan vocht. De rechtbank leest dit echter niet in de door Willemsen voorgestelde vragen. In het geval de deskundige geen geperforeerde gevels en naden in de isolatie aantreft, dan zal de te benoemen deskundige dat ook in de beantwoording aangeven. De vraag of het aannemelijk is dat een korte blootstelling aan vocht tijdens de montage de oorzaak van de aanwezige zwammen en schimmels kan zijn, houdt niet in dat deze korte blootstelling er ook daadwerkelijk is geweest.
In de vragen 5, a tot en met c, en 6 stelt Willemsen vragen over de rol van [naam 2] . Omdat [naam 2] in deze procedure niet langer meer als partij is betrokken, is de rechtbank van oordeel dat de deze vragen niet aan de deskundige dienen te worden gesteld.
3.10.
De rechtbank heeft bij aanvang van de procedure bij de rechtbank besloten dat de onderhavige zaak niet gelijktijdig dient te worden behandeld met het dossier [naam 1] / [gedaagden] Gedurende de behandeling van het dossier, waaronder het zoeken naar een deskundige en het opstellen van een vraagstelling, is het de rechtbank echter gebleken dat de beide dossiers in een gelijke fase van behandeling zijn komen te verkeren. Daar komt bij dat de drie partijen in de dossiers bij de voorzieningenrechter te Amsterdam op de zitting van 1 september 2023 afspraken met elkaar hebben gemaakt over het benoemen van een gezamenlijke deskundige. Omdat de rechtbank het in het belang van partijen acht dat er één deskundigenonderzoek komt aan wie één vraagstelling wordt gesteld, zal de rechtbank, in beide dossiers, aan de te benoemen deskundige de volgende vragen stellen:
1. Is er sprake van gebreken aan de woning op één of meerdere van de onderstaande punten:
a. De stabiliteit van de woning, meer specifiek, maar niet uitsluitend aan de in de woning aangebrachte stabiliteitswanden en ter zake de overstekken? Voldoet de stabiliteit aan de daaraan te stellen normen?
b. Is de aangebrachte fundering voldoende draagkrachtig? Voldoet deze aan de normen?
2. Hoe beoordeelt u de vochthuishouding in de woning en de daardoor ontstane aantasting/verrotting van het hout en aanwezigheid van schimmels?
3. Waar treft u schimmels en zwammen dan wel houtrot aan in de woning? Hoe beoordeelt u de aanwezigheid van de zwammen en schimmels juist op die plekken? Maken die schimmels, zwammen en houtrot dat de woning, zonder verdere behandeling dan wel herstel, niet bewoond kan worden?
4. Zo ja, wat is de oorzaak van die gebreken c.q. waaraan valt deze toe te rekenen? Kan de aanwezigheid van de zwammen en schimmels zijn veroorzaakt door:
a. (indien aanwezig) geperforeerde gevels en naden in de isolatie?
b. een korte blootstelling aan vocht tijdens de montage van het houtskelet?
c. een langdurige vochtbelasting door lekkage?
d. wat is naar uw mening de belangrijkste oorzaak van het ontstaan van de zwammen en schimmels?
5. Op welke wijze dienen deze gebreken hersteld te worden?
6. Wat is de hoogte van deze herstelkosten?
7. In 2022 is er schade hersteld aan de vloeren; heeft deze naar uw oordeel dezelfde oorzaak als de hiervoor genoemde gebreken? Zo ja, wat is de oorzaak van dit gebrek?
8. Welke opmerkingen zijn naar uw oordeel verder van belang ten behoeve van de door de rechtbank te nemen beslissing?
3.11.
De rechtbank zal op dezelfde datum als de datum van deze beschikking een beschikking geven in het dossier [naam 1] / [gedaagden] waarin dezelfde vraagstelling is opgenomen.
Kosten deskundige
3.12.
[naam 3] heeft aangegeven dat er een uitgebreid onderzoek moet plaatsvinden en dat hij zijn kosten daarom ruim heeft begroot. Verder heeft [naam 3] onder andere de volgende toelichting gegeven:

Expertise
(…)
In geval dat de deskundige dat nodig acht, wordt met ID Geotechniek BV ( [naam 5] ) overlegd over geotechnische aspecten, tenzij een partij daar bezwaar tegen heeft en dat aangeeft in reactie.
Van invloed op de begroting:
- Er zijn twee procesdossiers.
- Het karakter van de vragen omvat verschillende technische vakgebieden, zowel geotechnische vragen (draagvermogen), constructief (fundering, overstekken, stabiliteit), alsmede bouwkundig/bouwfysisch (aantasting, schimmels). Hierbij zijn meerdere materialen gebruikt zoals houtconstructie, en dat maakt de analyse bewerkelijker (dat wordt in het deskundigenbericht dan nog uitgelegd).
- Tevens wordt gevraagd naar herstelmogelijkheden.
Opgave van de te verwachten kosten van het onderzoek:
(…)
kosten zijn ingeschat op: (o.b.v. huidige gegevens)
indicatie (kan per stuk onderling afwijken en verschoven worden)
- start rapport, vooranalyse, organiseren informatie en opname
+ doornemen van 2 procesdossiers i.p.v. 1 procesdossier 30 uur
- opname ter plaatse incl. voorbereiding en afwikkeling 6 uur
- analyse en concept rapport, 7x15 uur 105 uur
- constructie, verticaal, fundering
- constructie, verticaal, opgaande constructie
- constructie, stabiliteit
- bouwkundig, bouwfysisch,
- ventilatie
- integraal, combinatie
- oplossingen inclusief kostenraming
- reacties verkrijgen en definitief rapport 9 uur
----------
128 uur
---------------------
excl. BTW € 26.700,-
BTW 21% € 5.607
============
Incl. BTW € 32.307
Uurtarief exclusief bijkomende kosten € 164,-
Bijkomende kosten/ bureau/licentie/ries/ LRGD-kosten € 14
Totaal uurtarief ex BTW 21 % € 178,-/uur”
3.13.
[naam 3] heeft zijn kosten begroot op een totaalbedrag van € 32.307,- inclusief BTW. De rechtbank zal de behandeling van de zaak aanhouden zodat partijen in de gelegenheid worden gesteld (enkel) te reageren op de kostenbegroting van de te benoemen deskundige. De rechtbank zal naast deze beschikking ook de volledige toelichting van [naam 3] aan partijen sturen zodat zij op basis daarvan op de kostenbegroting kunnen reageren.
3.14.
Uitgangspunt van de wet is dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Gelet op het feit dat er het deskundigenonderzoek zowel in dit dossier als in het dossier [naam 1] / [gedaagden] plaatsvindt, ziet de rechtbank aanleiding de kosten aldus te verdelen dat [gedaagden] de helft van het voorschot c.s. betaald, en kopers als verzoekende partij in het dossier [naam 1] / [gedaagden] de andere helft. De rechtbank zal dit ook in de beschikking in dat dossier opnemen.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
houdt iedere beslissingen aan tot 31 januari 2024 in afwachting van nader bericht van partijen als hiervoor onder 3.13 bedoeld.
Deze beschikking is gegeven door mr. D.D.M. Hazeu en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2024. [1]

Voetnoten

1.type: MKG