1.2.De voorzieningenrechter heeft niet tevens op de voet van artikel 8:86, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de beroepen van verzoekers beslist, omdat er naast de beroepen van verzoekers nog twee andere beroepen tegen het bestreden besluit aanhangig zijn.
2. Voor enige wettelijke bepalingen, die verkort worden aangehaald, verwijst de rechtbank naar de bijlage welke integraal onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.
3. De aanvraag voor de vergunning voor het bouwplan, waarmee deze procedure is ingeleid, heeft de vergunninghouder bij verweerder ingediend op 16 november 2022. Gelet hierop is op dit geschil het recht van toepassing zoals dat gold voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. Dat betekent dat op het geschil de voorheen geldende Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), daarop gebaseerde wetgeving en het tot 1 januari 2024 geldende Bestemmingsplan Bennebroek 2016, geconsolideerd, (het bestemmingsplan) en de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2023 (APV 2023) van toepassing zijn.
De verleende omgevingsvergunning
4. Het vergunde bouwplan en de kapvergunning zien op de bouw van een nieuwe villa en het kappen van zes bomen op het perceel [adres 1] , [plaats] . De nieuwe villa is deels voorzien op gronden met de bestemming Wonen – 2 en Villagebied en deels met de bestemming Tuin. In het bouwplan is een ondergrondse garage (en berging) voorzien. Een bestaand - kleiner - huis zal worden gesloopt. Er zullen nog enkele houtopstanden worden geveld, maar daarvoor geldt, vanwege de omvang, geen vergunningplicht. De omgevings-vergunning is verleend voor de activiteiten bouwen, handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (bedoeld wordt: handelen in strijd met de voorschriften van het bestemmingsplan) en het vellen van houtopstand. Het bouwplan is in strijd is met het bestemmingsplan Bennebroek 2016, geconsolideerd (hierna: het bestemmingsplan) omdat het niet is toegestaan om (bij)gebouwen - al dan niet (voorzien van) een ondergronds bouwwerk - te realiseren in de bestemming Tuin (artikel 13.2.1 van de planvoorschriften), omdat het hoofdgebouw met circa 36,83 m² buiten het bouwvlak wordt gebouwd (artikel 17.2.1, eerste lid aanhef en onder a, van de planvoorschriften en het bouwvlak op de verbeelding), omdat de maximaal toegestane goothoogte van 3,5 meter wordt overschreden met circa 2,38 meter (artikel 17.2.1, eerste lid aanhef en onder d, van de planvoorschriften en de aanduiding op de verbeelding, waarop als maximum goothoogte 3,5 m is vermeld). Voor deze afwijkingen heeft verweerder onder verwijzing naar een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid (artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a en onder 1º Wabo) op grond van de artikelen 13.4.2 en 17.4.1 van de planvoorschriften vergunning verleend. Verweerder stelt zich - kort samengevat - op het standpunt dat er als gevolg van het bouwplan geen onevenredige schade zal ontstaan aan de landschapswaarden in de zin van artikel 17.4.1 aanhef en onder g, van de planvoorschriften. Verweerder verwijst naar de adviezen die hij heeft gekregen van de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit/Mooi Noord-Holland (hierna: ARK) van laatstelijk 25 mei 2023, die zowel over de welstandsaspecten als de ruimtelijke inpassing van de grotere villa positief heeft geadviseerd. Weliswaar moet een aantal bomen - waaronder drie oude eiken - ten behoeve van het bouwplan worden gekapt, maar mede gelet op de aan vergunninghouder opgelegde herplantplicht voor vier bomen met een stamomtrek van 25 tot 30 cm acht verweerder de aantasting van de landschapswaarden aanvaardbaar. Daarbij heeft verweerder er op gewezen dat er op en nabij het perceel 16 bomen behouden blijven. Om die reden heeft verweerder bij hetzelfde besluit een kapvergunning verleend omdat - zo begrijpt de voorzieningenrechter - het belang van de vergunninghouder bij realisatie van het bouwplan zwaarder weegt dan de (tijdelijke) aantasting van de landschappelijke waarden zoals genoemd in artikel 4.13, aanhef en onder b, APV 2023. Bij het vorenstaande heeft verweerder verwezen naar:
1) het rapport Bomen Effect Analyse Nieuwbouw Villa van [naam 6] [bedrijf] van 14 april 2023 dat als bijlage aan de omgevingsvergunning is gehecht en waarin de door verweerder opgelegde herplantplicht en de plaats daarvoor wordt geadviseerd ter compensatie van de drie te kappen zomereiken alsmede naar:
2) het positieve advies van boomdeskundige [naam 5] van 15 mei 2023.
5. Verzoekers zijn direct omwonenden: [verzoeker ] woont aan de [adres 2] en [verzoeker twee] aan de [adres 3] . In de kern zijn de verzoeken er op gericht te voorkomen dat de drie eiken worden gekapt. Als de eiken worden gekapt dan worden de landschapswaarden van het perceel in de ogen van verzoekers onevenredig en onherstelbaar aangetast. Zij verzoeken om schorsing van het bestreden besluit om de realisatie van de grotere villa, maar met name de kap van de bomen – in het bijzonder de oude eiken – te voorkomen.
De beoordeling van het verzoek