ECLI:NL:RBNHO:2024:8591

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 augustus 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
C/15/354534 / KG ZA 24-392
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot gedragsaanwijzing en straatverbod wegens geluidsoverlast door huurder en zijn vriendin

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 augustus 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woonopmaat en [gedaagde 1], die onder bewind staat, en zijn vriendin [gedaagde 3]. Woonopmaat vorderde een gedragsaanwijzing tegen [gedaagde 1] en een straatverbod tegen [gedaagde 3] vanwege ernstige geluidsoverlast die door hen werd veroorzaakt. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was van structurele overlast, waaronder schreeuwen, luide muziek en agressief gedrag, wat leidde tot een ongestoord woongenot voor omwonenden. De voorzieningenrechter legde [gedaagde 1] een gedragsaanwijzing op, met een dwangsom van €50 per dag bij overtreding, en verleende verstek tegen [gedaagde 3], aan wie een straatverbod werd opgelegd voor een periode van twaalf maanden. De rechtbank benadrukte dat het belang van de omwonenden zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde 3] om zich in de nabijheid van [gedaagde 1] te bevinden. De proceskosten werden toegewezen aan Borgstaete, de bewindvoerder van [gedaagde 1].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/354534 / KG ZA 24-392
Vonnis in kort geding van 15 augustus 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING WOONOPMAAT,
gevestigd te Heemskerk,
eiseres,
advocaat mr. G.P. Poiesz te Beverwijk,
tegen

1.[gedaagde 1],

wonende te [plaats],
gedaagde,
verschenen in persoon,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BORGSTAETE B.V.in haar hoedanigheid van
bewindvoerder van [gedaagde 1]
gevestigd te IJmuiden,
gedaagde,
vertegenwoordigd door [gemachtigde 1],
3.
[gedaagde 3],
wonende te [plaats],
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna Woonopmaat en [gedaagde 1], Borgstaete (ook: de bewindvoerder) en [gedaagde 3] genoemd worden.
De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om geluidsoverlast die omwonenden door [gedaagde 1] (en zijn vriendin [gedaagde 3]) ervaren. De verhuurder, Woonopmaat, vordert aan [gedaagde 1] een gedragsaanwijzing op te leggen omdat de overlast ondanks diverse waarschuwingen niet is afgenomen. Omdat [gedaagde 1] onder bewind staat is ook Borgstaete in haar hoedanigheid van bewindvoerder in deze procedure betrokken. Woonopmaat vordert verder aan [gedaagde 3] een straatverbod op te leggen omdat haar aanwezigheid bij de woning van [gedaagde 1] ruzies en overlast veroorzaakt.
[gedaagde 1] voert verweer. [gedaagde 3] is niet verschenen in deze procedure.
Op grond van het overlastdossier is voldoende aannemelijk dat sprake is van ernstige en structurele overlast. De voorzieningenrechter legt daarom aan [gedaagde 1] een gedragsaanwijzing op die inhoudt dat hij moet stoppen met overlastveroorzakende gedragingen. Als prikkel wordt een dwangsom aan [gedaagde 1] opgelegd. Aan [gedaagde 3] wordt verstek verleend. Het gevorderde straatverbod wordt toegewezen, omdat [gedaagde 3] geen verweer heeft gevoerd en het belang van omwonenden op een leefomgeving met zo min mogelijk (geluids)overlast zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde 3] om zich in dit beperkte gebied, waar de woning van [gedaagde 1] is, te bevinden. Ook aan [gedaagde 3] wordt een dwangsom opgelegd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 7
  • de aanvullende producties 8 en 9 van de zijde van Woonopmaat
  • de akte wijziging eis van de zijde van Woonopmaat
  • de mondelinge behandeling van 1 augustus 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
  • de spreekaantekeningen van mr. Reinalda (kantoorgenoot van mr. Poiesz) namens Woonopmaat.
1.2.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen:
  • namens Woonopmaat: [gemachtigde 2] (woonconsulent), bijgestaan door mr. Reinalda
  • [gedaagde 1]
  • namens Borgstaete: [gemachtigde 1] (in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde 1]).
1.3.
Tegen [gedaagde 3] wordt verstek verleend. Nu [gedaagde 1] en de bewindvoerder wel in de procedure zijn verschenen wordt tussen alle partijen één vonnis gewezen. Op grond van artikel 140 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt dit vonnis beschouwd als een vonnis op tegenspraak.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
Woonopmaat is een woningbouwcorporatie die onroerend goed verhuurt in de gemeente [plaats] en omstreken.
2.2.
Sinds 1 augustus 2015 huurt [gedaagde 1] van Woonopmaat de woning gelegen aan de [adres 1] in [plaats]. De huurovereenkomst bepaalt dat de ‘Algemene Huurvoorwaarden zelfstandige woonruimte WOONopMAAT 2012’van toepassing zijn (hierna: de algemene huurvoorwaarden).
2.3.
In artikel 6.8. van de algemene huurvoorwaarden staat:
‘Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in, rondom of in de directe nabijheid van het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. (…).’
2.4.
[gedaagde 1] is bij beschikking van 1 juni 2016 onder bewind gesteld. De Stichting Borgstaete is als bewindvoerder benoemd. Bij beschikking van 20 augustus 2020 is – wegens wijziging van de rechtsvorm – Stichting Borgstaete ontslagen als bewindvoerder en Borgstaete B.V. als opvolgend bewindvoerder benoemd.
2.5.
[gedaagde 3] is een vriendin (en de voormalig partner) van [gedaagde 1]. Zij huurt sinds 16 november 2020 van Woonopmaat de woning gelegen aan de [adres 2] in [plaats].
2.6.
Vanaf 12 maart 2024 heeft Woonopmaat (wekelijks) overlast meldingen van omwonenden ontvangen. Bij die overlast situaties is regelmatig de hulp van justitie en politie ingeroepen. Woonopmaat heeft de meldingen vastgelegd in een overlastdossier.
2.7.
Het overlastdossier bevat onder meer de volgende memo’s:

12 maart 2024
Afgelopen vrijdagavond de politie gebeld, ivm geluidsoverlast en omdat ik door het geschreeuw en gebonk een vermoeden had van huiselijk geweld. Zaterdag stonden ze bij hun bovenburen aan de deur om verhaal te halen, waarom ze de politie hadden gebeld. En ik moet er niet aan denken, dat ze dat mij komen doen.
Ik begreep van een andere buurman dat mijn boven buurman nogal explosief kan reageren, dus ik ben voorzichtig en weet niet zo goed wat ik met de situatie aan moet.
2 april 2024
Opnieuw meldingen van geluidsoverlast, klinkt als huiselijk geweld. Ook veel filmpjes van de ringdoorbell ontvangen. Goed te horen dat er veel geschreeuw is in de late uurtjes.
16 mei 2024(…) Ik wil graag weer doorgeven over mijn buurman van [adres 1] hij is weer met ruzies in de nacht met zij vriendin dat echt niet normal Aub jullie moeten echt wat doen ik heb last van hogebloeddruk tijdens slapen en soms kan ik niet rust slapen door hun. Ook ik ben bang voor wat zou hier gebeuren. Aub ik wil in anoniem blijven als hij weet weer dan komen ze altijd voor mijn deur klagen 2 weken is zijn vriendin voor mijn deur om 11 avond ik lag in mijn bed met klagen. Ik heb gezegd aub niet weer doen zo laat bij mijn komen klagen.
5 juni 2024
Hu gesproken dat de overlast minder vaak is maar minstens even erg. Als hij zo doorgaat loopt hij het risico zijn woning kwijt te raken. Hem laten weten dat wij voor een verbod gaan voor zijn vriendin. Overlast moet nu stoppen. Misha is nav contact bij de balie bij hem thuis geweest. Ging alleen over een gebroken raam. Heeft hier al meerdere malen antwoord op gekregen. (…)
12 juni 2024
Nieuwe melding ontvangen op maandag 10 juni. Het gaat om geluidsoverlast. Het gaat om muziek en geschreeuw. Daarnaast heeft de vriendin van Hu bewoners op een onprettige manier aangesproken. (…)
Bewoner gebeld en laten weten dat hij zijn gedrag onvoldoende heeft aangepast. Hij geen gehoor heeft gegeven aan de sommatie van de advocaat. Als hij zo doorgaat heeft dit strenge gevolgen voor hem. (…)
17 juni 2024
Samen met zijn vriendin ([gedaagde 3]) veroorzaakt hij veel overlast in de vorm van, extreme huiselijke ruzies, gebonk, luide seks, muziekoverlast en sinds kort veel woordenwisseling met de buren. Wij hebben hiervan voldoende opnames vanaf een ringcamera.
Jammer genoeg reageert hij onvoldoende op onze pogingen en waarschuwingen. Ook op de sommatie van de advocaat wordt onvoldoende gereageerd. (…)
25 juni 2024
Ook maakt mw zich zorgen om de mentale gesteldheid van de veroorzaker. Zij denkt dat deze gesteldheid in combinatie met zijn blow en drinkgedrag tot een explosieve situatie kan komen. Naast het geschreeuw en geruzie hoort zij ook de fysieke ruzies.’
2.8.
In april 2024 heeft Woonopmaat telefonisch contact opgenomen met [gedaagde 1] om de overlastsituatie te bespreken. Een samenvatting van dit gesprek is bij brief van 12 april 2024 aan [gedaagde 1] gestuurd. In deze brief staat, voor zover van belang:
‘Wij hebben u laten weten dat omwonenden overlast van u ervaren. Er is sinds januari dit jaar veel geschreeuw van een vrouw te horen. U zou beide veel ruzie maken. Ook wordt er tijdens haar bezoek veel gegooid met deuren. U en uw partner stampen en daarnaast wordt er veel geschoven met meubels. De overlastgeluiden gaan op momenten door tot diep in de nacht.
Overlast
Wij hebben u laten weten dat het veroorzaken van overlast naar omwonenden niet is toegestaan. U geeft aan dat u het jammer vindt dat de situatie aan het escaleren is. De politie is inmiddels bij u langs geweest om dat de buren 112 hebben gebeld. Dit bezoek heeft u als gewelddadig ervaren. Ook het bezoek van mijn collega Janneke heeft bij u geen positief effect gehad. U had dit graag anders gezien.
De overlast zoals ik hierboven heb beschreven is in januari 2024 ontstaan. U heeft aangegeven dat u en uw vriendin beide een ziektebeeld hebben die door elkaar versterkt wordt. Ik vind het fijn dat u zich hiervan bewust bent. Ik voorkom graag samen met u en de wijkagent verdere escalatie.
Daarom maak ik graag passende afspraken met u zodat de situatie terug kan keren naar hoe het was. (…)
Afspraken
Omdat ik opnames heb gehoord waarbij uzelf vrij boos over kan komen, spreek ik met u af dat u daarop let. Daarnaast hebben wij afgesproken dat u bezoek door uw vriendin vermijd wanneer zij instabiele momenten heeft. U bent namelijk verantwoordelijk voor het gedrag van uw gasten.
Let erop dat u vooral in de avond geen overlast veroorzaakt:
Door niet te schreeuwen
Niet te gooien met deuren
Niet te stampen en rennen
Niet te schuiven of gooien met voorwerpen en meubels
De algemene ruimtes rustig te betreden.
(…).’

3.Het geschil

3.1.
Woonopmaat vordert – na wijziging van eis – bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde 1] en de bewindvoerder q.q. met onmiddellijke ingang een gedragsaanwijzing op te leggen die inhoudt dat het gedaagden (en diegenen die zich namens hem in het gehuurde bevinden, waaronder zijn bezoek) verboden is, zowel gedurende de dag als de nacht, zowel vanuit het gehuurde als buiten in de directe omgeving van het gehuurde:
a. geluidoverlast te (doen) veroorzaken door het afspelen van luide muziek;
b. geluidsoverlast te veroorzaken door het aanzetten van luide televisie;
c. (geluids)overlast te veroorzaken door schelden en/of schreeuwen;
d. geluidsoverlast te veroorzaken door bonken, tikken, slaan tegen muren, plafonds en vloeren;
e. overlast te veroorzaken door zich op agressieve wijze te gedragen tegenover bezoekers en/of buren;
f. [gedaagde 3] toe te laten tot de woning;
II. [gedaagde 1] en de bewindvoerder q.q. te veroordelen om aan Woonopmaat na betekening van dit vonnis een dwangsom te betalen van € 50,- per dag of dagdeel dat gedaagden niet aan de gedragsaanwijzing voldoen tot een maximum van € 5.000,-;
III. [gedaagde 3] te verbieden om gedurende twaalf maanden na betekening van dit vonnis zich te (doen) bevinden in het gebied zoals aangegeven op de plattegrond als bedoeld in productie E.7;
IV. [gedaagde 3] te veroordelen om aan Woonopmaat te voldoen een dwangsom van € 250,00 voor iedere keer dat zij het onder III. genoemde verbod overtreedt/overtreden en voor elke dag of gedeelte van een dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 10.000,00;
V. gedaagden te veroordelen in de kosten van deze procedure, met inbegrip van de nakosten, alsmede de wettelijke rente over alle onder de kostenveroordeling vallende bedragen, vanaf veertien dagen na de datum van vonniswijzing tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Woonopmaat legt aan haar vorderingen ten grondslag dat een huurder zich op grond van artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 6.3. [toevoeging voorzieningenrechter: bedoeld is artikel 6.8.] van de Algemene Huurvoorwaarden als een goed huurder dient te gedragen en geen overlast als gevolg van gedragingen door huurder, huisgenoten of derden dient te veroorzaken. [gedaagde 1] is als huurder voor zijn gedrag en voor het gedrag van zijn vriendin [gedaagde 3] verantwoordelijk en tegenover omwonenden aansprakelijk voor de overlast. Ondanks diverse waarschuwingen blijven [gedaagde 1] en [gedaagde 3] overlast veroorzaken. Woonopmaat is gehouden om haar huurders een ongestoord en rustig woongenot te verschaffen. Aan deze verplichting kan zij nu niet voldoen. Woonopmaat meent dat een gedragsaanwijzing voor [gedaagde 1] en een straatverbod voor [gedaagde 3] noodzakelijk is om de rust in de wijk te doen wederkeren.
3.3.
[gedaagde 1] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Ter zitting heeft de bewindvoerder aangegeven niet te kunnen verklaren over het gedrag van [gedaagde 1], omdat zij niet bij [gedaagde 1] aanwezig was op de momenten dat omwonenden overlast ervaarden. [gedaagde 3] is niet verschenen in de procedure en heeft dan ook geen verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang

4.1.
De stelling van Woonopmaat dat omwonende huurders recht hebben op een ongestoord woongenot en een veilige woonomgeving, wat zij haar huurders op dit moment niet kan bieden, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen.
Gedragsaanwijzing [gedaagde 1]
4.2.
Woonopmaat heeft gevorderd dat aan [gedaagde 1] een gedragsaanwijzing wordt opgelegd.
De vraag die de voorzieningenrechter moet beantwoorden, is of [gedaagde 1] zodanig overlast voor omwonenden veroorzaakt dat aan hem een gedragsaanwijzing moet worden opgelegd die – kort samengevat – inhoudt dat [gedaagde 1] geen overlast meer veroorzaakt. Daarvoor moet eerst gekeken worden naar de aard, de ernst en de frequentie van de gestelde overlast. Ook zal de voorzieningenrechter oordelen over de effectiviteit van de gevorderde gedragsaanwijzing. Als de voorzieningenrechter oordeelt dat een gedragsaanwijzing wordt opgelegd, dan zal ook de vraag aan de orde komen of aan overtreding van de gedragsaanwijzing een dwangsom gekoppeld moet worden.
4.3.
De voorzieningenrechter zal de vordering toewijzen. Dit wordt hierna toegelicht.
4.4.
Uit vele meldingen van omwonenden en de videofragmenten blijkt dat [gedaagde 1] ernstige en structurele geluidsoverlast veroorzaakt door onder andere te schreeuwen, stampen en luide muziek af te spelen. Uit de data van de meldingen uit het overlastdossier volgt dat deze overlast zeer frequent voorkomt. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter [gedaagde 1] gedeelten uit het overlastdossier voorgelezen. [gedaagde 1] heeft verklaard zich niet te herkennen in de gestelde verwijten. Hoewel hij de inhoud ervan niet betwist, geeft [gedaagde 1] aan dat hij niet snapt wat de overlast is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde 1] er daarmee blijk van geeft dat hij de ernst van de overlast niet wil of kan inzien. Met het overlastdossier is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk geworden dat [gedaagde 1] ernstige geluidsoverlast veroorzaakt. Dat [gedaagde 1] heeft aangevoerd dat hij ook geluidsoverlast ervaart van omwonenden doet hier niets aan af, het gaat in deze zaak immers om de overlast die [gedaagde 1] veroorzaakt en niet over het geluid dat zijn buren veroorzaken.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagde 1] door onder meer te schreeuwen en schelden zich niet als een goed huurder gedraagt, zoals bedoeld in de artikelen 7:213 BW en 6.8. van de algemene huurvoorwaarden bij de huurovereenkomst, en dat hij de afspraken als bevestigd in de e-mail van 12 april 2024 (zie 2.8) niet nakomt. Vervolgens moet beoordeeld worden of daarom een gedragsaanwijzing aan [gedaagde 1] kan worden opgelegd.
4.6.
Een gedragsaanwijzing kan onder omstandigheden voor de verhuurder een middel zijn om op te treden tegen ongewenst gedrag van een huurder. Daarbij gaat het dan met name om gevallen waarbij specifiek gedrag van een huurder als onwenselijk wordt ervaren. De huurder krijgt met een gedragsaanwijzing een duidelijk signaal dat ook de rechter zijn gedrag als ontoelaatbaar kwalificeert. In die zin kan een gedragsaanwijzing een effectief pressiemiddel zijn. Daar staat tegenover dat een gedragsaanwijzing alleen effectief is als deze voldoende specifiek is. De huurder moet immers begrijpen welk gedrag niet wordt toegestaan.
4.7.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de aard en frequentie van de overlast door [gedaagde 1] dusdanig ernstig is dat aan [gedaagde 1] het signaal moet worden gegeven dat zijn gedrag ontoelaatbaar is en dat moet stoppen. Woonopmaat heeft [gedaagde 1] dit signaal al meermaals gegeven, maar dat heeft er niet toe geleid dat de overlast substantieel is verminderd. Ook de afspraken in de e-mail van 12 april 2024 hebben niet tot een afname van de overlast geleid. De voorzieningenrechter komt daarom tot het oordeel dat het opleggen het opleggen van een rechterlijke gedragsaanwijzing aan [gedaagde 1], inhoudende dat hij bepaalde overlastveroorzakende gedragingen stopt, noodzakelijk is.
4.8.
Tegenover de verplichting voor [gedaagde 1] om zich te onthouden van het veroorzaken van geluidsoverlast staat dat de omwonenden van [gedaagde 1] enige vorm van geluid, bestaande uit praten en zachte muziek, moeten dulden. Niet elk geluid van [gedaagde 1] dat voor de omwonenden hoorbaar is, leidt tot een schending van de gedragsaanwijzing, nu aannemelijk is dat het gehuurde zich bevindt in een gehorig pand. Maar juist vanwege die gehorigheid moet [gedaagde 1] ervan worden doordrongen dat het schelden, schreeuwen, afspelen van luide muziek/tv en bonken ontoelaatbaar is. Omwonenden hoeven dat niet te dulden. Voor de nachtelijke uren geldt dit eens temeer; daarin moet het stil zijn.
4.9.
Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter bepalen dat de gedragsaanwijzing inhoudt dat het [gedaagde 1] is verboden zowel gedurende de dag als de nacht, zowel vanuit het gehuurde als buiten in de directe omgeving van het gehuurde, geluidoverlast te (doen) veroorzaken door: het afspelen van luide muziek, het aanzetten van luide televisie, schelden en/of schreeuwen, bonken, tikken, slaan tegen muren, plafonds en vloeren. Daarnaast is het niet toegestaan dat [gedaagde 1] zich op agressieve wijze gedraagt tegenover bezoekers en/of buren en mag hij [gedaagde 3] niet toelaten tot zijn woning.
4.10.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het opleggen van een dwangsom noodzakelijk. Tot op heden hebben waarschuwingen van Woonopmaat en de politie niet tot een afname van de overlast geleid. Bovendien heeft [gedaagde 1] ter zitting verklaard dat hij niet inziet dat hij overlast veroorzaakt. De voorzieningenrechter zal daarom bepalen dat Borgstaete, in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde 1] een dwangsom moet betalen van € 50,- per dag(deel) dat [gedaagde 1] zich niet aan de gedragsaanwijzing houdt met een maximum van € 2.000,-.
Straatverbod [gedaagde 3]
4.11.
Een straatverbod vormt een inbreuk op het aan een ieder toekomend recht om zich vrijelijk te verplaatsen. Voor het toewijzen van een zo ingrijpende maatregel moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo'n inbreuk kunnen rechtvaardigen.
4.12.
[gedaagde 3] heeft geen verweer gevoerd. De vordering tot oplegging van een straatverbod zal worden toegewezen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende aannemelijk dat [gedaagde 3] een drijvende kracht is achter het ontstaan van de (geluids)overlast en weegt het belang van omwonenden bij het beëindigen van die overlast zwaarder dan het belang van [gedaagde 3] om zich in het zeer beperkte gebied, waar de woning van [gedaagde 1] zich bevindt, te begeven. De betrokkenen kunnen elkaar desgewenst elders ontmoeten.
4.13.
De dwangsom zal aan een wat lager maximum worden verbonden dan gevorderd.
Proceskosten
4.14.
De proceskosten (inclusief nakosten) komen voor rekening van Borgstaete in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde 1], omdat [gedaagde 1] ongelijk krijgt.
De proceskosten van Woonopmaat worden begroot op:
- dagvaarding € 140,93
- griffierecht 688,00
- salaris advocaat 1.107,00
- nakosten
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 2.113,93
4.15.
De gevorderde rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verleent verstek tegen [gedaagde 3],
5.2.
legt [gedaagde 1] met onmiddellijke ingang een gedragsaanwijzing op die inhoudt dat het hem (en diegenen die zich namens hem in het gehuurde bevinden, waaronder zijn bezoek) verboden is, zowel gedurende de dag als nacht, zowel vanuit het gehuurde als buiten in de directe omgeving van het gehuurde:
a. geluidoverlast te (doen) veroorzaken door het afspelen van luide muziek;
b. geluidsoverlast te veroorzaken door het aanzetten van luide televisie;
c. (geluids)overlast te veroorzaken door schelden en/of schreeuwen;
d. geluidsoverlast te veroorzaken door bonken, tikken, slaan tegen muren, plafonds en vloeren;
e. overlast te veroorzaken door zich op agressieve wijze te gedragen tegenover bezoekers en/of buren;
f. [gedaagde 3] toe te laten tot de woning,
5.3.
bepaalt dat Borgstaete, in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde 1], na betekening van dit vonnis aan Woonopmaat een dwangsom moet betalen van € 50,- per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde 1] niet aan de veroordeling onder 5.2 voldoet tot een maximum van € 2.000,- is bereikt,
5.4.
verbiedt [gedaagde 3] om zich gedurende twaalf maanden na betekening van dit vonnis te (doen) bevinden in het gebied zoals aangegeven op de plattegrond als aangehecht als bijlage I aan dit vonnis;
5.5.
bepaalt dat [gedaagde 3] een dwangsom moet betalen van € 250,00 per dag of gedeelte van een dag als zij niet aan de veroordeling onder 5.4 voldoet, tot een maximum van € 5.000,- is bereikt,
5.6.
veroordeelt Borgstaete, in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde 1] in de proceskosten van Woonopmaat van € 2.113,93, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als niet tijdig aan de veroordeling wordt voldaan en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Borgstaete, in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde 1] € 92,- extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.7.
veroordeelt Borgstaete, in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde 1], in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. de Bert op 15 augustus 2024. [1]
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.

Voetnoten

1.Conc.: 1589