ECLI:NL:RBNHO:2024:8028

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 augustus 2024
Publicatiedatum
6 augustus 2024
Zaaknummer
11184220 \ VV EXPL 24-50
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning op basis van niet-nakoming van de huurovereenkomst

In deze zaak heeft Woningstichting Rochdale, gevestigd te Amsterdam, [gedaagde] gedagvaard in kort geding met als doel de ontruiming van een woning. De dagvaarding vond plaats op 11 juli 2024 en de mondelinge behandeling op 30 juli 2024, waarbij [gedaagde] niet verschenen was. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen [gedaagde]. Rochdale vorderde primair dat [gedaagde] uiterlijk 1 september 2024 de woning zou ontruimen, omdat hij volgens de huurovereenkomst zijn hoofdverblijfplaats niet in de woning had. Rochdale stelde dat zij meermaals contact had geprobeerd te leggen met [gedaagde] en hem 18 keer had bezocht, maar dat hij niet thuis was aangetroffen.

De kantonrechter oordeelde dat de primaire vordering toewijsbaar was, omdat deze spoedeisend was en niet onrechtmatig of ongegrond leek. Aangezien [gedaagde] niet was verschenen, werden de stellingen van Rochdale niet betwist. De kantonrechter concludeerde dat [gedaagde] zijn verplichtingen als huurder had geschonden door niet op het adres van de woning te verblijven. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, maar de verzoeken van Rochdale om zelf met behulp van een deurwaarder de woning te ontruimen werden afgewezen, omdat zij voldoende aan een ontruimingsvonnis had.

De proceskosten werden toegewezen aan Rochdale, omdat [gedaagde] ongelijk kreeg. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees de overige gevorderde voorzieningen af. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.J. Jansen op 6 augustus 2024 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11184220 \ VV EXPL 24-50
Uitspraakdatum: 6 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
de stichting
Woningstichting Rochdale
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Rochdale
gemachtigde: mr. J.B. Sans Prieto
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats 1]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
niet verschenen

1.Het procesverloop

1.1.
Rochdale heeft [gedaagde] op 11 juli 2024 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 juli 2024. [gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is verstek verleend.
1.3.
De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat Rochdale ter toelichting van haar standpunt naar voren heeft gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Rochdale bij brief van 25 juli 2024 nog stukken toegezonden.

2.De beoordeling

2.1.
Rochdale vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde] primair veroordeelt om uiterlijk 1 september 2024 de woning aan het adres [adres] te [woonplaats 1] (hierna: de woning) te ontruimen. Subsidiair vordert Rochdale dat [gedaagde] de woning uiterlijk 1 september 2024 ontruimt voor de periode dat Rochdale (renovatie) werkzaamheden uitvoert. Voor het geval [gedaagde] nalaat de woning te ontruimen vordert Rochdale, zowel primair als subsidiair, dat zij wordt gemachtigd de woning met behulp van een deurwaarder te ontruimen. Tot slot vordert Rochdale de proceskosten- en nakosten.
2.2.
Rochdale legt aan de primaire vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] zijn hoofdverblijfplaats niet in de woning heeft, terwijl hij volgens de huurovereenkomst zijn hoofdverblijf moet hebben in de woning. Dat betekent dat [gedaagde] tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst. Dat [gedaagde] zijn hoofdverblijf niet heeft in de woning, blijkt uit het gegeven dat Rochdale meermaals contact heeft proberen te zoeken met [gedaagde] in verband met de renovatiewerkzaamheden die in september 2024 aan het wooncomplex plaatsvinden. [gedaagde] heeft echter niet op de berichten van Rochdale gereageerd. Ook heeft Rochdale 18 keer geprobeerd om [gedaagde] thuis op te zoeken, maar [gedaagde] is daar geen één keer aangetroffen. Aan de subsidiaire vordering legt Rochdale ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] op geen enkele wijze heeft aangegeven te willen meewerken aan de voorgenomen dringende werkzaamheden/renovatie van het wooncomplex. Rochdale wil in september 2024 beginnen aan de werkzaamheden, maar [gedaagde] frustreert die werkzaamheden door niet mee te werken. Om de werkzaamheden in het gehele complex uit te voeren, moeten er ook werkzaamheden in de woning van [gedaagde] worden uitgevoerd.
2.3.
Tijdens de zitting heeft Rochdale aangegeven dat in het petitum van de dagvaarding sprake is geweest van een kennelijke verschrijving. In de dagvaarding staat dat de vordering betrekking heeft op de woning aan het adres [adres] te [plaats] , maar het moet de woning aan het adres [adres] te [woonplaats 1] zijn. De kantonrechter zal daarvan uitgaan, omdat sprake is van een kennelijke verschrijving.
2.4.
De kantonrechter oordeelt dat het primair gevorderde kan worden toegewezen, omdat deze naar haar aard spoedeisend is en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. [gedaagde] is niet verschenen in de procedure en heeft de stellingen van Rochdale dus niet betwist. Daarom acht de kantonrechter het aannemelijk dat [gedaagde] zijn hoofdverblijfplaats niet heeft op het adres van de woning. Bovendien blijkt uit de stukken dat Rochdale 18 keer heeft geprobeerd een huisbezoek bij [gedaagde] af te leggen en hij geen één keer thuis is aangetroffen. Nu aannemelijk is dat [gedaagde] zijn hoofdverblijf elders heeft, in ieder geval niet op het adres van de woning, is [gedaagde] tekortgeschoten in zijn verplichtingen als huurder door in strijd te handelen met artikel 4.1 van de huurovereenkomst. Deze tekortkoming rechtvaardigt toewijzing van de vordering tot ontruiming van de woning. Daarbij weegt mee dat die vordering met een grote mate van waarschijnlijkheid ook in een gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen.
2.5.
De door Rochdale gevorderde machtiging om de woning zo nodig zelf, met behulp van een deurwaarder, te ontruimen, wordt afgewezen. Rochdale heeft op grond van artikel 555 e.v. Rv voldoende aan een ontruimingsvonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen indien [gedaagde] niet vrijwillig tot ontruiming overgaat. Rochdale heeft dus geen rechterlijke machtiging nodig om de hulp van de deurwaarder in te schakelen.
2.6.
De proceskosten (inclusief de nakosten) komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. De proceskosten worden vermeerderd met de kosten van betekening indien [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] de woning aan het adres [adres] ( [postcode] ) te [woonplaats 1] uiterlijk 1 september 2024 met de zijnen te ontruimen en ontruimd te houden;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten (en de nakosten), die de kantonrechter aan de kant van Rochdale tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 136,72
griffierecht € 130,00
salaris gemachtigde € 543,00
nakosten € 135,00;
te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
3.1.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.2.
wijst de gevorderde voorziening voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter