In deze zaak heeft de kantonrechter te Zaanstad op 8 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument en een stoffeerder. De consument, hierna te noemen [eiser], had op 19 januari 2023 een overeenkomst gesloten met de stoffeerder, [gedaagde], voor het (her)stofferen van twee Leolux banken. Na betaling van € 5.000,00 en ontvangst van de banken, was [eiser] ontevreden over de uitgevoerde werkzaamheden. Ondanks een ingebrekestelling op 20 juni 2023 en herstelwerkzaamheden door [gedaagde] op 22 september 2023, bleef [eiser] van mening dat de banken niet aan de overeenkomst voldeden. Op 22 december 2023 heeft [eiser] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, waardoor [eiser] gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden. De tekortkomingen, waaronder zichtbare plooien en beschadigingen aan de stof, waren van zodanige aard dat deze een ontbinding rechtvaardigden. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] toegewezen, inclusief de terugbetaling van het betaalde bedrag van € 5.000,00, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 756,25. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 1.201,83.
De uitspraak benadrukt de rechten van consumenten bij tekortkomingen in de nakoming van overeenkomsten en de mogelijkheid tot ontbinding in geval van ernstige tekortkomingen. De kantonrechter heeft de wettelijke bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek toegepast, met name de artikelen die betrekking hebben op de ontbinding van overeenkomsten en de verplichtingen van de partijen.