Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de mondelinge behandeling.
2.De beoordeling
178,00
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 augustus 2024 een vonnis gewezen in een kort geding tussen eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.B.M. Kersten, en gedaagde, ALIMO B.V., die niet verschenen was. Eiser vorderde de onmiddellijke teruggave van een Mercedes Benz Vito, met kenteken [kenteken], op straffe van een dwangsom. De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 8 augustus 2024, waarbij alleen eiser en zijn advocaat aanwezig waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldeed en verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagde.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiser niet onrechtmatig of ongegrond was en wees deze toe, met uitzondering van enkele aanpassingen. De gevorderde dwangsom werd gematigd en er werd een maximum aan de te verbeuren dwangsommen verbonden. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser op € 1.352,30 werden begroot. De voorzieningenrechter bepaalde dat gedaagde de auto binnen 24 uur na betekening van het vonnis diende terug te geven, met een dwangsom van € 500,00 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 20.000,-. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.