ECLI:NL:RBNHO:2024:835

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
C/15/347972 / FA RK 24-/129 en C/15/347975 / FA RK 24-/132
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het gezag van de vader en benoeming van een bijzondere curator in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot minderjarige kinderen

Op 10 januari 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van het gezag van de vader over zijn minderjarige kinderen. De zaak werd behandeld naar aanleiding van een mondeling verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, die aangaf dat de kinderen klem en verloren zijn geraakt tussen de ouders door de houding van de vader, die misbruik zou maken van zijn gezag. De moeder, die ernstig ziek is en een korte levensverwachting heeft, was aanwezig via een videoconferentie. De kinderrechter heeft op basis van artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat het gezag van de vader beëindigd moet worden, omdat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd en de vader niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor hun verzorging en opvoeding te dragen.

De kinderrechter heeft tevens ambtshalve een bijzondere curator benoemd om de belangen van de kinderen te behartigen. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de moeder direct kan beslissen wat in het belang van de kinderen is in de laatste fase van haar leven. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er in een afzonderlijke beschikking op de verzoeken in de echtscheidingsprocedure van partijen zal worden beslist. De bijzondere curator moet de kinderrechter binnen zes maanden informeren over de stand van zaken en het welzijn van de kinderen.

De uitspraak benadrukt de noodzaak om de belangen van de kinderen voorop te stellen, vooral in situaties waarin ouders in conflict zijn en een van de ouders ernstig ziek is. De kinderrechter heeft de beslissing genomen om de kinderen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van de situatie tussen de ouders.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
zaak-/rekestnrs.: C/15/347972 / FA RK 24-/129 (gezag) en C/15/347975 / FA RK 24-/132.
(benoeming bijzondere curator)
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in artikel 29a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van 10 januari 2024 strekkende tot gezagsbeëindiging en benoeming van een bijzondere curator
in de zaak van:
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Haarlem,
hierna te noemen: de Raad,
naar aanleiding van procedures tussen
[de vrouw],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. D.J. Klock, kantoorhoudende te Haarlem,
en
[de man],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. P.J.H. Vinke, kantoorhoudende te Hoofddorp .
Partijen zijn op 10 januari 2024 ter zitting verschenen voor de mondelinge behandeling van hun verzoeken in de echtscheidingsprocedure. De vrouw is vanaf haar ziekbed verschenen via een tweezijdige beeld- en geluidverbinding en in de zittingszaal bijgestaan door mr. D.J. Klock. De man is ter zitting verschenen bijgestaan door mr. P.J.H. Vinke. Tevens was ter zitting aanwezig [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad.
Ten behoeve van de echtscheidingsprocedure heeft de kinderrechter op 5 januari 2024 gesproken met [de minderjarige 1] , de 11-jarige dochter van partijen.
Tijdens de zitting is het verzoek tot echtscheiding van partijen met nevenvoorzieningen behandeld. Deze verzoeken zijn geregistreerd onder zaaknummers C/15/331389 / FA RK 22/4034 en C/15/338621 / FA RK 23/1623. Ten behoeve van die procedure heeft de Raad op 1 december 2023 een rapport en advies uitgebracht over de zorgregeling.
De Raad heeft naar aanleiding van de mondelinge behandeling (na telefonisch overleg voor intern beraad) ter zitting mondeling een verzocht om het gezag van de man te beëindigen. Dit verzoek is geregistreerd onder zaaknummer: C/15/347972 / FA RK 24/129. Dit mondelinge verzoek is op 11 januari 2024 schriftelijk bevestigd aan de rechtbank.
De kinderrechter heeft ter zitting aan de orde gesteld dat hij, vanwege de inhoud van het gesprek met [de minderjarige 1] , voornemens is om ambtshalve op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (Hierna: BW) een bijzondere curator te benoemen om de komende tijd de belangen van de kinderen te behartigen. De beslissing betreffende benoeming van de bijzondere curator is geregistreerd onder zaaknummer C/15/347975 / FA RK 24/132.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft kinderrechter mr. W.P. van der Haak, in het bijzijn van griffier mr. D.A. Lengyel, ter zitting mondeling uitspraak gedaan op het verzoek van de Raad en tevens ambtshalve een bijzondere curator benoemd.

1.De feiten

1.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] te [plaats] . Partijen hebben allebei (ook) de Nederlandse nationaliteit.
1.2.
De thans nog in leven zijnde minderjarige kinderen van partijen zijn:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] en
- [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
Uit het huwelijk van partijen is ook geboren [de minderjarige 4] op [geboortedatum] . [de minderjarige 4] is overleden op [datum] .
1.3.
Bij proces-verbaal van mondelinge uitspraak met nummer C/15/329377 / FA RK 222940 zijn de volgende voorlopige voorzieningen getroffen:
  • de kinderen zijn toevertrouwd aan de vrouw;
  • er is een zorgregeling vastgesteld die inhoudt dat de kinderen iedere zondag van 9.00 tot 17.00 uur bij de man verblijven;
  • aan de vrouw is het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning in [plaats] toegewezen.
1.4.
De kinderen wonen inmiddels met de vrouw in [plaats] , waar zij door de vrouw worden verzorgd. De vrouw wordt in de verzorging en opvoeding van de kinderen ondersteund door haar familie, omdat zij ernstig ziek is en nog maar een korte levensverwachting heeft.
1.5.
De man heeft inmiddels een eigen woning in [plaats] bemachtigd, die hij nog aan het inrichten is.
1.6.
De kinderen hebben de man ongeveer een half jaar geleden voor het laatst gezien, vooral omdat de man de afspraken (soms in een zeer laat stadium) heeft afgezegd.

2.Verzoek van de Raad

2.1.
De Raad heeft ter zitting mondeling verzocht om, uitvoerbaar bij voorraad, het gezag van de man over de minderjarige kinderen te beëindigen. De Raad heeft aan dit verzoek ten grondslag gelegd dat de kinderen op dit moment door de houding van de man klem en verloren zijn geraakt tussen de ouders en dat de man misbruik maakt van zijn gezag.

3.De gronden van de beslissing

3.1.
De kinderrechter overweegt dat hij op grond van artikel 1:266, eerste lid, van het BW het gezag van een ouder kan beëindigen, indien
a. een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247, tweede lid, BW te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of
b. de ouder het gezag misbruikt.
3.2.
De kinderrechter wijst het verzoek van de Raad toe en verklaart de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad. Dat betekent dat de vrouw vanaf heden belast is met eenhoofdig gezag over de kinderen.
De kinderrechter overweegt daartoe dat uit het rapport van de Raad en de houding van de man ter zitting blijkt dat het voor hem moeilijk is om de belangen van de kinderen voorop te stellen. Ondanks dat de man goed weet hoe de zaken liggen en welke prioriteiten voor de kinderen zouden moeten worden gesteld, lukt het de man onvoldoende om de belangen van de kinderen voor ogen te houden en in hun belang te handelen. Zo heeft de man zowel aan de onderzoekers van de Raad als ter zitting verteld dat hij pas wil meewerken aan het aanvragen van paspoorten voor de kinderen als de vrouw hem € 3.000,00 betaalt vanwege de verkoop van de gezinsauto (de vrouw stelt met de opbrengst onder meer een huurschuld te hebben voldaan). Tijdens het gesprek met de kinderrechter moest [de minderjarige 1] huilen door deze houding van de man. Zij vertelde dat de door de vrouw beloofde vakantie met de kinderen naar het buitenland daardoor niet is doorgegaan en dat de kinderen vanwege het ontbreken van paspoorten straks mogelijk ook de begrafenis van de vrouw in Marokko niet zullen kunnen bijwonen. De antwoorden van de man op vragen van de kinderrechter over hoe hij zijn gezag zou gebruiken als hij na het overlijden van de vrouw alleen met het gezag zou zijn belast en de rol van de vrouw in de verzorging en opvoeding van de kinderen zou zijn overgenomen door familieleden van de vrouw, geven volgens de kinderrechter ook blijk van het onvermogen van de man om in het belang van de kinderen te handelen.
Er is een hele ingewikkelde situatie voor de kinderen ontstaan, waarin zij klem en verloren zijn geraakt tussen de ouders. Dat is in deze situatie, waarin de moeder van de kinderen ernstig ziek is en nog maar kort te leven heeft, zeer schadelijk voor de kinderen. De kinderrechter is – met de Raad – van oordeel dat de man zijn gezag misbruikt door niet mee te werken aan het verlengen van de paspoorten van de kinderen. De kinderrechter verwacht, gezien zijn houding ter zitting, dat de man zijn gezag wederom zal misbruiken in een situatie waarin hij alleen zal zijn belast met het gezag over de kinderen. Dit rechtvaardigt de beëindiging van het gezag van de man.
De kinderrechter verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad, om ervoor te zorgen dat deze beslissing met directe ingang in werking treedt. Daardoor kan de vrouw beslissen wat zij in het belang kinderen vindt in de laatste fase van haar leven en kan de in haar testament opgenomen benoeming van haar zus [zus] tot voogd over de kinderen [zus] werking krijgen.
De rechtbank overweegt nog dat het voor de man geen verrassing kan zijn geweest dat zijn gezagspositie ter zitting aan de orde is gekomen, omdat de vrouw in de echtscheidingsprocedure heeft verzocht om met het eenhoofdig gezag over de kinderen te worden belast en in het rapport van de Raad van 1 december 2023 is opgenomen dat de Raad van oordeel is dat de man misbruik maakt van zijn gezag.
3.3.
Verder ziet de kinderrechter aanleiding om ambtshalve advocaat [bijzondere curator] op grond van artikel 1:250 BW tot bijzondere curator voor voornoemde kinderen te benoemen om hun belangen de komende periode te waarborgen.
Van de bijzondere curator wordt verwacht dat zij de belangen van de kinderen in de komende periode in de ruimste zins des woords zal behartigen en dat zij gerechtelijke procedures zal voeren als zij dit in het belang van de kinderen nodig acht. Verder wordt van de bijzondere curator verwacht dat zij het welzijn van de kinderen in de komende maanden in de gaten houdt. Ook deze beslissing zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
De kinderrechter verneemt over zes maanden graag van de bijzondere curator hoe het met de kinderen gaat, zodat kan worden beoordeeld of de werkzaamheden van de bijzondere curator kunnen worden beëindigd.
3.4.
Over de verzoeken in de echtscheidingsprocedure van partijen zal worden beslist bij afzonderlijke beschikking van (naar verwachting) 7 februari 2024.

4.De beslissing

De (kinder)rechter:
in de zaak met zaaknummer: C/15/347972 / FA RK 24-129
4.1.
beëindigt het ouderlijk gezag van [de man] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Marokko, over de minderjarige kinderen:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] en
- [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
4.2.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
in de zaak met zaaknummer: C/15/347975 FA RK 24-132
4.3.
benoemt tot bijzondere curator voor de onder 4.1. genoemde minderjarige kinderen:
- advocaat [bijzondere curator] , kantoorhoudende te [plaats] ,
4.4.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
verzoekt de bijzondere curator om de kinderrechter uiterlijk op
10 juli 2024te informeren over de actuele stand van zaken, het welzijn van de minderjarigen en daarbij te laten weten of haar werkzaamheden kunnen worden beëindigd.
De (kinder)rechter deelt mede dat een afschrift van het bovenstaande zo spoedig mogelijk volgt en sluit de zitting.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de rechter en de griffier is vastgesteld en door de rechter is ondertekend.
mr. W.P. van der Haak
Rechter, tevens kinderrechter