Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiseres] B.V.
[gedaagde] B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft [eiseres] B.V. op 26 maart 2024 een vordering ingesteld tegen [gedaagde] B.V. De vordering betreft betaling van een bedrag van € 2.194,17, dat is opgebouwd uit een hoofdsom van € 7.582,35, buitengerechtelijke incassokosten, dagvaardingskosten, wettelijke handelsrente en het salaris van de gemachtigde. [gedaagde] heeft de hoofdsom op 3 april 2024 betaald, maar betwist de overige kosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] de buitengerechtelijke incassokosten van € 758,24 en de wettelijke handelsrente van € 1.121,69 verschuldigd is, omdat [gedaagde] hiertegen geen verweer heeft gevoerd en in verzuim is. De proceskosten zijn begroot op € 937,72, en [gedaagde] is als in het ongelijk gestelde partij aangemerkt. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van in totaal € 1.879,93 aan buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente, alsook de proceskosten, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de vordering voor het overige is afgewezen.