ECLI:NL:RBNHO:2024:840

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
AWB - 22 _ 310
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • dr. mr. C. Maas
  • mr. W.M.C. Schipper
  • mr. K. Idsinga-Schellaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Douanerechtelijke indeling van chemisch ontvliesde en bevroren mandarijnenpartjes in het kader van antidumpingrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een handelsbedrijf, eiseres, en de inspecteur van de Douane, verweerder, over de indeling van chemisch ontvliesde en bevroren mandarijnenpartjes voor douanedoeleinden. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een uitnodiging tot betaling van douanerechten en antidumpingrechten, die verweerder op 30 juni 2021 had opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de douaneaangifte door eiseres op 5 februari 2019 was ingediend, waarbij de goederen als bevroren mandarijnenstukjes met een bepaalde goederencode waren opgegeven. Verweerder heeft echter de goederencode gewijzigd en de verschuldigde rechten vastgesteld op basis van een chemische behandeling die de structuur van de mandarijnenpartjes heeft veranderd. Eiseres betoogde dat het chemisch ontvliezen van de mandarijnenpartjes als een toegestane behandeling moet worden beschouwd, maar de rechtbank oordeelde dat deze behandeling niet valt onder de toegestane bewerkingen van de relevante douanepost. De rechtbank concludeerde dat de mandarijnenpartjes terecht onder een andere goederencode moesten worden ingedeeld, wat leidde tot de oplegging van het antidumpingrecht. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/310

uitspraak van de meervoudige douanekamer van 25 januari 2024 in de zaak tussen

[eiseres] B.V. , gevestigd te [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. J.P. Baauw),
en

de inspecteur van de Douane, kantoor Breda , verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 30 juni 2021 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) met nummer eindigend op [# 1] uitgereikt voor een bedrag van € 5.503,57 aan douanerechten, een bedrag van € 88.179,20 aan definitieve antidumpingrechten, alsmede een bedrag van
€ 6.264,97 aan rente op achterstallen (in totaal € 99.947,74).
Eiseres heeft daartegen bezwaar gemaakt. Het bezwaar is op 5 juli 2021 door verweerder ontvangen.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 22 november 2021 het bezwaar afgewezen en de utb gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft vóór de zitting een pleitnota en nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 november 2023 te Haarlem.
Namens eiseres zijn verschenen [naam 1] (haar [functie 1] ) en [naam 2] (haar [functie 2] bij de financiële afdeling) tot bijstand vergezeld door haar gemachtigde bijgestaan door [naam 3] (kantoorgenoot van de gemachtigde).
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 8] LLM , drs. [naam 9] , dr. [naam 10] en [naam 7] .

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres is een handelsbedrijf, gespecialiseerd in import, export en crosstrade van verwerkt tropisch, subtropisch en rood fruit voor industrieel gebruik. Bij haar afnemers wordt het fruit verwerkt tot een eindproduct.
2. Op 5 februari 2019 is door [bedrijf 4] B.V. in directe vertegenwoordiging namens eiseres de douaneaangifte met kenmerk eindigend op [# 2] bij verweerder ingediend. Aangegeven werden bevroren mandarijnenstukjes met als land van oorsprong [land] en met als aangegeven goederencode 0811 90 95 90 (14,4%). De verschuldigde rechten werden door verweerder aldus via een utb in het AGS-aangiftesysteem vastgesteld op € 3.270,59.
3. Verweerder heeft op 8 februari 2019 monsters van de aangegeven goederen genomen. Tijdens de monstername heeft verweerder foto’s gemaakt. Het douanelaboratorium heeft op 26 maart 2019 een rapport opgesteld. Hierin staat onder meer het volgende vermeld:
“Bij onderzoek bevonden:
Uiterlijk: Oranje halve partjes vruchtvlees in een plastic zak.
Analyse Bevinding
Brixwaarde BREK_INDEX (G) 8.7%
Beschouwing ten aanzien van de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur:
Het gehalte aan diverse suikers, berekend als sacharose, op de wijze zoals vermeld in Aanvullende aantekening (GN) 2 bij Hoofdstuk 20 bedraagt: Brixwaarde x 0.93 = 8.1%. Het product bevat geen toegevoegde suikers zoals bedoeld bij Aanvullende aantekening (GN) 3 bij Hoofdstuk 20.
Het monster bestaat uit mandarijnenpartjes zonder vezels aan de buitenzijde van de partjes. De vorm van de partjes is niet aangetast. Het wordt aangenomen dat de partjes een chemische behandeling hebben ondergaan om de vezels volledig te verwijderen. Chemische behandelingen zijn volgens toelichting IDR niet toegestaan in Hoofdstuk 8.
Het monster dient daarom te worden ingedeeld onder post 2008, zijnde mandarijnen op andere wijze bereid of verduurzaamd, geen alcohol bevattend, zonder toegevoegde suiker in een verpakking met een netto-inhoud van meer dan 1 kg.
Advies goederencode: 2008.3090 69.”
4. Naar aanleiding van deze bevindingen heeft verweerder in de bovengenoemde aangifte de goederencode gewijzigd van 0811 9095 90 naar 2008 3090 69 A999. De verschuldigde rechten (douanerechten en antidumpingrechten) werden door verweerder vastgesteld op € 15.865,49. Hiertegen heeft eiseres bezwaar gemaakt. De uitspraak op bezwaar dateert van 6 december 2019. Hierin is het bezwaar afgewezen. Eiseres is tegen deze uitspraak op bezwaar niet in beroep gegaan.
5. Verweerder heeft vervolgens geconstateerd dat eiseres een aantal andere aangiften heeft gedaan voor dezelfde soort goederen, waarbij [bedrijf 4] B.V. dan wel [bedrijf 2] is opgetreden als directe vertegenwoordiger. In februari 2021 is verweerder daarom aangevangen met een controle naar de aanvaardbaarheid van de aangiften van eiseres eindigend op [# 3] , [# 4] , [# 5] met aanvaardingsdata 18 juni 2018, 25 januari 2019 en 21 juni 2019. Naar aanleiding van de eerste controlebevindingen is het onderzoek op 30 maart 2021 uitgebreid met de aangiften eindigend op [# 6] , [# 7] , [# 7] en [# 8] met aanvaardingsdata 7 februari 2017, 3 maart 2017, 24 mei 2017 en
9 april 2018.
6. Aan eiseres is op 17 mei 2021 een voornemen tot het opleggen van een utb ter hoogte van € 93.682,77 toegezonden onder verwijzing naar het daarbij gevoegde concept-controlerapport. In het rapport is het volgende geconcludeerd:
- De juiste Taric-code moet zijn 2008 3090 69 A999;
- Het douanerecht bedraagt 18,4% en het antidumpingrecht € 531,20 per ton (netto gewicht). De indeling is vastgesteld op basis van de algemene indelingsregels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: GN) en de tekst van de GN-codes.
Eiseres heeft op 9 juni 2021 op dit rapport en het voornemen gereageerd.
7. Op 14 juni 2021 is de definitieve versie van het controlerapport aan eiseres gezonden. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder op 30 juni 2021 onder kenmerk eindigend op [# 1] aan eiseres de utb uitgereikt als genoemd onder het procesverloop.

Geschil8. In geschil is of verweerder terecht de utb aan eiseres heeft uitgereikt. Meer specifiek is in geschil of het ontvliezen van de mandarijnenpartjes door middel van een chemische behandeling aan indeling onder hoofdstuk 8 van de GN in de weg staat en indeling daarom onder hoofdstuk 20 van de GN en wel in Taric-code 2008 3090 69 A999 dient plaats te vinden.

Voorts is in geschil of Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 van de Commissie van 10 december 2014 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde bereide en verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit de [land] naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (hierna: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014) van toepassing is op de onderhavige goederen.
9. Eiseres betoogt dat het chemisch ontvliezen van de mandarijnenpartjes gezien kan worden als het “pellen” van de partjes en daarom een toegestane behandeling is zoals genoemd in de Toelichting IDR op hoofdstuk 8 van de GN. De onderhavige mandarijnenpartjes dienen te worden ingedeeld in Taric-code 0811 9095 90.
Eiseres is van mening dat Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 niet van toepassing is op de onderhavige goederen. Het product van eiseres wordt louter in Taric-code 2008 3090 69 ingedeeld vanwege de omschrijving: “andere”. In dat geval dient te worden onderzocht of sprake is van identieke of soortgelijke goederen gelet op het doel en de strekking van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 en Verordening (EG) nr. 642/2008 van de Commissie van 4 juli 2008 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaalde bereide of verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen enz.) van oorsprong uit de [land] (hierna: Verordening (EG) nr. 642/2008). Uit deze verordeningen volgt echter dat de producten zoals vermeld in deze verordeningen (mandarijnenpartjes in blik, gedompeld in suikerstroop, sap of water) totaal andere producten zijn dan de producten die eiseres invoert (bevroren mandarijnenpartjes, chemisch gepeld en verpakt in plastic zakken van 20 kg). Er is geen sprake van identieke of soortgelijke producten. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de uitspraak op bezwaar. Subsidiair verzoekt eiseres om aanhouding tot de Hoge Raad arrest heeft gewezen op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van
29 december 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3745. Eiseres verzoekt de rechtbank om vergoeding van de proceskosten.
10. Verweerder stelt dat in Hoofdstuk 8 van de GN onderscheid wordt gemaakt tussen toegestane bereidingen en toegestane bewerkingen. De in geschil zijnde mandarijnenpartjes ondergaan een bereiding die zo ver gaat dat na het pellen van de mandarijn ook het vliesje/membraan van de partjes chemisch wordt verwijderd. Door de chemische behandeling van de reeds gepelde mandarijnenpartjes verandert de structuur van de mandarijnenpartjes zodanig dat niet meer gesproken kan worden van “pellen”. Een dermate vergaande bereiding die volgt op de bewerking pellen en schillen, namelijk het chemisch ontdoen van de vliesjes op én tussen de mandarijnenpartjes zonder dat dit een conserverende werking heeft, is een bereiding die leidt tot een indeling in hoofdstuk 20, en wel in Taric-code 2008 3090 69 A999.
Voor goederencode 2008 3090 69 is een definitief antidumpingrecht ingesteld. Niet is opgenomen dat bevroren mandarijnenpartjes in een zak van 10 of 20 kg hiervan uitgezonderd zouden zijn. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Vooraf
11. De rechtbank heeft het aanhoudingsverzoek van eiseres afgewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding om het arrest in de door haar genoemde zaak af te wachten, gelet op de verschillen tussen de thans voorliggende zaak en de zaak waarin cassatie is ingesteld. Het is daarom onduidelijk of het arrest van belang zal zijn voor deze zaak en ook is onduidelijk wanneer dit arrest is te verwachten.
Toepasselijke regelgeving
12. De toelichting IDR op Hoofdstuk 8 luidt – voor zover van belang – als volgt:
“GENERAL
This Chapter covers fruit, nuts and peel of citrus fruit or melons (including watermelons), generally intended for human consumption (whether as presented or after processing). They may be fresh (including chilled), frozen (whether or not previously cooked by steaming or boiling in water or containing added sweetening matter) or dried (including dehydrated, evaporated or freeze dried); provided they are unsuitable for immediate consumption in that state, they may be provisionally preserved (e.g., by sulphur dioxide gas, in brine, in sulphur water or in other preservative solutions).
(…)
Fruit and nuts of this Chapter may be whole, sliced, chopped, shredded, stoned, pulped, grated, peeled or shelled.
(…)
The Chapter further excludes :
(…)
(ii) Edible fruit and nuts and peel of melons or citrus fruit, prepared or preserved otherwise than as described above (Chapter 20).
It should be noted that fruit and nuts of this Chapter remain classified here even if put up in airtight packings (e.g., dried prunes, dried nuts in cans). In most cases, however, products put up in these packings have been prepared or preserved otherwise than as provided for in the headings of this Chapter, and are therefore excluded (Chapter 20).
(…)”
GN-post 0811 luidde ten tijde van de aangifte en voor zover van belang:

811.- Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet

Met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen: (…)
0811 90 - - andere: (…)
0811 90 95 - - - andere: (…)
0811 90 95 90 - - - - andere
De GN-toelichting op de onderverdelingen van GN-post 0811 en GN-post 2008 luidt met ingang van 29 mei 2020 – voor zover hier relevant – als volgt:

“0811 90 95 andere

Deze onderverdeling omvat geen bevroren partjes van mandarijnen waarbij de
vliesjes chemisch zijn verwijderd (in het algemeen post 2008).”.
(…)

2008 30 55 mandarijnen, tangerines en satsuma’s daaronder begrepen; clementines,
en 2008 30 75 wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten
Deze onderverdelingen omvatten bevroren partjes van mandarijnen waarbij de
vliesjes chemisch zijn verwijderd.
(…)
2008 3090 zonder toegevoegde suiker
Zie de toelichtingen op onderverdelingen 2008 3055 en 2008 3075.”
De toelichting IDR op hoofdstuk 20 luidt – voor zover hier relevant – als volgt:
“GENERAL
This Chapter includes :
(1) Vegetables, fruit, nuts and other edible parts of plants prepared or preserved by vinegar or acetic acid.
(2) Vegetables, fruit, nuts, fruit peel and other parts of plants preserved by sugar.
(3) Jams, fruit jellies, marmalades, fruit or nut purées, fruit or nut pastes, obtained by cooking.
(4) Homogenised prepared or preserved vegetables and fruit.
(5) Fruit or vegetable juices, neither fermented nor containing added alcohol, or of an alcoholic strength by volume not exceeding 0.5 % vol.
(6) Vegetables, fruit, nuts and other edible parts of plants prepared or preserved by other processes not provided for in Chapter 7, 8 or 11 or elsewhere in the Nomenclature.
(7) Products of heading 07.14, 11.05 or 11.06 (other than flour, meal and powder of the products of Chapter 8), which have been prepared or preserved by processes other than those specified in Chapter 7 or 11.
(8) Fruit preserved by osmotic dehydration.
These products may be whole, in pieces or crushed.”
GN-post 2008 luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
2008 Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen: (…)
2008 30 - citrusvruchten: (…)
- - zonder toegevoegde alcohol: (…)
2008 30 90 - - - zonder toegevoegde suiker:
- - - - andere:
- - - - - mandarijnen, tangerines en satsuma's daaronder begrepen; clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten:
2008 3090 69 - - - - - - andere
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 luidt, voor zover van belang, als volgt:
Hierbij wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld voor bereide of verduurzaamde mandarijnen, tangerines en satsuma's daaronder begrepen, en clementines, wilkings en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, zoals omschreven onder GN-post 2008 en momenteel ingedeeld onder de GN-codes 2008 30 55, 2008 30 75 en ex 2008 30 90 (Taric-codes 2008309061, 2008309063, 2008309065, 2008309067 en 2008309069), van oorsprong uit de [land] .
De definitieve antidumpingrechten die van toepassing zijn op de in lid 1 omschreven door onderstaande ondernemingen vervaardigde producten is als volgt:
Onderneming
EUR/t nettogewicht product
Aanvullende Taric-code
Alle overige ondernemingen
531,2
A999
Beoordeling van het geschil
Tariefindeling
13. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie HvJ 26 april 2017, Stryker EMEA Supply Chain Services B.V., C-51/16, ECLI:EU:C:2017:298, punten 39 en 45). De fabricagemethode waarmee een product is verkregen, is daarom slechts van invloed wanneer een tariefpost en/of aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken dit uitdrukkelijk bepalen (HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1710, r.o. 2.5.4).
14. Niet in geschil is dat de in geschil zijnde mandarijnenpartjes door middel van een chemische behandeling zijn ontvliesd. Door de chemische behandeling lossen de vezels van het vlies op zonder de rest van het partje te beschadigen. Vervolgens zijn de partjes los ingevroren tot een temperatuur van -18 graden Celsius (Individually Quick Frozen), verpakt in plastic zakken en vervolgens in dozen van 10 of 20 kilogram. De partjes kunnen heel of gebroken zijn. Overigens acht de rechtbank de methode van ontvliezen niet relevant, nu tariefindeling moet plaatsvinden aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van de ingevoerde goederen. Het productieproces is slechts relevant wanneer dat volgt uit teksten van tariefposten en aantekeningen (vgl. HR 8 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1710, r.o. 2.5.4), hetgeen in casu niet het geval is.
15. De rechtbank is van oordeel dat het ontvliezen van losse mandarijnenpartjes een wijze van bereiding is die verder gaat dan de bewerkingen die zijn toegestaan binnen GN-post 0811. Ontvliezen van de partjes kan niet worden aangemerkt als het pellen of schillen van een vrucht, in dit geval een mandarijn, omdat de vliezen van de individuele partjes geen deel uitmaken van de schil van een mandarijn, maar deel uitmaken van de partjes. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 december 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:3745. Voorts vindt de rechtbank steun in de toelichting EG die per 2020 voor GN-onderverdeling 0811 90 95 als volgt luidt: “Deze onderverdeling omvat geen bevroren partjes van mandarijnen waarbij de vliesjes chemisch zijn verwijderd (in het algemeen post 2008).” Dit betekent dat ontvliesde mandarijnenpartjes ingedeeld dienen te worden onder GN-post 2008, in code 2008 3090 69 en dat de utb in ieder geval voor het douanerecht terecht aan eiseres is opgelegd.
Antidumping
16. Ten tijde van de onderhavige aangiften voor het vrije verkeer (in de periode van
7 februari 2017 tot en met 21 juni 2019) was Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 van toepassing. Op grond van artikel 1 daarvan wordt een definitief antidumpingrecht geheven op (onder meer) “bereide of verduurzaamde mandarijnen (…) zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, zoals omschreven onder GN-post 2008 en momenteel ingedeeld onder de GN-codes (…) ex 2008 3090 (Taric-codes (…) 2008 3090 69), van oorsprong uit de [land] ”.
17. In zijn arrest Steinel Vertrieb GmbH (18 april 2013, C-595/11, ECLI:EU:C:2013:251, punt 31) oordeelde het Hof van Justitie dat op een product slechts een antidumpingrecht kan worden geheven wanneer het (1) is ingedeeld onder de in een antidumpingverordening neergelegde GN-code en daarnaast (2) alle in het dispositief genoemde kenmerken van het betrokken product bezit.
18. Zoals hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de in geschil zijnde mandarijnenpartjes dienen te worden ingedeeld in Taric-code 2008 3090 69, welke code in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 is genoemd. Voorts is de rechtbank van oordeel dat de in geschil zijnde mandarijnenpartjes voldoen aan de kenmerken van de betrokken producten die worden genoemd in het dispositief, te weten de omschrijving van de goederen in artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014. De in geschil zijnde partjes zijn immers bereide of verduurzaamde mandarijnen zonder toegevoegde alcohol en zonder toegevoegde suiker. Eiseres stelt dat uit het doel en de strekking van de Verordening duidelijk volgt dat het antidumpingrecht slechts betrekking heeft op mandarijnen(partjes) in blik. Voor zover eiseres deze stelling heeft onderbouwd met een beroep op Verordening (EG) nr. 642/2008 kan deze reeds niet slagen omdat in dit geval Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 van toepassing is waarin het definitieve antidumpingrecht is ingesteld, en dus niet Verordening (EG) nr. 642/2008 waarin het voorlopige antidumpingrecht is ingesteld. Hoewel in de overwegingen voorafgaand aan de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 wel naar voren komt dat onderzoek is gedaan naar ingeblikte partjes op siroop of op water, heeft de Raad het klaarblijkelijk niet nodig geacht de productomschrijving van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 te beperken tot ingeblikte mandarijnenpartjes.
Naar het oordeel van de rechtbank is de productomschrijving in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014 duidelijk. Van strijd met de rechtszekerheid is dan ook geen sprake.
Nu de producten van eiseres voldoen aan de productomschrijving van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1313/2014, kan haar stelling dat het ingevoerde product niet identiek of soortgelijk is aan ingeblikte mandarijnenpartjes, reeds daarom niet slagen.
19. Daarbij komt dat geen sprake is van een nieuwe productsoort die op het ogenblik van de vaststelling van de antidumpingverordening niet in [land] werd geproduceerd (Hof van Justitie in Steinel Vertrieb GmbH, reeds aangehaald, punten 39 en 40), omdat, zoals eiseres ter zitting onweersproken heeft gesteld, zij dit product al dertig jaar importeert.
20. De conclusie is dat het onderhavige antidumpingrecht van toepassing is op de in geschil zijnde ontvliesde bevroren mandarijnenpartjes. Dat betekent dat de utb ook voor wat betreft het antidumpingrecht terecht aan eiseres is opgelegd.
21. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
22. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door dr. mr. C. Maas, voorzitter, en mr. W.M.C. Schipper en
mr. K. Idsinga-Schellaars, leden, in aanwezigheid van mr. E.P. van der Zalm, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2024.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de douanekamer van het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Amsterdam vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.