In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 juli 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een geschil tussen de besloten vennootschap Noord Energie B.V. en een consument. De eisende partij, Noord Energie B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard, maar deze is niet verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 413,35, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De rechtbank heeft ambtshalve de informatieplichten en de algemene voorwaarden van de eisende partij getoetst, aangezien de overeenkomst tussen een handelaar en een consument buiten de verkoopruimte is gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij heeft weliswaar een vertelscript en contractbevestiging overgelegd, maar deze documenten voldeden niet aan de eisen van transparantie en duidelijkheid. De rechtbank oordeelde dat de eisende partij essentiële informatie over de levering van energie niet tijdig en duidelijk had verstrekt, wat leidde tot een schending van de informatieplichten.
De kantonrechter heeft de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd, waarbij 25% van de hoofdsom werd afgewezen. De rechtbank heeft ook de algemene voorwaarden van de eisende partij beoordeeld en vastgesteld dat bepaalde bedingen, zoals het prijswijzigingsbeding, niet transparant genoeg waren. De vordering van de eisende partij werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 310,01 en de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.